13 jan 2006 16:00

Armoedebestrijding

Presentatie van het verslag: Armoede uitbannen. Een bijdrage aan het politiek debat en de politieke actie.

Presentatie van het verslag: Armoede uitbannen. Een bijdrage aan het politiek debat en de politieke actie.

De Ministerraad nam kennis van het derde tweejaarlijkse verslag van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting dat de heer Christian Dupont, Minister van Maatschappelijke integratie voorstelde. Het verslag kwam tot stand door dialoog. Die methode houdt in dat er een rechtstreekse dialoog is met alle betrokken actoren: professionelen, diensten, academici, maar ook met de mensen die in armoede leven en hun verenigingen. In een eerste fase schreef het steunpunt een initiatiefnota op basis van de gesprekken met een driehonderdtal referentiepersonen uit het verenigingsleven, de wetenschappelijke wereld, de organisaties uit de hulp- en dienstverlening en de vereningingen waar armen het woord nemen. Daarna volgde een fase van publiek debat. In samenwerking met de Koning Boudewijnstichting organiseerde men 11 provinciale ontmoetingen en één nationaal moment waar men de teksten en de thema's besprak. Zo'n 1200 mensen namen hieraan deel op provinciaal vlak en 800 op nationaal vlak. Het resultaat van die consultatie vormt de inhoud van het verslag. Zo verschilt dit van de voorgaande verslagen door het specifieke voorbereidingsproces en door zijn inhoud. Het verslag presenteert 76 resoluties aangaande 13 oriëntaties of beleidsterreinen. Die resoluties worden in verschillende pistes, oplossingen en verbeteringen van de situatie concreet gemaakt. Het verslag bevat hierdoor een politieke agenda die het armoedebeleid stuurt. Alle regeringen in ons land kunnen met hun inspanningen bijdragen. Het verslag vermeldt ook een aantal beleidsvoorwaarden voor de strijd tegen armoede, men moet: - de bestaande kennis gebruiken, - het belang van een algemeen, structureel beleid erkennen, - rekening houden met de verscheidenheid van de doelgroepen, - het belang van participatief beleid en van een coherente aanpak erkennen, - een cultuur van evaluatie invoeren. Binnen de maand na ontvangst bezorgt de federale regering het verslag aan de Nationale Arbeidsraad en aan de Centrale Raad voor het bedrijfsleven. Die geven hun advies binnen een periode van een maand voor die thema's waarvoor ze bevoegd zijn. Volgens dezelfde procedure vragen de gewesten en gemeenschappen advies aan hun adviesorganen. Daarna wordt het als discussiepunt op de agenda van de interministeriële conferentie integratie in de samenleving opgenomen. Die is gepland voor 8 februari 2006. In de komende periode zal men ook overleg tussen de bevoegde minister, de coördinerend minister van maatschappelijke integratie en het Steunpunt organiseren om per beleidsdomein in kaart te brengen welke initatieven men reeds genomen heeft om de situatie van de zwakste groepen te verbeteren, welke in uitvoering zijn en welke gepland.