31 mrt 2014 16:12

Arbeidsmarkt eind 2013: een zachte winter of een beginnende lente?

Het jaar 2013 werd gekenmerkt door een daling van de tewerkstelling. Er zijn echter aanwijzingen dat de arbeidsmarkt zich aan het einde van 2013 enigszins herstelde. Dat blijkt uit cijfers van de RSZ over het laatste kwartaal van 2013. Maar niet elke sector deelt in de heropleving. Met name in de bouw en – mede daardoor – in de industrie blijft de situatie uitgesproken negatief.

Meer kansen voor jongeren

In het vierde kwartaal 2013 bleef de loontrekkende werkgelegenheid in een aantal sectoren nog onder druk staan. Maar als gevolg van de toegenomen economische bedrijvigheid waren er ook tekenen van verbetering.

Globaal gezien lag het aantal arbeidsplaatsen op 31 december 2013 0,4% lager dan een jaar eerder. Het arbeidsvolume in het vierde kwartaal 2013 bleef ongeveer gelijk ten opzichte van het voorgaande jaar (-0,1%). Maar de vraag naar arbeidskrachten via uitzendarbeid nam in het vierde kwartaal opnieuw toe – een groei die zich ook in de eerste maanden van 2014 nog verder doorzet. De beperkte globale daling van de tewerkstelling was eind 2013 minder geconcentreerd bij jongere leeftijdsklassen, wat wijst op een groei van het aantal aanwervingen. Ook de stijging van het aantal ontvangen vacatures bij de VDAB wijst in die richting.

Industrie en bouw

In de sectoren industrie en bouw blijft de tewerkstellingsevolutie uitgesproken negatief: op jaarbasis -3% in aantal arbeidsplaatsen en  -1,3% in arbeidsvolume in voltijdsequivalenten. De gevolgen van de eerder aangekondigde herstructureringen worden voelbaar, vooral in de provincies Henegouwen, Limburg en Luik. Daartegenover staat wel een beperkter gebruik van tijdelijke werkloosheid en toename van het gebruik van uitzendarbeid in het arbeiderssegment.

De tewerkstelling in de bouwnijverheid blijft achteruitgaan: -3,9% in aantal arbeidsplaatsen. De daling van het arbeidsvolume is beperkter (-1,3%), omdat de weersomstandigheden in het vierde kwartaal 2013 minder dan in 2012 aanleiding gaven tot weerverlet.

De daling van de activiteit in de bouwnijverheid heeft ook impact op meerdere deelsectoren van de industrie (houtnijverheid, vervaardiging van producten van niet-metaalhoudende minerale producten, metaalnijverheid, vervaardiging van machines en apparaten). De daling op jaarbasis van het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten (-1,3%) is beperkter dan de daling van het aantal arbeidsplaatsen (-2,5%), onder meer omdat er minder is gebruikgemaakt van tijdelijke werkloosheid.

Dienstverlenende sectoren

In de commerciële dienstverlening stabiliseert de tewerkstelling zich maar het beeld is heterogeen.  In de sectoren handel, vervoer en financiële diensten blijft de trend negatief. In de informaticasector en de administratieve, ondersteunende en gespecialiseerde diensten was er een toename van de werkgelegenheid.

In de niet-commerciële dienstverlening werd een beperkte groei van ongeveer 0,5% ten opzichte van 2012 opgetekend. Het groeitempo is sterk teruggevallen ten opzichte van voorgaande jaren, als gevolg van een negatieve tewerkstellingsevolutie in de sector openbaar bestuur, een beperkte groei in het onderwijs en een krimpend groeiritme in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening.

Uitzendarbeid

Het vierde kwartaal 2013 bevestigt de opleving van de vraag naar arbeidskrachten via uitzendarbeid. Eind december 2013 werden opnieuw meer arbeidsplaatsen in de uitzendarbeid geteld dan eind december 2012 (+5,5% arbeiders, +2,5% bedienden). Ook het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten tijdens het vierde kwartaal 2013 was hoger dan in het vierde kwartaal 2012, waarbij de toename bij de arbeiders (+5%) de lichte daling bij de bedienden (-2%) meer dan compenseert.

De vraag naar arbeidskrachten in de particuliere huishoudens via het stelsel van de dienstencheques lijkt zich te  stabiliseren. De groei op jaarbasis gemeten in arbeidsvolume bedroeg slechts +2%.