07 jul 2006 17:50

Arbeidsrelaties

Bepaling van de aard van arbeidsrelaties: schijnzelfstandigen

Bepaling van de aard van arbeidsrelaties: schijnzelfstandigen

De ministerraad keurde een voorontwerp van kaderwet goed over de aard van de arbeidsrelaties. Het voorontwerp is een initiatief van Minister van Middenstand Sabine Laruelle, Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid Rudy Demotte en Minister van werk Peter Vanvelthoven. De kaderwet past in het Regeerakkoord van juli 2003. Een van zijn doelstellingen was om welomschreven criteria vast te leggen voor het fenomeen van de schijnzelfstandigen. Een ander doel was om een rulingcommissie 'schijnzelfstandigen' op te richten, die preventief en normerend optreedt. Het voorontwerp is gebaseerd op volgende principes: - het eerbiedigt de wilsautonomie van de partijen en het juridisch principe dat de overeenkomst tussen de contractsluitende partijen als wet geldt, indien de geuite wil overeenkomt met de daadwerkelijke uitvoering van de overeenkomst, - de bevoegde autoriteiten en instellingen van sociale zekerheid moeten elke onverzoenbaarheid tussen de uitoefening van een arbeidsrelatie en de kwalificatie die de partijen aan deze arbeidsrelatie geven opsporen en sanctioneren, - de Hoven en Rechtbanken beschikken over een soevereine beoordelingsmacht over de band van ondergeschiktheid die binnen een arbeidsrelatie bestaat, - de standpunten die uit de rechtspraak door hoven en rechtbanken voortvloeien worden niet in vraag gesteld. Het voorontwerp van wet bevestigt bepaalde algemene principes die de Hoven en de Rechtbanken ontwikkelden. Het bepaalt namelijk de algemene criteria die men hanteert bij de beoordeling van de aard van een arbeidsrelatie, het voorziet de mogelijkheid een lijst met specifieke criteria uit te werken die aangepast zijn aan de specifieke realiteit van een sector of een beroep en het voert een sociale ruling in. De algemene criteria zijn: de wil van de partijen, de vrijheid om de werktijd te organiseren, de vrijheid om het werk te organiseren en de mogelijkheid om een hiërarchische controle uit te voeren. In sommige sectoren of beroepen volstaan de algemene criteria niet om de arbeidsrelatie correct te kwalificeren. Daar zijn specifieke criteria nodig die aangepast zijn aan de bijzondere situaties en die opgesteld zijn in overleg met de sectoren. De Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie krijgt twee opdrachten: - ze objectiveert elke onzekerheid over de aard van een arbeidsrelatie (normatieve afdeling), - ze neemt beslissingen over de aard van een bijzondere arbeidsrelatie en de overeenstemming tussen de kwalificatie van een bepaalde arbeidsrelatie en zijn uitvoering. Dat is wat men social ruling noemt, zoals wat men op fiscaal vlak heeft ontwikkeld (administratieve afdeling). Het voorontwerp wordt overgemaakt aan de Nationale Arbeidsraad en aan de Hoge Raad voor Zelfstandigen en de KMO. Daarna wordt het voor advies aan de Raad van State voorgelegd.