14 dec 2016 13:03

Bijkomende overeenkomst bij het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden

De ministerraad keurt op voorstel van minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo een ontwerp van koninklijk besluit goed dat een bijkomende overeenkomst bij het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO) afsluit.

OP 13 mei 2016  keurde de ministerraad een voorontwerp van wet goed tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de 'Belgische Technische Coöperatie' (wet op BIO). Die wijziging brengt de herziening van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en BIO met zich mee.

De bijkomende overeenkomst in het ontwerp van koninklijk besluit benadrukt de volgende punten:

  • het additionele karakter van de interventies van BIO
  • het feit dat BIO niet enkel een financieel rendement maar ook een ontwikkelingsrendement dient na te streven
  • de noodzaak van synergie en complementariteit met andere Belgische ontwikkelingsactoren om duplicatie met deze actoren te vermijden
  • digitalisering en de strijd tegen klimaatverandering zijn prioritair voor BIO

De bijkomende overeenkomst introduceert het fit for purpose-principe bij BIO. Alle actoren van het Belgische ontwikkelingsbeleid die met belastingmiddelen worden gefinancierd, dienen over voldoende beheerscapaciteit te beschikken om hun opdrachten goed te kunnen uitvoeren. Op gezette tijden wordt deze beheerscapaciteit getoetst. De bijkomende overeenkomst voorziet een stijging van de operationeel kosten, van 1,10% tot 1,20% van het netto-actief van BIO.

De belangrijkste innovatie van de bijkomende overeenkomst bestaat uit de mogelijkheid voor BIO om investeringsfondsen op te richten, onder de vorm van een zogenaamd 'Fonds der Fondsen' naar Belgisch recht en er een participatie van maximaal 25% in nemen. Dergelijke fondsen investeren voornamelijk in investeringsfondsen gericht op lokale ondernemingen. BIO kan echter uitzonderlijk co-investeringen realiseren, samen met de investeringsfondsen waarin het participeert, in lokale ondernemingen. Voor elke tussenkomst dient BIO toe te zien op de additionaliteit van haar interventie bij de oprichting van een dergelijk fonds en van de complementariteit met betrekking tot bestaande fondsen.

Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de instemming met de bijkomende overeenkomst bij het eerste beheerscontract tussen de Belgische Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht “Belgische Investeringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden” van 1 april 2014