COVID-19: verlaging van de activiteitsdrempels voor vergoedingen voor zorgverleners voor 2022 en 2023
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke een ontwerp van koninklijk besluit goed tot verlaging van de activiteitsdrempels inzake bepaalde vergoedingen of tegemoetkomingen voor zorgverleners voor de referentiejaren 2022 en 2023, ten gevolge van de coronacrisis.
Door de verminderde activiteit van sommige sectoren naar aanleiding van de COVID-19-crisis in 2020, werden eerder voor referentiejaar 2020 de activiteitsdrempels waaraan zorgverstrekkers dienden te voldoen om op bepaalde premies aanspraak te kunnen maken, verlaagd in functie van de vastgestelde verminderde activiteit binnen deze sectoren.
Voor 2021 was dit op basis van de cijfergegevens niet meer nodig, maar werd in eenzelfde logica wel voorzien de bijzondere activiteit in de test-, triage- en vaccinatiecentra, die in principe buiten ZIV-kader valt, te laten meetellen in de berekening van het behaalde activiteitsvolume.
Gelet op de voortgezette activiteit van (een deel van) de centra, wordt voorgesteld deze maatregel te verlengen voor de referentiejaren 2022 en 2023. Concreet wordt daarin een activiteit van 13 uur/week in deze centra gelijkgesteld aan het behalen van 100% activiteitsdrempel voor de desbetreffende periode.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Ontwerp tot wijziging van koninklijk besluit tot verlaging van de activiteitsdrempels inzake bepaalde vergoedingen of tegemoetkomingen voor zorgverleners wat betreft het referentiejaren 2020 en 2021, ingevolge COVID-19, met betrekking tot referentiejaren 2022 en 2023