15 jul 2022 19:09

Bepalingen inzake een responsabiliseringsbijdrage voor werkgevers

De ministerraad keurt op voorstel van minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke een voorontwerp van wet en twee ontwerpen van koninklijk besluit goed over bepalingen inzake een responsabiliseringsbijdrage voor werkgevers.

Deze ontwerpen kaderen in het “Terug-Naar-Werk-traject” in de uitkeringsverzekering voor werknemers. De responsabilisering van de werkgevers vertaalt zich in de invoering van een responsabiliseringsbijdrage verschuldigd door de werkgevers waarvan ondernemingen met een bovenmatig aandeel – in vergelijking met vergelijkbare ondernemingen en de privésector in zijn geheel - medewerkers die in de langdurige arbeidsongeschiktheid belanden. Concreet betreft het:

  • een voorontwerp van wet dat de volgende verduidelijkingen aanbrengt:
    • wie vrijgesteld is van de responsabiliseringsbijdrage
    • welke dagen in rekening worden gebracht bij het bepalen van de totale tewerkstelling bij de werkgever
    • de garantie dat de vergelijkingsbasis voor de sectorale vergelijking altijd minstens 10 ondernemingen bevat
    • welke ondernemeingen de bijdrage verschuldigd zijn
  • een ontwerp van koninklijk besluit om de waarden vast te leggen die toelaten de bovenmaatste instroom van werknemers in invaliditeit vast te stellen
  • een ontwerp van koninklijk besluit dat de modaliteiten vastlegt waarop de ondernemingen waarvan de gemiddelde instroom van werknemers in invaliditeit ongunstig evolueert door de RSZ op proactieve wijze geïnformeerd worden

De ontwerpen worden ter advies voorgelegd aan de Raad van State.

Voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen inzake responsabilisering van de werkgevers inzake invaliditeit en inzake alternatieve financiering van de sociale zekerheid

Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 145 van de programmawet van 27 december 2021 betreffende de proactieve mededeling aan werkgevers wiens gemiddelde instroom van werknemers in invaliditeit ongunstig evolueert

Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 142, vijfde lid, van de programmawet van 27 december 2021