19 sep 2025 05:29

Opvangcrisis: Myria en het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens waarschuwen voor achteruitgang rechten

Gisteren heeft het Comité van Ministers van de Raad van Europa zijn bezorgdheid uitgedrukt over de voortdurende vermindering van het aantal opvangplaatsen voor asielzoekers en over de budgettaire maatregelen die de federale overheid heeft aangekondigd. Het Comité roept België op om onmiddellijk de nodige maatregelen te nemen zodat de opvang conform is aan de wet en de gerechtelijke beslissingen worden uitgevoerd. Myria en het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM) publiceerden een analyse van de maatregelen van de federale regering inzake het beheer van de opvang van asielzoekers. Ze trekken opnieuw aan de alarmbel, terwijl de humanitaire crisis verergert.

Een jaar na hun eerste verslag aan het Comité van Ministers van de Raad van Europa blijft het nieuwe verslag van Myria en het FIRM alarmerend: niet alleen heeft België zijn opvangbeheer niet verbeterd, maar het heeft nieuwe maatregelen aangekondigd en genomen waardoor de schendingen van de grondrechten van asielzoekers nog dreigen toe te nemen. De Belgische autoriteiten hebben trouwens duizenden rechterlijke beslissingen nog altijd niet uitgevoerd, en dat doelbewust.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens veroordeelde België in 2023 in het arrest-Camara voor de niet-uitvoering van een rechterlijke beslissing. België kreeg van de rechter immers het bevel om huisvesting te bieden aan een asielzoeker, maar gaf hier vijf maanden lang geen gevolg aan. In dat arrest had het Hof een ‘‘systemisch falen” van de Belgische autoriteiten vastgesteld, verantwoordelijk voor het “formeel weigeren” om zich naar de rechterlijke beslissingen te voegen. 

Nog ruim 1.900 asielzoekers op de wachtlijst

De humanitaire situatie blijft bijzonder verontrustend. Op 8 september 2025 stonden er nog ruim 1.900 asielzoekers op de wachtlijst, terwijl ze vanaf de eerste dag een plaats in een opvangcentrum zouden moeten krijgen. Sinds begin 2025 bedraagt de gemiddelde wachttijd tussen 3 en 4 maanden. Aangezien de inschrijving op de wachtlijst niet automatisch gebeurt, is het totale aantal asielzoekers zonder opvang niet gekend.

De situatie van die personen is heel precair tijdens de maandenlange wachttijd. Sommigen kunnen terecht bij kennissen of in humanitaire noodopvang, terwijl anderen aan hun lot zijn overgelaten in kraakpanden of op straat.

Aangekondigde achteruitgang op vier punten

Terwijl de Raad van Europa België vorig jaar opriep om de opvangcapaciteit te vergroten en alle beschikbare wettelijke middelen in te zetten om de situatie te verhelpen, neemt de federale regering regressieve maatregelen.

Voor Myria en het FIRM betekenen de beslissingen van de federale regering een grote achteruitgang inzake opvang:

  • De vermindering van de dotatie van Fedasil met 83% tegen 2029: die budgetvermindering (van € 838.004.000 in 2023 tot € 138.239.000 in 2029) zal het opvangnetwerk op lange termijn sterk verzwakken en dreigt nog meer asielzoekers op straat te doen belanden.
  • Vermindering van de opvangcapaciteit: het aantal opvangplaatsen zal de volgende maanden niet toenemen, terwijl het netwerk al meerdere jaren verzadigd is, het aantal asielaanvragen niet daalt en de gemiddelde behandelingstermijn van dossiers in de eerste maanden van 2025 is opgelopen tot bijna 500 dagen. De regering wil het aantal opvangplaatsen gevoelig verminderen, te beginnen met de plaatsen in de kleine structuren die geschikter zijn voor kwetsbare profielen.
  • Afschaffing van de opvang onder de vorm van financiële steun: de wetgeving bood de mogelijkheid om, uitzonderlijk en in het geval van een verzadiging van het netwerk, financiële steun te bieden in plaats van materiële bijstand in een centrum. Deze mogelijkheid wordt nu geschrapt, wat een grote stap achteruit betekent voor de bescherming van asielzoekers. Die beslissing is moeilijk te vatten omdat de regering zichzelf op die manier een mogelijke oplossing voor de crisis ontzegt.
  • De geplande hervorming van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen: de regering wil de mogelijkheid onderzoeken om het opvangcontentieux van de arbeidsrechtbanken over te hevelen naar de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV). Ze heeft ook hervormingen aangekondigd die het recht op een effectief beroep en op een eerlijk proces voor vreemdelingen in gevaar brengen en die een ernstige inbreuk vormen op de onafhankelijkheid van de RvV en op het principe van de scheiding der machten.

Onverenigbaar met een rechtsstaat

Het FIRM en Myria wijzen op een zorgwekkende evolutie: de federale regering aanvaardt bewust en met kennis van zaken een situatie die onmenselijk en vernederend geworden is voor de betrokken personen en die een rechtsstaat onwaardig is. Met de beslissing om rechterlijke beslissingen niet uit te voeren, doen de Belgische autoriteiten de doeltreffendheid van de rechtsmiddelen van die personen teniet: ze kunnen zo onmogelijk hun rechten doen gelden. 

Sinds januari 2022 hebben de nationale rechtscolleges ongeveer 15.000 rechterlijke beslissingen uitgesproken met het bevel om opvang te verlenen aan asielzoekers. Ongeveer 11.000 daarvan werden officieel betekend aan Fedasil. Op internationaal niveau heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens meer dan 2.300 beslissingen (voorlopige maatregelen) in dezelfde zin genomen. De Belgische autoriteiten voeren die duizenden rechterlijke beslissingen bewust niet uit. De dwangsommen die de rechtbanken hebben opgelegd, en die in september 2025 meer dan 10,7 miljoen euro bedroegen, worden evenmin betaald. Overtuigd dat een vonnis niets gaat veranderen, zien alsmaar meer betrokken personen ervan af een zaak aanhangig te maken en dus hun rechten te doen gelden. Dat is een ernstige uitholling van één van de grondbeginselen van een rechtsstaat.

De twee onafhankelijke openbare instellingen hebben hun aanbevelingen aan het Comité van Ministers van de Raad van Europa overgemaakt. Ze roepen de federale regering met name op om een waardige opvang conform de wet te garanderen, bepaalde categorieën van personen niet meer systematisch uit te sluiten, de rechterlijke beslissingen na te leven, en structurele en duurzame maatregelen aangepast aan de ernst van de situatie te nemen. Zolang die maatregelen niet worden toegepast, blijft België zijn internationale verbintenissen schenden en stelt het zich bloot aan nieuwe veroordelingen.