Dode hand 2024
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden zes ontwerpen van koninklijk besluit goed tot berekening en verdeling, voor 2024, van het bijzonder krediet ten voordele van de gemeenten, van de gewesten en van de Brusselse Agglomeratie op het grondgebied waarvan zich eigendommen bevinden die vrijgesteld zijn van onroerende voorheffing.
Voor de gemeenten bedraagt het bijzonder krediet 117.776.171 euro voor 2024. Het aandeel dat elk gewest toekomt, wordt als volgt bepaald:
- voor de gemeenten van het Vlaams Gewest: 10.067.190 euro
- voor de gemeenten van het Waals Gewest: 8.278.613 euro
- voor de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 99.430.368 euro
Dit zijn de bedragen voor de gewesten:
- voor het Vlaams Gewest: 1.160.322 euro
- voor het Waals Gewest: 307.465 euro
- voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 3.288.564 euro
Het bijzonder krediet ten voordele van de Brusselse Agglomeratie bedraagt 32.523.898 euro.
De bedragen werden berekend volgens de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten.
Volgens een nieuwe berekening van de diensten van het Kadaster van het kadastraal inkomen van een Brusselse gemeente, hebben deze gemeente, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Brusselse Agglomeratie recht op een supplement op hun dotatie voor de periode 2022 en 2023.
De ontwerpen van koninklijk besluit worden ter ondertekening voorgelegd aan de Koning.