21 dec 2006 16:00

Erkende maatschappijen voor sociale huisvesting

Expliciete toepassing van de CAO-wet op de huisvestings- en vastgoedmaatschappijen die door gewesten zijn erkend

Expliciete toepassing van de CAO-wet op de huisvestings- en vastgoedmaatschappijen die door gewesten zijn erkend

Minister van Werk Peter Vanvelthoven legde de ministerraad een voorstel voor dat de drie categorieën van huisvestingsmaatschappijen onderbrengt onder het stelsel van de private sector en de wet op de collectieve arbeidsovereenkomsten en paritaire comités. (wet van 5 december 1968) De drie gewesten hebben elk hun eigen huisvestings- en vastgoedmaatschappijen met specifiek statuut. De wet op de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités noch de wet die de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel regelt, is op het personeel van toepassing. (wet van 19 december 1974) Omdat die situatie een onduidelijke sociaalrechtelijke positie creëert voor de werknemers vooral voor het tijdskrediet, de deeltijdse arbeid en het brugpensioen, vallen ze voortaan onder de toepassing van de wet op de collectieve arbeidsovereenkomsten. Er is uitvoerig overleg geweest met vertegenwoordigers van de huisvestingsmaatschappijen, de federale minister van Ambtenarenzaken en de gewestelijke ministers en met de interprofessionele werknemersorganisaties en de vakbonden van het overheidspersoneel. De ministerraad keurde het ontwerp van koninklijk besluit goed tot wijziging van het kb van 4 september 1984 houdende uitbreiding van de toepassing van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités tot de openbare kredietinstellingen.