08 okt 2002 18:00

Federale Beleidsverklaring, 8 oktober 2002

De federale Beleidsverklaring van 8 oktober 2002 uitgesproken door de Eerste Minister, Guy Verhofstadt.

De federale Beleidsverklaring van 8 oktober 2002 uitgesproken door de Eerste Minister, Guy Verhofstadt.

Mijnheer de voorzitter Waarde Collega's België is vandaag het vierde welvarendste land ter wereld. Ik zeg dat niet. Het zijn de Verenigde Naties die dat zeggen, laatst in augustus. Noorwegen is het meest welvarende land van allemaal. Canada is het tweede, Zweden het derde. En als vierde volgt België. Ik zeg dit meteen, als tegengif voor de waan van elke dag. Het is niet omdat de aandelenbeurs in het eigen drijfzand wegzinkt, dat de economie verdrinkt. Het is niet omdat een ramkraak slaagt, dat heel het politie- en justitie-apparaat faalt. En het is niet omdat sommigen vanuit hun oude communautaire loopgraven elkaar blijven jennen, dat het land op springen staat. Ik gun ieder zijn persoonlijk recht op verzuring. Maar ik gun de verzuurden België niet. Ik zeg niet dat de tijden gemakkelijk zijn. Ik zal ook nooit zeggen dat het in ons land niet beter kan, dat er niets moet veranderen. In een wereld die verandert is stilstaan achteruitgaan. In de Wetstraat gold te lang een ander princiep. Dat er niets moest veranderen, wanneer het goed ging. En dat er niets kon veranderen, wanneer het slecht ging. Paarsgroen heeft met die houding gebroken. Wij hervormen omdat de wereld razendsnel evolueert. Wij pakken de problemen aan. Vernieuwen vinden wij vanzelfsprekend. Niets doen en kniezen is achterhaald. Ik moet een fabel uit de wereld helpen, een hardnekkige fabel. Er is vele malen beweerd dat dit kabinet surft op de golven van de hoogconjunctuur. Cijfers bewijzen dat dit onjuist is. In de vorige legislatuur groeide de Belgische economie met bijna 10 %. In deze legislatuur zal het, door de terugval na 11 september, 8 % zijn. Het is dus niet waar dat wij meer hebben kunnen doen, omdat er meer geld was. We hebben gewoon méér gedaan. Wij hebben België vooral fitter gemaakt. In de jaren negentig lag de Belgische groei stelselmatig achter op die van onze noorderburen. De voorbije jaren is die identiek. In de jaren negentig hadden wij één van de hoogste begrotingstekorten in Europa. Vandaag zijn wij temidden van onze buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland het enige land zonder begrotingsdeficit. In de jaren negentig spendeerde de overheid gemiddeld 52 % van het nationaal inkomen. Vandaag is dat 48,3 %. De werkloosheid in ons land ligt vandaag, ook na de recente stijging, nog altijd een kwart lager dan in 1998, een stuk onder het Europees gemiddelde. Nogmaals, ik zeg niet dat er geen problemen zijn. De internationale economische situatie is uitermate broos. De trage groei van 2001 zet zich ook dit jaar door. We beleven de sterkste conjunctuurvertraging sedert een decennium. De vooruitzichten voor 2003 zijn moeilijk te voorspellen. Conjunctuuranalisten publiceren voor ons land groeicijfers tussen 1,8 en 2,8 %, maar passen die voortdurend aan. Economen strijden om de vraag of het grootste risico vandaag deflatie of inflatie is. De economische onzekerheid wordt gevoed door de internationale situatie. De Verenigde Staten wensen desnoods met geweld een einde te maken aan het arsenaal van chemische, biologische en mogelijk ook nucleaire wapens van Saddam Hoessein. Het perspectief op een oorlog verlamt het internationaal economisch herstel. Ik wil er geen twijfel over laten bestaan: Saddam Hoessein is een gewetenloos dictator. Op 17 maart 1988 dropten Iraakse vliegtuigen bommen met cyaankali op Halabja in Noord-Irak. Vijfduizend mensen stierven alleen al op die dag. Saddam Hoessein beschikt zeker over chemische en biologische wapens. En hij heeft ballistische raketten om die buiten de grenzen van Irak te sturen. Saddam Hoessein heeft lak aan internationale rechtsregels. In 23 jaar overviel hij twee van zijn buurlanden. Ruim een miljoen mensen betaalden zijn ambitie met hun leven. De Verenigde Staten dreigen met een militaire interventie. De angst na de aanslagen van 11 september drijft hen. Het vertrouwen in hun leger na de campagne in Afghanistan is groot. Wij Europeanen geloven niet in puur militaire oplossingen. Wij verkiezen de diplomatieke middelen en de toepassing van de internationale rechtsregels. Wij willen dat de internationale gemeenschap eerst alle vreedzame middelen uitput. Daarom moeten de wapeninspecteurs van de Verenigde Naties onvoorwaardelijk en onbelemmerd hun werk kunnen doen. Ook die weg kan eindigen in militaire inzet. Maar laten we alles doen om dat te vermijden. En we kunnen dat vermijden als Europa met één stem spreekt. Snel duidelijkheid verschaffen is in ieder geval essentieel. Een strikt tijdskader voor de VN-inspecteurs en voor hun rapportering is noodzakelijk. Of daar nu een nieuwe VN-resolutie voor nodig is of niet, is van ondergeschikt belang. Wat deze crisis nodig heeft is dat ze snel achter de rug is. Overigens zal pas dan de verlammende onzekerheid in de internationale economie verdwijnen. Mijnheer de voorzitter, collega's Politiek is kiezen, vooral in moeilijke tijden. Wij, als regering, hebben met deze begroting die keuzes gemaakt. We hadden er ons eigenlijk gemakkelijk kunnen van af maken door gewoon een aantal maatregelen en hervormingen terug te schroeven, zoals vele andere landen dat hebben gedaan. Of we hadden er ons vlug door kunnen slaan door net genoeg maatregelen te treffen om het evenwicht op de begroting te bereiken, zonder nieuwe impulsen, zonder nieuwe initiatieven. Wij kiezen voor een andere aanpak. Wij kiezen voor een begroting in evenwicht die én de beloofde hervormingen handhaaft, maar ook een nieuwe reeks impulsen verschaft die noodzakelijk zijn op sociaal en economisch vlak. Bij het bepalen van de uitgangspunten van de begroting zijn we voorzichtig gebleven. Zonder in paniek te geraken. Zonder te vervallen in overdreven pessimisme. Wij kiezen voor een groeiprognose van 2,1 %. Dat is een half procent onder de voorspellingen van de Nationale Bank en het Planbureau. Wij nemen dus, net zoals vorig jaar, een veiligheidsmarge. En voor diegenen die roepen dat we niet voorzichtig genoeg zijn: dat is zelfs een tiende procent beneden de voorspelling van het Internationaal Muntfonds. Het kan, net zoals vorig jaar, te weinig zijn. Dan zullen we, net zoals vorig jaar, tijdig bijsturen. Maar we mogen ons nu niet laten verlammen door angst. Want dan verlammen we onze economie. Evenmin hebben we gebruik gemaakt van de versoepeling van de begrotingsnormen aangereikt door de Europese Commissie. We mikken opnieuw op een evenwicht. Voor het vierde opeenvolgende jaar krijgen pasgeboren kinderen in België geen nieuwe schulden mee. In 1990 was dat nog 1500 euro per kind. Einde 2003 zullen we voor het eerst met zijn allen meer verdienen dan het bedrag van de totale overheidsschuld. Voor het eerst in twintig jaar. We kiezen dus, anders dan onze buurlanden, niet voor nieuwe tekorten. Integendeel, we leggen volgend jaar opnieuw 625 miljoen euro opzij voor het Zilverfonds. De begroting in evenwicht verhindert niet dat we alle geplande hervormingen trouw uitvoeren. Zo handhaven we integraal de belastingverlaging. De economische motor sputtert dan wel, maar hij is niet stilgevallen. Er bestaat met andere woorden geen beter moment om de inkomens van de bevolking te ondersteunen. Trouwens, alle belastingbetalers zullen er op vooruit gaan, zeker de kleinste. Vanaf januari gaan de mensen dat iedere maand merken. De crisisbelasting verdwijnt volledig. De helft van het inkomen wordt de maximumgrens voor de fiscus. Mensen met lage lonen krijgen een toeslag via een belasting-krediet. Alleenstaande ouders krijgen meer door de verhoogde aftrek voor kinderen. Mensen met een lager of modaal inkomen zullen hun loon met tientallen euro's per maand zien stijgen. En de eerste stap in het wegwerken van de fiscale discriminatie tussen gehuwden en samenwonenden wordt gezet. Belastingen verlagen en deze meer rechtvaardig maken, is ook een vorm van sociaal beleid. Wij gaan ook door met het hervormen van de vennootschapsbelasting. Vanaf 1 januari is ons tarief niet langer het hoogste van Europa. En de KMO's krijgen extra-zuurstof voor hun nieuwe investeringen. Volgende lente gaan we die hervorming uitdragen. Naar investeerders, in Singapore, Hong Kong, New York, Londen of Frankfurt. België moet opnieuw ruimte creëren om te ondernemen. Beide belastinghervormingen laten ook toe een overdreven stijging van de loonkosten te vermijden. Onze bedrijven dreigen anders te verhuizen. Buitenlandse bedrijven dreigen anders weg te blijven. Dat is niet het antwoord op de grotere jobzekerheid die de mensen ons vragen. Anderzijds zou ik liefst een wettelijk ingrijpen in de loonvorming vermijden. Daarom roep ik de sociale partners, de sectoren en de bedrijven op zelf hun verantwoordelijkheid op te nemen. Dit is ook het moment voor werkgevers en werknemers om te kiezen voor durf en creativiteit inzake de organisatie van de arbeid bijvoorbeeld, de kwaliteit van het werk, het uitbouwen van pensioenfondsen of werknemersparticipatie. Sociale partners kunnen ook kansen creëren, en zo bijdragen tot een beter België. Op 1 januari verlossen we de ondernemingen van veel paperasserij. Vijftig formulieren, elk verspreid op één miljoen exemplaren, worden volgend jaar overbodig. Dankzij de vereenvoudigde elektronische aangiften voor de sociale zekerheid. Massa's dubbelwerk en overbodige briefwisseling, en een pak langdurige administratieve procedures zullen verdwijnen met de Kruispuntbank voor ondernemingen en het uniek ondernemingsnummer. En tegen 1 januari 2004 gaan we het aantal banenplannen drastisch reduceren om de doeltreffendheid ervan te verhogen. Het werk aan het voedselagentschap en aan Copernicus wordt onverminderd verdergezet. We voeren dus onverkort uit wat we beloofd hebben. Tegen de verwachtingen in zijn we met deze nieuwe begroting nog een stuk verder gegaan. Initieel planden we 1 miljard euro besparingen. We hebben echter meer gedaan. We hebben 1,5 miljard euro bespaard. We hebben ruimte vrijgemaakt voor nieuwe impulsen, nieuwe initiatieven. We hebben bewust gekozen voor maatregelen die we sociaal, economisch en ecologisch absoluut de moeite vonden. En anders dan in het verleden hebben we de heikele dossiers niet doorgeschoven tot na de verkiezingen. Dit is een begroting die keuzes voor de toekomst maakt. Een begroting die een visie belichaamt. Dat vertaalt zich in tal van nieuwe initiatieven op sociaal, op economisch vlak, in de overheidsbedrijven en de wetenschappelijke instellingen en met betrekking tot onze gemeenten. Sociaal willen we de meest kwetsbare mensen beter helpen. Het stelsel van de kinderbijslagen voor ernstig zieke en zwaar gehandicapte kinderen wordt verbeterd. Vrouwelijke zelfstandigen zullen kunnen genieten van een verdubbeling van de zwangerschapsvergoeding. De pensioenen van voor 1995 worden welvaartsvast. De minimumpensioenen voor loontrekkenden en voor zelfstandigen worden voor de tweede maal verhoogd, wat hun totale stijging sinds het begin van deze legislatuur op 10 procent brengt. En vanaf nu zullen ook mensen met een gemengde loopbaan op dat minimum recht hebben. Verder zetten we een eerste stap in het afbouwen van de penalisatie van zelfstandigen die vervroegd stoppen en die een volle loopbaan hebben. Concrete projecten zullen ontwikkeld worden om gezinnen met kinderen die het écht moeilijk hebben te ondersteunen. De maatregelen om families te helpen die hun alimentatiegeld niet krijgen, zullen verbeterd en uitgebreid worden. Zo zullen vrouwen en kinderen minder kwetsbaar zijn bij echtscheidingen. De regering zal hierover spoedig een overleg organiseren met het Parlement. Voor het eerst sedert lang blijven in 2002 de uitgaven in de ziekteverzekering netjes binnen de budgettaire krijtlijnen. De maatregelen die de voorbije jaren werden getroffen, beginnen hun effect te hebben. Dat laat toe om volgend jaar een budget van 15,32 miljard euro of 618,8 miljard frank te reserveren. Dat houdt enkele nieuwe besparingen in, onder meer een nieuwe classificatie van geneesmiddelen. Dat houdt vooral een verruiming in van de terugbetaling in moderne medische technieken zoals kijkoperaties om maar een voorbeeld te noemen. We verbreden de mogelijkheden om rolstoelen te gebruiken en vereenvoudigen de procedures om ze te verwerven. We verbeteren de terugbetaling van ziektekosten bij zwaar zieke kinderen. We leggen geld opzij voor de herwaardering van de huisartsen en de invoering van de patiëntenrechten. En we kunnen voldoende investeren in de ouderenzorg. Geen regering heeft ooit zoveel voor de zieken gedaan als dit kabinet. Economisch nemen we een aantal nieuwe maatregelen om mensen meer aan het werk te krijgen. Zo worden de persoonlijke bijdragen op de minimumlonen verlaagd. Dat bestrijdt de werkloosheidsval omdat deze mensen wanneer ze aan de slag gaan nu netto meer zullen verdienen. Zoals de tuinbouw wordt de horeca geconfronteerd met moeilijke voorzienbare activiteitspieken. De minister van Tewerkstelling zal voor het einde van het jaar een wetsontwerp indienen, dat een betere integratie van de gelegenheidsarbeid mogelijk maakt, onder meer door lagere bijdragen. Voor wetenschappelijke onderzoekers komt er een verlaging van de bedrijfsvoorheffing. Tenslotte zullen de succesvolle maatregelen tegen uitsluiting op de arbeidsmarkt worden uitgebouwd. Ook onze overheidsbedrijven worden verder versterkt. De voorbije jaren kregen ze alle een nieuw management. Ze krijgen nu ook een sterke financiële onderbouw. Het pensioenfonds van Belgacom krijgt een aanzienlijk deel van de meerwaarde uit de verkoop van de Nederlandse gsm-operator BEN. De kapitaalsbasis van De Post wordt sterk verbreed. En bij de NMBS nemen we geleidelijk de schuld over, op basis van een volwaardig en toekomstgericht businessplan voor de onderneming en naarmate onze eigen schuld zelf onder 100 % zakt. De spoorwegen krijgen trouwens extra geld voor investeringen. Al deze maatregelen hebben één doel voor ogen: de dienstverlening verbeteren en onze overheidsbedrijven versterken op de geliberaliseerde Europese markt. Van deze begroting maakten we ook gebruik om onze lokale besturen meer zuurstof te geven. De netbeheerder Elia zal alle gemeenten een vergoeding betalen voor het gebruik van het territorium. Die vergoeding zal in overleg met de gewesten worden vastgesteld. We zijn ook volop bezig politiezone per politiezone te onderzoeken wat de resterende operationele en financiële problemen zijn van de politiehervorming. In de begroting werd daartoe ook een provisie aangelegd. Maar ik herhaal wat we al enkele malen hebben gezegd: we gaan betalen wat nodig is en legitiem, we gaan niet bijbetalen voor zij die in het verleden zelf onvoldoende inspanningen hebben geleverd. Naast de voorbereiding van fiscale stimuli voor de achtergebleven wijken van de grote steden en de voorziene daling van de administratieve kosten zullen we de gemeenten door de aanpassing van de voorheffing ook kunnen voorstellen sneller over hun inkomsten te beschikken. De burger van zijn kant zal daarbij het voordeel hebben later minder te moeten bijbetalen. Hoe dan ook zal geen enkele gemeente met al die maatregelen nog het federaal niveau kunnen inroepen om de eigen belastingen te verhogen. Wij investeerden de voorbije jaren veel in politie en justitie. De eerste successen in de strijd tegen drugshandel, mensenhandel, car- en home-jacking zijn een feit. Maar we moeten keihard doorwerken. Flexibel zijn in onze hoofden en in onze methodes. Want criminaliteit verandert razendsnel. Er komt een actieplan voor meer landelijke gebieden. Want we willen vermijden dat de successen in de steden de criminelen doen uitwijken naar kleinere gemeenten. In de gerechtsgebouwen komt er een heuse werklastmeting. En we ruimen eindelijk de veelkoppige draak op van de dertien informaticastructuren binnen Justitie. De regering blijft zich ook volgend jaar resoluut engageren in de internationale gemeenschap. We richten een Kyoto-fonds op om tegemoet te komen aan de verplichtingen van het Klimaatverdrag. Dat fonds moet onder meer helpen bij de aankoop van emissierechten en het opzetten van een beleid van rationeel energieverbruik. Dat is de enige economisch verantwoorde manier om het broeikaseffect te bestrijden. De Belgische ontwikkelingshulp zal in 2003 verder stijgen, met 9 procent. Als we dit groeipad consequent aanhouden, - en we gaan dat trouwens wettelijk verankeren - bereiken we de 0,7 % van het bbp in 2010. En ik wil hier ook ons buitenlands beleid en de inzet van de minister van Buitenlandse Zaken vermelden. Geen inspanning wordt onverlet gelaten om een einde te helpen maken aan de meest verschrikkelijke oorlog van onze tijd, in Centraal-Afrika. En stilaan met succes. Mijnheer de voorzitter, collega's Dit is het laatste politiek jaar van deze legislatuur. Nooit hebben er zoveel regeringsontwerpen en -voorstellen klaar gelegen voor bespreking in het parlement. Ik vraag het parlement zo snel als mogelijk het wetsontwerp op de verkeersveiligheid goed te keuren. Maar ook de tweede pensioenpijler. Het consumentenkrediet. De uitstap uit kernenergie. De hervorming van de adoptie. De nieuwe wapenwet. De anti-discriminatiewet. De hervorming van de vennootschapsbelasting. De Kruispuntbank voor ondernemingen en het ondernemingsloket. De milieutaksen en de ecoboni. De verzekering tegen natuurrampen. De drugwet. De correctie aan de genocidewet. De openstelling van het huwelijk voor homo's en lesbiennes. De vermogensaangifte van politici. De bijzondere opsporingsmethoden die thans in de Senaat aanhangig zijn, samen met de veiligheid bij voetbalwedstrijden en vele andere ontwerpen inzake justitie. En dan heb ik het nog niet gehad over het ratificeren van de vele verdragen of over het nieuw ontwerp tot vereenvoudiging van de banenplannen. De lijst is onvolledig. Want er zijn nog belangrijke ontwerpen op komst. Het sociaal statuut van de kunstenaar, de onthaalmoeders, de medewerkende echtgenote van zelfstandigen, de responsabilisering van de artsen, de medische aansprakelijkheid, het kenniscentrum in de gezondheidszorgen, de administratieve afhandeling van verkeersinbreuken. Ik verwacht eveneens vanuit de meerderheid spoedig een initiatief inzake de wet op de wapenleveringen. Er is in ieder geval nog veel werk op de plank. Speculeren over vervroegde verkiezingen heeft dus geen zin. Er resten nog 23 parlementaire werkweken. Als de stemmachine ons een beetje wil helpen. We zullen moeten doorwerken, want we kunnen de verkiezingen ook niet uitstellen. Kamer en Senaat kunnen in de schijnwerper staan als wetgever. De oppositie krijgt hier een tribune voor haar alternatieven. Tenzij ze, zoals sommige advocaten, zou kiezen voor louter procedureslagen. Deze regering heeft in drie jaar tijd aandacht besteed aan veel mensen. Ik wil maar enkele voorbeelden geven. Vier jaar geleden hadden veel mensen nog een pensioen dat lager lag dan het leefloon. Dat is veranderd. Vier jaar geleden hadden we nooit de Congolezen van Goma kunnen helpen op het ogenblik dat hun huizen en scholen en hospitalen overspoeld werden door lava. Er was geen geld, geen instantie die zich daarmee bezighield. Dat is veranderd. Vier jaar geleden stond er geen rem op oplopende facturen van patiënten. Ook dat verandert. Ook al zijn de tijden iets moeilijker, het gaat beter met België. Wij moeten hard blijven werken. We moeten blijven hervormen. Elke werknemer die vandaag zijn job verliest, blijft er één teveel. Elke misdadiger die ongestraft weggeraakt, blijft er één teveel. Elke zelfmoord van een jongere, elk kind gedood in het verkeer of elke slecht verzorgde zieke blijft onaanvaardbaar. Problemen zullen er altijd zijn. Problemen mogen ons echter niet verlammen. Problemen zijn uitdagingen. We behoren tot de tien procent geprivilegieerden op deze wereld. Wij hebben het goed. Wij hebben alle kansen. Het is niet omdat er af en toe een onheilstijding op ons afkomt dat we in paniek moeten slaan. En het is niet omdat politici vaak misprezen worden, dat politici moeten afhaken. Het is dwaas te investeren in pessimisme. Laten we investeren in positief denken, in voluntarisme. En in het geloof dat ieder van ons iets kan doen aan een beter België.