12 dec 2024 09:54

Vrouwen in topfuncties: stand van zaken

Brussel, 12 december 2024 - Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen stelt een stand van zaken voor van vrouwen in topfuncties in verschillende domeinen van de samenleving. Sinds de laatste editie van dit onderzoek in 2012 heeft zich een evolutie voorgedaan: de gelijkheid van vrouwen en mannen wordt door velen niet enkel als een theoretisch ideaal gezien. Toch hebben sommige sectoren nog een lange weg te gaan op het gebied van gendergelijkheid.

Een aanzienlijke maar ongelijke vooruitgang

Uit het onderzoek blijkt dat de gelijkheid van vrouwen en mannen in sleutelposities in verschillende domeinen een aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt. Op het moment van de analyse is de helft van de leden van de hoogste beslissingsorganen van vakbonden een vrouw (vergeleken met 25% in 2012), net als een derde van de vakbondsvoorzitters. Aan het hoofd van de grootste ngo's die geanalyseerd werden, zijn vier op de tien mensen vrouw. Een vergelijkbaar percentage is te vinden bij de inhoudsverantwoordelijken bij de grote mediabedrijven (redacties), en bij de eerste voorzitters van hoven van beroep en arbeidsrechtbanken. In sommige beroepen wordt de grote meerderheid van de topfuncties echter nog steeds ingevuld door mannen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de ordes van advocaten, waar het aandeel vrouwelijke leden van de hoogste organen slechts 1 op 6 is. Bij Defensie bekleden slechts twee vrouwen de hoogste leidinggevende functies tegenover 41 mannen, en de nationale raad van de Orde der Artsen telt slechts één vrouw tegenover 16 mannen.

Intentieverklaringen alleen volstaan niet

België is in 2024 zeker gelijker geworden dan in 2012. De belangrijkste les die we uit deze studie kunnen trekken, is dat het tempo van de veranderingen verschilt naargelang het domein en de organisatie. In dit opzicht benadrukt de studie de grote impact van het proactieve beleid dat in bepaalde sectoren werd ingevoerd, samen met vastgelegde doelstellingen.

De sectoren die een prioriteit hebben gemaakt van gendergelijkheid en waarvoor concrete initiatieven zijn genomen, boekten aanzienlijke vooruitgang. Dit is zo bij de vakbonden, met het ‘handvest voor gender mainstreaming’, of in de politiek en in de raden van bestuur van beursgenoteerde bedrijven, waar genderquota werd en ingevoerd”, legt Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut, uit. "Voor sectoren waar vrijwel geen vrouwen terug te vinden zijn op sleutelposities en die geen maatregelen nemen om dit te verhelpen, dient de invoering van quota overwogen te worden. Quota zijn nooit een doel op zich. Maar ze hebben wel bewezen dat ze effectief en efficiënt zijn, zoals de quota in de politiek en in raden van bestuur hebben aangetoond. Een quotum van 30% leidt echter niet automatisch tot pariteit. We moeten daarom ook durven nadenken over quota van 40% voor sectoren waar men op 30% vrouwen op topposities blijft steken.”

In de marge van dit onderzoek formuleert het Instituut een aantal aanbevelingen om verder te gaan op de weg naar gelijkheid in topfuncties: goede praktijken promoten, quota gebruiken, gelijkheid over een langere periode meten, transparantie, sensibilisering en specifieke aanbevelingen voor verschillende sectoren.

De enquête werd uitgevoerd door RoSa tussen april en mei 2024.

Download het volledige rapport

 

Perscontact
Sofie Roelandt
0472 71 25 53
02 233 48 31
Sofie.Roelandt@igvm.belgie.be