23 sep 2005 17:00

Bijdrage aan het fonds voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden

De Ministerraad keurde het ontwerp van koninklijk besluit goed, dat de wet (*) houdende fiscale en andere bepalingen wijzigt.
Het ontwerp is een voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie.

De Ministerraad keurde het ontwerp van koninklijk besluit goed, dat de wet (*) houdende fiscale en andere bepalingen wijzigt. Het ontwerp is een voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie.

Sinds augustus 1985 voorziet de Belgische wet dat de Staat een financiële tussenkomst kan toekennen aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en, in sommige gevallen, aan hun verwanten. De Commissie voor Financiële Hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders is een administratief rechtscollege dat nagaat of voldaan werd aan de voorwaarden om van deze hulp te kunnen genieten, dat beslist of men hulp toekent en dat het bedrag bepaalt. Dit rechtscollege oordeelt naar billijkheid. De wet voorziet geen integrale vergoeding. De toegekende hulp berust op het idee dat de gemeenschap solidair moet zijn en dient tussen te komen voor het herstel van de schade dat het gevolg is van opzettelijke gewelddaden. De tussenkomst is 'mogelijk en subsidiair'. Dit wil zeggen dat men zich slechts kan wenden tot de Commissie wanneer het slachtoffer nergens anders terecht kan voor het bekomen van een daadwerkelijke schadevergoeding omdat de dader van de feiten niet solvabel of ongekend is. Op 1 januari 2004 werd de toegang tot die hulp verruimd en het bedrag voor de noodhulp werd opgetrokken van 7.500 tot 15.000 € (geen limiet voor de medische noodhulp). De hoogst mogelijke som voor de hoofdhulp bedraagt 62.000 €. De toegekende financiële hulp wordt voorzien door een speciaal fonds in de schoot van het budget van de FOD Justitie: het Fonds voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden. Dit Fonds wordt momenteel gefinancierd door een bijdrage van 10 euro die ten laste is van iedere persoon die veroordeeld wordt tot een criminele of correctionele hoofdstraf. Dit bedrag wordt verhoogd met de opdeciemen die toegepast worden voor strafboetes. Door de voortdurende toename van het aantal ingediende verzoeken moest de Commissie herhaaldelijk uit haar reserves putten. De jaarlijks geïnde 'inkomsten' liggen immers vaak lager dan de jaarlijks door de Commissie toegekende bedragen. Men voorziet dat de reserves van het Fonds aldus in september 2006 uitgeput kunnen zijn. Dit ontwerp ondervangt dit structurele tekort door het bedrag van de bijdrage te verhogen die ten laste komt van elke veroordeelde persoon. Dit bedrag wordt van 10 euro opgetrokken tot 25 euro (hetzij van 50 euro tot 125 euro met inbegrip van de opdeciemen). (*) tot wijziging van artikel 29, tweede lid van de wet van 1 augustus 1985.