Bestrijding van corruptie
Instemming met het verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van corruptie
Instemming met het verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van corruptie
De ministerraad keurde het voorontwerp van wet goed houdende instemming met het verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van corruptie. België heeft dit verdrag op 10 december 2003 tijdens de diplomatieke conferentie in Merida (Mexico) ondertekend. Het verdrag van de VN voor de bestrijding van corruptie is het eerste internationaal verdragsrechtelijk instrument dat in de VN is uitgewerkt om alle aspecten van corruptie te bestrijden. Het verdrag trad op 14 december 2005 in werking. Het verdrag stemt de nationale wetgevingen inzake strafbaarheid van corrupte handelingen op elkaar af. Zo moeten de lidstaten de actieve en passieve corruptie van nationale ambtenaren, de actieve corruptie van buitenlandse en internationale ambtenaren, de verduistering van goederen door ambtenaren, het witwassen van de opbrengsten van misdrijven en de belemmering van de goede werking van de justitie strafbaar maken. Strafbaarstelling is ook mogelijk voor heling, misbruik van functie, onrechtmatige verrijking, corruptie en ontvreemding van goederen in de privé sector. Het verdrag legt ook de aansprakelijkheid vast van rechtspersonen die deelnemen aan dergelijke delicten. Het schrijft regels inzake rechtsmacht voor, sancties en maatregelen voor de gerechtelijke vervolging en berechting. Het voert de mogelijkheid in een beroep te doen op bijzondere onderzoekstechnieken en bepaalt regels voor het bankgeheim, de bevriezing, de inbeslagname, de verbeurdverklaring en de verjaring. Het verdrag voorziet ook bijstand, bescherming en schadeloosstelling van slachtoffers en bescherming van getuigen tegen represailles of intimidatie. Het verdrag bevordert de samenwerking in strafzaken tussen de lidstaten door de uitleveringsprocedure uit te breiden en te versnellen. De versterking van de wederzijdse rechtshulp en de politiesamenwerking, de mogelijke overbrenging van gevonniste personen en de mogelijkheid om gezamenlijk onderzoek te verrichten dragen ook bij tot een betere samenwerking. Een hoofdstuk is gewijd aan de recuperatie door de landen van herkomst van vermogens die topambtenaren hebben verduisterd. Dat hoofdstuk is tot stand gekomen dankzij de politieke wil van de landen van het zuiden om geld dat staatshoofden en regeringsleiders hebben verduisterd, terug te halen. Het voert ook maatregelen in die overdrachten moeten voorkomen en opsporen van vermogens die op ongeoorloofde wijze zijn verworven. Die maatregelen lijken op degene die zijn uitgewerkt voor de bestrijding van het witwassen van geld. Andere maatregelen hebben als doel goederen onmiddellijk te recupereren via de internationale samenwerking op het vlak van verbeurdverklaring of hebben als doel vermogens terug te geven of erover te beschikken. In dit laatste element schuilt de belangrijkste vernieuwing van het verdrag.