10 dec 2004 16:00

Een wettelijke basis voor phenix, het informaticaproject voor hoven en rechtbanken

Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad het wetsontwerp goed, tot oprichting van de gegevensbank Phenix, en het voorontwerp van wet betreffende de elektronische procesvoering.

Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad het wetsontwerp goed, tot oprichting van de gegevensbank Phenix, en het voorontwerp van wet betreffende de elektronische procesvoering.

De twee ontwerpen, die met elkaar verbonden zijn, hebben als doel de gegevensbank van de Rechterlijke Orde, Phenix genaamd, in te stellen en zijn opdrachten en organen te definiëren, en een wettelijke basis aan de elektronische procesvoering te verschaffen. De verschillende actoren van Justitie zullen zo procedurestukken kunnen uitwisselen en via elektronische weg binnen een duidelijk juridisch kader onder elkaar kunnen communiceren. Wat is het Phenixproject? Sinds meer dan twintig jaar zijn inspanningen geleverd om het gerecht in dit land te informatiseren. De informatisering gebeurde zonder werkelijk overzichtsplan en met stukjes en beetjes. Tegenwoordig zijn de meeste bestaande toepassingen verouderd et moeten door een moderne en performante informatica-oplossing worden vervangen. Phenix is de codenaam van het toekomstige informaticasysteem van Justitie. Eind 2001 is het project gelanceerd, met het doel de informaticasystemen van de Rechterlijke Orde methodisch om te vormen tot een uniform, samenhangend en gestructureerd geheel, met een toekomstperspectief voor ogen. Het gaat er ook en vooral om dat men de voordelen van deze modernisering van het gerecht op het vlak van de kosten, de snelheid, de eenvoud en de efficiëntie, ten dienste stelt van de rechtsonderhorige. Een informaticasysteem gebaseerd op het elektronisch dossier De bedoeling van Phenix is een kwalitatieve sprong te realiseren: een nieuw gerechtelijk informaticasysteem, gebaseerd op het elektronisch dossier. Het principe van het Phenixproject is dat men van bij het begin van de gerechtelijke procedure per zaak een elektronisch dossier creëert. Zowel de beheerders van het dossier, als degenen die bijkomende elementen aanvoeren, zoals politie, gerechtsdeurwaarders, advocaten of de partijen zelf, zullen het dossier geleidelijk met aanvullende gegevens bijwerken. Het Phenixsysteem verzekert op termijn een vlottere behandeling van zaken en zal de burger of zijn vertegenwoordiger toelaten zijn zaak gemakkelijker te volgen en zijn dossier te beheren. Instelling van het Phenixproject, definiëren van de opdrachten en organen ervan Het eerste voorontwerp strekt ertoe de toekomstige gegevensbank van de Rechterlijke Orde en het informaticasysteem van Justitie, Phenix genoemd, in te stellen, door zijn doelstellingen te omschrijven en aan te duiden welke comités belast worden met zijn beheer en werkingscontrole. Zo zal men dankzij Phenix bijvoorbeeld veel sneller gerechtelijke statistieken kunnen opstellen die ook veel betrouwbaarder zijn. Men zal ook een zeer volledige gegevensbank van de rechtspraak kunnen samenstellen. Men stelde alle fases van het voorontwerp van wet op in samenwerking met de leden van de magistratuur, zowel van de zetel als van het parket. Het werd bovendien voor advies voorgelegd aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De Commissie deed meerdere voorstellen, zodat men een correcte balans kon garanderen tussen het algemeen belang, dat gediend wordt door de rechterlijke macht, en de vrijheden van de rechtsonderhorige inzake de bescherming van het privé-leven. De voorstellen werden in overeenstemming met de vertegenwoordigers van de magistratuur in het voorontwerp van wet geïntegreerd. Een wettelijke basis verschaffen aan de elektronische procesvoering Phenix heeft als doel een globale oplossing voor de informatisering van de procesvoering te bieden. Het project houdt niet enkel in dat een advocaat zijn conclusies via elektronische weg naar de griffie kan versturen. Op termijn zal elke vorm van gerechtelijke communicatie, zowel op strafrechtelijk als op burgerrechtelijk vlak, elektronisch kunnen verlopen. De elektronische weg zal met name voor de diverse personen die «van buiten uit» bij de procesvoering betrokken zijn, zoals advocaten, gerechtsdeurwaarders en gerechtsdeskundigen, een flinke tijdwinst opleveren. Om bepaalde daden te stellen zullen ze zich niet meer moeten verplaatsen. Dankzij het elektronisch beheer van een dossier zullen ook de proceskosten minder hoog zijn en zal de uitwisseling van informatie tussen de verschillende gerechtelijke diensten vlotter verlopen. Ook op het gebied van het archiveren van de dossiers zijn de voordelen belangrijk. Ten slotte zal het ook mogelijk zijn om elektronisch betalingen aan de griffies te verrichten, want thans niet mogelijk is. Om de elektronische procesvoering in te voeren, is het noodzakelijk dat een aantal bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek en van een aantal bijzondere wetten inzake de strafprocedure worden aangepast. Het is niet de bedoeling dat het voorontwerp van wet de bestaande reglementering op het vlak van strafrechtelijke en burgerlijke procesvoering gaat wijzigen. De voorgestelde wijzigingen houden rekening met de technische implicaties die momenteel voorzien zijn in het kader van de inwerkingstelling van Phenix. De stappen in het Phenixproject Op 17 november 2004 organiseerde men in aanwezigheid van de korpschefs van de toekomstige proefsites (Eupen, Doornik en Turnhout) een demonstratie van de toepassing voor de politierechtbanken en parketten. In de loop van het eerste semester van 2005 zou men de eerste sites moeten implementeren. Na de testperiode worden alle politierechtbanken en parketten geleidelijk met de Phenixtoepassing verbonden. Men voorziet het systeem in testfase te implementeren in het tweede semester van 2005 bij de onderzoeksrechters en binnen de correctionele rechtbanken en de parketten. Hetzelfde zal gebeuren bij de arbeidsrechtbanken en de vredegerechten. Begin 2006 beginnen dan de testen in de burgerlijke rechtbanken van eerste aanleg. Het project zou in 2008 moeten worden afgerond met het Hof van Cassatie en de rechtbanken van koophandel.