Voorschriften inzake de plichtenleer van de psycholoog
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Middenstand Denis Ducarme een ontwerp van koninklijk besluit goed over de voorschriften inzake de plichtenleer van de psycholoog.
Dit ontwerp heeft de bedoeling om de regelgevende tekst die van toepassing is op de plichtenleer van het beroep van psycholoog te verduidelijken, meer bepaald wat betreft het beroepsgeheim.
Zo zijn sommige bepalingen van de huidige deontologische code van de psychologen deels in tegenspraak met sommige bepalingen van het Strafwetboek. Er bestaat daarenboven verwarring en incoherentie tussen de notie van beroepsgeheim en andere noties die daar dicht bij aansluiten. Tot slot zijn sommige bepalingen nutteloos of zelfs onaangepast in een hoofdstuk gewijd aan het beroepsgeheim en/of voor interpretatie vatbaar. Het ontwerp tracht daarom de huidige voorschriften inzake de plichtenleer in beperkte mate te wijzigen door:
- de titel van hoofdstuk III aan te passen naar 'De plichten van de psychologen' om het in overeenstemming te brengen met de inhoud en om iedere vorm van verwarring ten aanzien van de psychologen uit te sluiten
- afdeling I en II van hoofdstuk III te schrappen omdat deze vatbaar zijn voor interpretatie
- een nieuw artikel in te voegen dat de verwarring doorbreekt tussen het beroepsgeheim, waarvan een schending kan leiden tot strafrechtelijke vervolging, en de schending van de discretieplicht, die enkel een ethische verplichting inhoudt
- de titel van afdeling III van hoofdstuk III te schrappen
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 april 2014 tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de psycholoog