23 okt 2002 17:00

Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring

Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad, in tweede lezing (*), een voorontwerp van wet goed tot oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring (COIV) en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties.

Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad, in tweede lezing (*), een voorontwerp van wet goed tot oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring (COIV) en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties.

Dit nieuw orgaan binnen de rechterlijke orde zal bestaan uit twee magistraten, twee bijkomend gedetacheerde magistraten, naargelang de noodwendigheden, vier gedetacheerde ambtenaren, waarvan twee van de politie en twee van het Ministerie van Financiën, en uit personeel waarvan de aanwerving momenteel aan de gang is (**). Het COIV zal een "center of excellence" zijn binnen de materie van de penale inbeslagname en de verbeurdverklaring. Het zal, vooral in zaken van zware en georganiseerde criminaliteit, de patrimoniale beteugeling als volwaardig sanctiemodel verder ontwikkelen, dit om effectiever te sanctioneren dan nu, maar ook met het oog op een betere preventie van dergelijke vormen van criminaliteit. Daartoe zal het COIV de volgende taken waarnemen: - de Minister van Justitie en het College van de procureurs-generaal bijstaan, inzake de uniforme beleidsontwikkeling en -handhaving op dit vlak; - de parketten en politiediensten de nodige thematische en dossiergerichte ondersteuning geven, rond dit thema in het algemeen, of rond een welbepaald dossier; - het centraal en geïnformatiseerd beheer waarnemen inzake in beslag genomen vermogens- voordelen; - deze vermogensvoordelen zodanig beheren dat hun waarde behouden blijft; - vermogensonderzoeken coördineren en begeleiden; - de contacten met het buitenland vergemakkelijken en meer bepaald met gelijkaardige instellingen in het buitenland. (*) zie bericht nr. 18 van 7 december 2001 (**) op basis van de richtlijn van de Minister van Justitie van 10 januari 2001.