De verzorger van een oudere of zieke verdient zelf betere zorg
Familieleden, buren en vrienden die de zorg opnemen voor een oudere of zieke zijn zeer belangrijk in ons gezondheidszorgsysteem, en zij dragen een groot stuk van alle zorg die wordt geleverd. Ons sociaal en gezondheidssysteem zou dan ook veel beter voor deze mantelzorgers zelf moeten zorgen. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) bekeek de ondersteuning die de overheid vandaag biedt aan mantelzorgers, in samenwerking met UA, UCL en Yellow Window. Er zijn weinig financiële vergoedingen voor hen. De mogelijkheden om sociaal verlof te nemen om zorg te verlenen worden dan weer wel als positief ervaren. Respijtzorg moet minder duur zijn, meer aangepast aan de behoeften en, net zoals psychosociale ondersteuning, proactief worden aangeboden. De bestaande diensten en ondersteuning moeten op elkaar afgestemd worden en informatie erover is best beschikbaar via één enkel informatiekanaal. Maar vooraleer de steunmaatregelen aan te passen moet er een breder maatschappelijk debat worden gevoerd over de plaats van de mantelzorger in het zorgsysteem en in de maatschappij in het algemeen, en over het soort financiële of andere steun die hieraan best aangepast is en die de ongelijkheid niet vergroot.
De Westerse bevolking vergrijst snel. Daardoor is er steeds meer behoefte aan langdurige zorg, die best zo lang mogelijk thuis wordt gegeven. De zorg die door familieleden (vooral de partner en kinderen), vrienden en buren wordt gegeven, ‘mantelzorg’ genoemd, speelt daarbij vandaag al een centrale rol. Het geven van mantelzorg kan verrijkend zijn, maar ook belastend voor de mantelzorger, niet alleen voor de gezondheid, maar ook bijvoorbeeld door het verlies van salaris en mindere pensioenrechten. Het KCE bekeek de ondersteuning die de overheid vandaag biedt aan mantelzorgers, in België en de buurlanden (Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland).
Weinig geweten over de mantelzorgers die steun genieten
De soorten maatregelen verschillen tussen de landen en er is zeer weinig geweten over het socio-economisch profiel van de mantelzorgers die er gebruik van maken en hun aantal. Het is vandaag dus onmogelijk om de impact van de ondersteunende maatregelen volledig en duidelijk te evalueren. Toch kunnen een aantal conclusies worden getrokken.
Beperkte toelagen meer beschouwd als erkenning dan als stimulans
De ondersteuning aan de zorgbehoevende in België bestaat, naast steun in natura, uit een maandelijkse uitkering (Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden/ Allocation pour l’aide aux personnes agées, en de Vlaamse zorgverzekering). Deze uitkeringen worden door de zorgbehoevende zelden gebruikt om de mantelzorger te vergoeden, maar wel om dagdagelijkse kosten in het huishouden te dekken.
Daarnaast keren een aantal Vlaamse gemeenten en provincies aan de mantelzorger een mantelzorgpremie uit. Deze beperkte toelagen zijn zeker niet de reden waarom mantelzorgers helpen, maar zij blijken ook geen aansporing te zijn om meer professionele hulp in te roepen. Ze worden wel door de mantelzorger gezien als een vorm van erkenning van het werk, wat ook de bedoeling van de maatregel is.
Sociale verloven positief, respijtzorg moet minder duur en aangepast aan behoeften
Een positief punt voor België, in tegenstelling tot onze buurlanden, is dat werkende mantelzorgers bepaalde betaalde verlofregelingen kunnen gebruiken om zieke familieleden te verzorgen, wat door de ondervraagde mantelzorgers gewaardeerd werd. Opmerkelijk is dat een aantal ook soms ziekteverlof gebruikt om zorg te verstrekken.
Mantelzorgers hebben regelmatig de nood om een pauze in te lassen en de zorg even over te dragen (‘respijtzorg’). Hiervoor bestaat er o.a. dagopvang van de zorgbehoevende. Uit de interviews met mantelzorgers bleek dat er behoefte is aan minder dure diensten die beter aangepast zijn aan de behoeften. Respijtzorg en psychosociale ondersteuning moeten ook proactief worden aangeboden, omdat mantelzorgers zelden zelf om hulp vragen.
Informatie te versnipperd
De bestaande dienstverlening en steun voor zorgbehoevende en mantelzorger, en de informatie erover, zijn versnipperd onder o.a. zorgverleners, overheidsinstellingen en mutualiteiten. Daardoor zijn ze niet goed op elkaar afgestemd en weten mantelzorgers en zorgbehoevenden onvoldoende af van hun bestaan of worden ze er slechts over geïnformeerd na een ziekenhuisopname. Vooral degenen met een lager socio-economisch profiel vallen hierdoor uit de boot. Het KCE pleit daarom voor een doelmatig, goed gestructureerd en toegankelijk informatiekanaal met een centrale website. Bij de uitbouw ervan moeten alle belanghebbenden worden betrokken.
Eerst en vooral breed maatschappelijk debat vereist
Het KCE-rapport over chronische zorg (rapport nr 191) voorziet voor elke zorgbehoevende een zorgplan. Het KCE pleit nu ook voor een apart luik in dat zorgplan voor de mantelzorger, om zijn/haar behoeften te bepalen en in te vullen.
Ondoordachte aanpassingen aan werkuren, financiële ondersteuning, sociale rechten en respijtzorg, enz. kunnen onbedoelde, maar belangrijke gevolgen veroorzaken. Zo kan het eventueel verhogen van de uitkeringen als gevolg hebben dat mensen uit lagere socio-economische klassen uit de arbeidsmarkt stappen om zorg te gaan verlenen. Dat zou hen extra kwetsbaar maken, want bij het verlenen van mantelzorg worden geen sociale rechten opgebouwd: de perioden van zorgverlening gelden niet bij de berekening van de werkloosheidsuitkeringen en het pensioen.
Vooraleer steunmaatregelen aan te passen of uit te breiden moet er daarom eerst een breder maatschappelijk debat worden gevoerd over de plaats van de mantelzorger in het systeem van lange-termijn zorg. Hierbij moet een analyse van de impact en de ondersteuning van mantelzorg worden gemaakt. Daarnaast moet worden nagedacht over hoe en welke steunmaatregelen moeten worden gegeven aan personen met het wettelijk statuut van mantelzorger, dat binnenkort in werking zal treden.