Beoordeling van de performantie van ons gezondheidszorgsysteem, deel 5!
Sinds 2010 wordt de performantie van de Belgische gezondheidszorg regelmatig onderworpen aan een algemene check-up. Na een grondige herziening van de methode in juni, werden er zes dimensies en vier specifieke domeinen onder de loep genomen, aan de hand van 142 zorgvuldig geselecteerde indicatoren. Op die manier komen we tot een zeer volledig beeld van de sterke en zwakke punten van ons gezondheidszorgsysteem. Voor 2024 is er een nieuwe dimensie bijgekomen, namelijk veerkracht (het vermogen van het systeem om zich te herpakken na een crisis), onderzocht in het licht van de COVID-19 pandemie.
Deze Health System Performance Assessment (HSPA) werd uitgevoerd door het KCE in samenwerking met het RIZIV, Sciensano en de FOD Volksgezondheid. Ze maakt deel uit van een internationaal initiatief voor het monitoren van gezondheidszorgsystemen, genomen door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO). Het doel is een regelmatige, algemene evaluatie die een transparant beeld geeft van de sterke en zwakke punten van het systeem. De resultaten kunnen dan worden vergeleken met die van andere landen. Dit alles helpt de beleidsmakers bij het ontwikkelen van hun strategieën en het opvolgen van de situatie doorheen de tijd.
Een nieuw en gecorrigeerd evaluatiekader
Sinds het laatste rapport over performantie uit 2019, werden het onderliggende conceptuele kader (de 'structuur' waarrond de analyse is opgebouwd) en de lijst van indicatoren uitgebreid herzien (zie KCE-rapport 370, 2023).
Vijf dimensies (toegankelijkheid, efficiëntie, billijkheid, kwaliteit en duurzaamheid) werden al eerder essentieel bevonden voor de performantie van het gezondheidszorgsysteem. Het nieuwe kader omvat een zesde dimensie: veerkracht (het vermogen van het systeem om zich te herpakken of ‘terug te veren’ na een crisis). Ze werd onderzocht in de context van de COVID-19 pandemie. De dimensie van duurzaamheid kreeg er een nieuwe subdimensie bij, die het bestuur evalueert, de manier waarop gezondheidsbeleid wordt gevoerd. Een andere subdimensie is ecologische duurzaamheid, die in een volgende studie aan bod zal komen.
Net als de vorige edities kijkt het huidige rapport ook naar een aantal specifieke domeinen van de gezondheidszorg die bijzondere aandacht verdienen: preventieve zorg, ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg en zorg rond het levenseinde.
Een algemene beoordeling, geen schoolrapport
In totaal werden 142 indicatoren geselecteerd om een volledig beeld te geven van de performantie van de Belgische gezondheidszorg.
Het rapport wijst weliswaar op een aantal rode vlaggen, maar in de eerste plaats moet het aspecten identificeren die nader onderzoek verdienen of waarvoor prioritaire actie nodig is. Het moet het beleid dus vooral informeren en ondersteunen. Het is niet bedoeld om concrete aanbevelingen te doen om specifieke problemen aan te pakken of om de impact van eerdere beleidsmaatregelen te beoordelen.
De auteurs bevelen wel aan om de waarschuwingssignalen verder aan te pakken, om te zorgen voor een snelle en duurzame beschikbaarheid van gegevens die kunnen worden gebruikt voor de evaluatie (en, meer in het algemeen, voor onderzoek in de gezondheidszorg) en om meetbare prioriteiten en doelstellingen voor België te bepalen. Deze kunnen dan, indien mogelijk, worden gekoppeld aan performantie-indicatoren.
www.gezondbelgie.be, een uitgebreid overzicht
Het rapport over de performantie van het gezondheidszorgsysteem is slechts één aspect van een meer uitgebreid project. Dit omvat ook een rapport over de gezondheidstoestand van de bevolking en de determinanten ervan (door Sciensano) en een rapport over medische praktijkvariaties (door het RIZIV).
Sinds 2019 zijn de kernboodschappen en resultaten van deze drie rapporten beschikbaar op de website www.gezondbelgie.be, in een vorm die voor iedereen toegankelijk is. De website bevat ook een hele reeks kerngegevens (van de FOD Volksgezondheid) over de context, de organisatie en het concept van de Belgische gezondheidszorg. Kortom, een schat aan informatie voor iedereen met een persoonlijke of professionele interesse in het onderwerp.
Enkele opmerkelijke resultaten
Het is onmogelijk om hier alle resultaten van de uitgebreide studie te bespreken, dus beperken we ons tot enkele belangrijke trends. Hoofdstuk 14 van het wetenschappelijke rapport geeft een meer volledige samenvatting, en in de bijlage bij dit persbericht vindt u ook een overzichtstabel. Deze bevat per sectie alle geanalyseerde indicatoren, met een pictogram waarmee u gemakkelijk de goede en minder goede resultaten kunt vinden.
In het algemeen kunnen we zeggen dat België beschikt over een toegankelijk zorgsysteem van hoge kwaliteit. Zo is bijna de hele bevolking gedekt door de verplichte ziekteverzekering. In de praktijk is de toegang tot zorg echter vaak minder vanzelfsprekend voor de sociaaleconomisch zwakkeren. Dit is vooral het geval voor preventieve zorg - een domein waarvan de resultaten in het algemeen de doelstellingen van de Wereldgezondheidsorganisatie vaak niet halen. Ook de vermijdbare sterfte blijft relatief hoog in ons land. Daarom moeten we blijven streven naar een billijker, pro-actiever systeem dat zoveel mogelijk het behoud van een goede gezondheid voor iedereen nastreeft.
Het gebruik van bepaalde geneesmiddelen is ook zorgwekkend. Zo kan een correct gebruik van antibiotica en antidepressiva nog worden verbeterd. Er worden ook nog steeds te veel anticholinergica (medicatie die spierbewegingen remt), psychotrope geneesmiddelen en antidepressiva voorgeschreven aan ouderen, vooral wanneer ze in instellingen verblijven.
We moeten ook waakzaam blijven voor de situatie van de zorgprofessionals en hun toekomstige beschikbaarheid. Dit geldt vooral voor de verpleegkundigen, op wie de pandemie een duidelijk negatief effect lijkt te hebben gehad.
Aan de andere kant haalde de efficiëntie van het systeem zeer positieve resultaten. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van werkzame oplossingen die minder duur zijn en vaak minder belastend voor patiënten en voor het systeem. Alleen biosimilaire geneesmiddelen hebben nog steeds moeite om hun plaats te vinden. Anderzijds moeten we ook rekening houden met bepaalde indicatoren van de gepastheid van zorg (bv. gebruik van beeldvorming of antibiotica). Deze hebben ook een impact op de efficiëntie, en daar zijn de resultaten helaas meer teleurstellend.
Focus op veerkracht
De veerkracht van ons gezondheidszorgsysteem in het licht van de COVID-19 pandemie werd beoordeeld langs drie belangrijke assen: de capaciteit om te innoveren als reactie op de crisis, de capaciteit om de bestaande diensten te laten voortwerken en, ten slotte, de capaciteit om de beschikbaarheid van voldoende zorgverleners te garanderen.
Voor de eerste twee punten deed België het vrij goed. Hoewel het niet altijd gemakkelijk was, slaagden de afdelingen intensieve zorgen van de ziekenhuizen erin om tijdens de pandemie het hoofd boven water te houden. Dit was te danken aan de snelle verhoging van hun capaciteit, maar ook, en misschien vooral, aan een betere spreiding van de COVID-patiënten. De inzet van teleconsultaties in huisartsenpraktijken bleek een effectieve oplossing te zijn om de toegang tot de eerstelijnszorg te behouden. De vaccinatiegraad was ook vrij goed, vooral bij ouderen, hoewel het aanvankelijke enthousiasme na verloop van tijd wat is weggeëbd.
Aan de andere kant hebben de zorgprofessionals het moeilijk gehad in deze moeilijke periode. Het aantal vacatures voor verpleegkundigen in ziekenhuizen steeg explosief en het aantal bedden dat gesloten werd door gebrek aan personeel bedroeg soms meer dan 10%. Tegelijkertijd liep het percentage verpleegkundigen dat overweegt het beroep te verlaten op tot 30%.