24 feb 2006 16:00

Biociden

Oprichting van een Comité voor advies inzake biociden

Oprichting van een Comité voor advies inzake biociden

De Ministerraad besliste een Comité voor advies inzake biociden op te richten. Biociden worden gebruikt om schadelijke organismen in de houtindustrie, de voedingsnijverheid, de gezondheidszorg en de landbouw te bestrijden. De Copernicushervorming voorzag om een directoraat-generaal binnen de FOD Volksgezondheid als eerste instantie het onderzoek van de toelatingsaanvragen toe te wijzen en om aan de Hoge Gezondheidsraad de opdracht toe te kennen in tweede lijn advies te geven en het beroep tegen de beslissingen van het eerste lijnniveau te behandelen. De opdrachten van het comité zijn: - onderzoeken en advies geven over de toelatingsaanvragen voor biociden op het vlak van riscio en doeltreffendheid, - voorstellen formuleren over de indeling van de biociden in gevarencategorieën en klasse A, - vragen stellen aan de Hoge Gezondheidsraad Het comité voor advies zal bestaan uit wetenschappelijke en technische deskundigen die behoren tot wetenchappelijke instellingen die nauw betrokken zijn bij de activiteiten van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en leefmilieu. Het gaat om het wetenschappelijk instituut voor volksgezondheid en het Centrum voor onderzoek in de dierkunde en agronomie. De technische experts van de directoraten-generaal van die FOD zullen hun bijdrage leveren aan de werking van het Comité. Ook de Gewesten zullen een expert kunnen afvaardigen. De leden van het comité zijn voor vijf jaar benoemd. Het ontwerp voorziet ook een aanpassing van artikel 6 van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruik van biociden, om er het nieuwe comité voor advies in te vermelden. De Ministerraad keurde het ontwerp van koninklijk besluit goed tot oprichting van een comité voor advies inzake biociden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 bertreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden. Het ontwerp is een voorstel van de heer Bruno Tobback, Minister van Leefmilieu, en de heer Rudy Demotte, Minister van Volksgezondheid. Het ontwerp wordt voor advies aan de Raad van State voorgelegd.