Cijfers van de economische begroting 2017
De ministerraad neemt op voorstel van minister van Economie Kris Peeters akte van de cijfers van de economische begroting 2017, meegedeeld door het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), overeenkomstig de wet van 21 december 1994.
In vergelijking met de vooruitzichten van afgelopen september wordt de groei van de Europese economie in 2017 nu iets gunstiger ingeschat. Uit recente data en vertrouwensindicatoren blijkt dat de Europese economie tot nog toe beter heeft gepresteerd dan net na de brexit-stemming van juni 2016 werd verwacht. De negatieve gevolgen voor de Britse economie zijn tot dusver beperkt gebleven, maar oplopende invoerprijzen kunnen de groei er dit jaar afremmen. Daarnaast zorgen verkiezingen in enkele lidstaten van de eurozone voor beleidsonzekerheid. De groei van de eurozone als geheel zou dit jaar uitkomen op 1,5 %, na een groei van 1,7 % in 2016.
De Belgische economie zou dit jaar een groeitempo tussen 0,3 en 0,4 % per kwartaal handhaven dankzij de dynamiek van de binnenlandse vraag, terwijl de netto-uitvoer een nulbijdrage levert. Op jaarbasis trekt de economische groei daardoor licht aan van 1,2 % in 2016 tot 1,4 % in 2017. De binnenlandse werkgelegenheid steeg vorig jaar met 1,3 % en zou in 2017 verder aangroeien met 1,1 %, wat neerkomt op een netto-toename van resp. 59 000 en 51 000 banen. De loontrekkende werkgelegenheid in de marktsector wordt (vooral in 2016) gunstig beïnvloed door maatregelen om de arbeidskosten te beperken, wat in combinatie met de relatief stabiele groei van de economische activiteit 86 000 bijkomende jobs zou opleveren over 2016 en 2017 samen. Het aantal zelfstandigen zou in die periode stijgen met 24 000 personen, maar het aantal tewerkgestelden bij de overheid zou in 2017 iets lager uitkomen dan in 2015. Gegeven de verdere toename van de beroepsbevolking, zou het aantal werklozen (met inbegrip van de niet-werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen) in 2016 en 2017 in totaal met 58 000 personen afnemen. De geharmoniseerde Eurostat-werkloosheidsgraad zou dalen van 8,5 % in 2015 tot 7,6 % in 2017.
De inflatie kwam in januari 2017 uit op 2,7 %, maar zou tijdens de volgende maanden geleidelijk afnemen doordat de jaar-op-jaargroei van de olieprijzen vertraagt en de opwaartse invloed verdwijnt van een aantal maatregelen die de elektriciteitsprijs in de loop van 2016 verhoogden. Jaargemiddeld zouden de maatregelen gericht op het beperken van de arbeidskosten de onderliggende inflatie in 2017 afkoelen, maar door hogere olieprijzen blijft de inflatie met 2,1 % in 2017 vergelijkbaar met vorig jaar. De gezondheidsindex zou in 2017 met 1,7 % toenemen. De huidige spilindex voor de overheidswedden en sociale uitkeringen (103,04) zou in mei 2017 worden overschreden.