31 mrt 2004 19:00

Een nieuwe toegangsweg tot de magistratuur

Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, keurde de Ministerraad het voorontwerp van wet goed bedoeld om een derde toegangsweg tot de magistratuur te openen.

Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, keurde de Ministerraad het voorontwerp van wet goed bedoeld om een derde toegangsweg tot de magistratuur te openen.

Hoe treedt men toe tot de magistratuur? Er zijn tegenwoordig twee toegangswegen naar de magistratuur: * Het toegangsexamen, bestemd voor jonge juristen, dat toegang geeft tot een rechterlijke stage van drie jaar, die achtereenvolgens doorgaat in een parket (18 maand), in de "buitendiensten" (advocatenbureau, notarisstudie, strafinrichting, enz. (3 maand) en op een rechtbank (15 maand), aangevuld met een theoretische vorming, lessen en een residentieel seminarie van een week, waarin alle stagiaires van het land mekaar terugvinden. De toegang tot de functie van parketmagistraat vereist echter maar een stage van 18 maand. * Het examen van beroepsbekwaamheid laat toe ervaren juristen rechtstreeks aan te werven, aangevuld met specifieke vormingscycli van functiewijziging. Een derde toegangsweg tot de magistratuur: het mondeling evaluatie-examen Het voorontwerp van wet wil beroepsmensen in het recht, met een waardevolle juridische loopbaan, toelaten de magistratuur te vervoegen. Het gaat in het bijzonder om advocaten met 20 jaar ervaring aan de balie, en beroepsmensen met 15 jaar ervaring aan de balie en minstens 5 jaar in een functie die een goede kennis van het recht vereist. De meeste van deze beroepslui hebben een carriere-niveau gehaald, dat niet meer motiveert om deel te nemen aan een traditioneel schriftelijk examen om toe te treden tot de magistratuur. Daarom moest een andere selectiewijze uitgewerkt worden om mensen met een waardevolle ervaring om de magistratuur te gaan vervoegen. Het aantal laureaten die op die manier benoemd mogen worden is beperkt tot 10 % van het kader van magistraten per rechtsgebied van hof van beroep, en dit voor de posten van rechter van de rechtbank van eerste aanleg, van de handelsrechtbank, van de arbeidsrechtbank, van vrederechter of politierechtbank. Deze uitbreiding is ook voor de parketmagistraten.