Financiering van de sociale akkoorden die betrekking hebben op de gezondheidssector: peterschap en bijkomend verlof
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block een ontwerp van koninklijk besluit goed dat voor 2020 de bedragen vastlegt van de vergoedingen van de maatregelen voorzien in het sociaal akkoord van 2005 over de gezondheidssector, meer bepaald wat het peterschap en de maatregel van bijkomend verlof betreft.
In het kader van de begrotingsopmaak voor 2020 werden in het budget van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) middelen voorzien voor de financiering van de sociale akkoorden die betrekking hebben op de federale gezondheidssectoren en gesloten werden in 2005. Concreet gaat het hier om de financiering van het peterschap in de ziekenhuizen (een maatregel voor de overdracht van kennis en ervaring van oudere werknemers aan jongeren met minder basisopleiding) en om de financiering van bijkomend verlof voor personeelsleden van minstens 50 jaar die niet genieten van de eindeloopbaanmaatregelen (telkens de openbare en de private diensten of centra).
Om de financiering te kunnen verzekeren moet het RIZIV de nodige middelen storten, enerzijds aan het Fonds voor de Gezondheidsinrichtingen en -diensten en anderzijds aan de RSZ (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) wat de openbare instellingen en diensten betreft. Het ontwerp bepaalt de bedragen van die stortingen.
Het ontwerp wordt ter ondertekening voorgelegd aan de Koning.
Ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voor zover het betrekking heeft op peterschap en op de maatregel van bijkomend verlof voor het kalenderjaar 2020