12 jan 2007 17:00

EMBARGO TOT 16 UUR

Toespraak van Eerste Minister Guy Verhofstadt bij de opening van het autosalon.

Heyzel, 12 januari 2007.

Toespraak van Eerste Minister Guy Verhofstadt bij de opening van het autosalon. Heyzel, 12 januari 2007.

Mevrouw, Dames en heren, 2006 was een jaar waar we met gevoelens naar terug kijken. Althans wat betreft de auto-industrie. Voor die gemengde gevoelens zijn er twee intussen genoegzaam bekende redenen. Op de eerste plaats gaat het natuurlijk over Volkswagen Vorst dat in feit ei zo na zijn deuren voorgoed had gesloten. Een tweede reden voor de gemengde gevoelens was de hoge olieprijs. De internationale prijzen die in 2005 door de verhoogde vraag van China pijlsnel de hoogte in gingen, bleven vorig jaar constant op historische hoogtes staan. Dat was automobilist heeft dit goed gevoeld aan de pomp. Al zijn we er in geslaagd om dit met de omgekeerde cliquet voor benzine en diesel en ook met het stookoliefonds voor de huisbrandolie binnen de perken te houden. Maar voor beide dossiers, spijtige dossiers waar we met ons land weinig aan kunnen doen, is er evenwel een betere toekomst in zicht. De sluimerende onzekerheid die bij Volkswagen al een hele tijd bestond, zal binnenkort plaats maken voor nieuwe zekerheid. Wanneer Audi over twee jaar haar A1 exclusief in Vorst zal laten bouwen, dan geeft dit de fabriek een stevige en veelbelovende toekomst. En voor de arbeiders die vandaag zonder werk vallen, staan nieuwe werkgevers in de wachtrij. De olieprijzen van hun kant staan vandaag op hun laagste peil sinds anderhalf jaar. De neerwaartse trend heeft verschillende oorzaken. Eerst en vooral natuurlijk de extreem warme winter, maar ook het rustig orkaanseizoen in de Golf van Mexico en de perceptie van een grotere geo-politieke stabiliteit. Met andere woorden, de toekomst ziet er helemaal niet slecht uit. Integendeel. Ik denk dat we vernieuwd optimisme kunnen kijken naar de maanden en jaren die komen. Dat optimisme wordt bovendien ondersteund door harde cijfers, namelijk de cijfers van de autoverkoop. Vorig jaar werden immers meer nieuwe personenwagens ingeschreven dan ooit. Het record van 2000 werd bijna tien procent verpulverd. In 2006 werden in totaal namelijk 526.141 nieuwe auto's ingeschreven. Dat was mede de verdienste van het autosalon dat vorig jaar een groot succes was. Dit is trouwens ook uitstekend nieuws voor ons milieu. Hoe meer nieuwe auto's, hoe minder CO²-uitstoot en dus hoe minder milieuvervuiling. En dit is een bewuste keuze. Mensen kopen immers niet meer auto's, maar vervangen wel sneller hun auto. Men is op zoek naar auto's die minder verbruiken. Wat zowel voor de portemonnee als het milieu een goede zaak is. En omwille van onze ecologie moeten we er trachten voor te zorgen dat er tegen 2010 15% biobrandstoffen zijn. Ik wil dan ook vragen aan de autoconstructeurs om de nieuwe auto's op een zo hoog mogelijk percentage biobrandstof voor te bereiden. De automobielindustrie heeft dus sterke troeven in handen. Ik weiger dan ook consequent om zoals sommigen deze industrietak af te schrijven. Integendeel. Meer dan ooit investeert de federale regering in deze industrie die nog altijd vijftigduizend mensen tewerkstelt. Daarom wordt de bestaande lastenverlaging voor nacht- en ploegenarbeid verdubbeld. Tot 10,7%. Hierdoor blijven de Belgische fabrieken die met ploegenstelsels werken concurrentieel met die van onze buurlanden. Ook de belastingverlaging op overuren wordt aanzienlijk versterkt. Overuren worden dus flink goedkoper. Eenderde van de nieuwe middelen zal naar de werkgever gaan. En maar liefst tweederde naar de werknemer. Bovendien kan, denk ik, niemand ontkennen dat we er alles aan doen om nieuwe investeringen naar ons land te halen. Niet alleen zijn de voorbije jaren nieuwe researchcentra geopend, maar ook voor nieuwe modellen is specifiek voor ons land gekozen. En deze keuzes worden niet gemaakt als het niet de bedoeling was om hier te blijven. Ons land is immers niet alleen een centrum van assemblage maar ook van onderzoek en ontwikkeling en van logistiek. Het zijn drie facetten van eenzelfde sector, drie facetten die elkaar versterken en elkaar ook aantrekken. En de belangrijke investeringen die zowel op het vlak van research als op het vlak van logistiek de voorbije jaren zijn gebeurd, tonen aan dat ons land nog meespeelt aan de top. Dames en heren, Het is vandaag eigenlijk onmogelijk om over de auto te spreken zonder iets te zeggen over de verkeersellende. En dan bedoel ik voornamelijk de files. Ons land slibt bijna letterlijk dicht. Eén ongeval op een invalsweg zorgt meteen voor kilometers stilstaand verkeer. Maar ook zonder ongevallen blijft het elke ochtend en elke avond een zware opdracht om op het werk of thuis te geraken. Ik zeg hierover normaal gezien zeer weinig. Omdat de federale regering, behalve via de NMBS, hierover geen bevoegdheden heeft. Toch is het fileleed zowel voor onze economie en voor het gezinsleven een ernstige rem. De situatie begint stilaan onhoudbaar te worden. Het is echter niet aan mij om hierover grote voorstellen te doen. Maar gezien het belang wil ik vandaag op dit autosalon een oproep doen aan de regeringen van de gewesten om dringend naar oplossingen te zoeken voor het groeiende fileprobleem. Ik denk dat elk creatief voorstel bij elke autogebruiker of vrachtwagenchauffeur van harte verwelkomd zal worden. Dames en heren, Dit autosalon heeft vorig jaar voor een grote boost gezorgd in de autoverkoop en voor een bijkomende marktgroei in de automobielsector. Het kan voor sommigen vreemd klinken, maar hoe meer nieuwe auto's er verkocht worden, hoe beter dat ook is voor ons milieu. Ik kan dus alleen maar hopen en u toewensen dat dit autosalon een groot succes wordt en aantoont dat de automotive industrie in ons land nog een mooie toekomst heeft. Ik dank u.