Nota Begroting 2007
Nota van de Eerste Minister en de Minister van Begroting omtrent de begroting van 2007
Nota van de Eerste Minister en de Minister van Begroting omtrent de begroting van 2007
Nota aan de Kern : begroting 2007. 26-10-2007 1. Inleiding. De nota van het monitoringcomité stelde op 16 oktober op basis van de beschikbare gegevens vast dat, indien er geen maatregelen worden genomen tijdens de lopende zaken, de raming van het eindsaldo 2007 van -0,5% van het BBP zou bedragen. Onderstaande bevat een opsomming van de maatregelen die genomen worden. Deze informatie zal worden overgemaakt aan het monitoringcomité ter verificatie en update van het verslag in het zicht van een eindrapport tegen 30 oktober ingevolge de beslissing van de ministerraad van 7 september 2007. Het uitgangspunt van deze oefening is dat de regering in lopende zaken heeft beslist de eenmalige maatregelen niet uit te voeren, gezien de lopende formatie. De eenmalige maatregelen stonden in de begroting ingeschreven met een impact van +0,4% van het BBP.. Daardoor verandert het uitgangspunt van 0,3% van het BBP, maar -0,1%. 2. De primaire uitgaven. Het monitoringcomité stelde vast dat gegeven de geplande uitgaven en de beschikbare kredieten een tekort dreigde in de primaire uitgaven van 509,6 miljoen euro. Daarvan is op basis van het rapport van de inspectie van financiën betreffende de thesaurierekening, een bedrag van 162 mlj euro niet aanrekenbaar op 2007, dus dreigde ten gevolge van de primaire uitgaven een negatieve impact van 347,6mlj euro op het saldo van 2007. In samenspraak met de diensten van defensie werden de resterende plannen voor 2007 doorgelicht. Verschillende maatregelen worden genomen: - Een minderuitgave werd beslist in de investeringskredieten voor 87 mlj euro, - een minderuitgave in de niet-personeelsgebonden overige kredieten van 60 mlj euro , - een bijhorende vermindering van het vastleggingsritme met 65 mlj euro teneinde de begroting van de volgende jaren niet te bezwaren. - en er werd ook beslist om de optionele schijven van investeringen niet te lichten. Op die manier is de begroting van het departement defensie voor dit en volgende jaren terug in een normale toestand gebracht. Het departement zal het investeringsplan voor de komende jaren navenant aanpassen. Een aantal andere departementen die noodzakelijke uitgaven buiten de kredieten vaststelden, werden eveneens doorgelicht. Ook daar werden een aantal uitgaven herschikt en een aantal uitgaven verminderd. Zoals de ministerraad in februari 2007 besliste, zal worden opgevolgd dat overschrijdingen in departementen worden geneutraliseerd. De ordonnanceringsritmes zullen per departement dagelijks worden opgevolgd. Ten slotte zullen de vastleggingen beperkt worden tot 12 vijftienden. In totaliteit leidt dit tot een reductie van het tekort van initieel -347,6 mlj euro tot -11,6 mlj euro of een verbetering van 336 mlj euro. SUBTOTAAL : +336 mlj euro 3. Interestlasten Een herraming van de interestlasten door de thesaurie constateert dat de massa evolueert van 12.016,4 mlj euro naar 11.978,7 mlj euro, zijnde een verbetering van 37,7 mlj euro. SUBTOTAAL : +373,7 mlj euro. 4. Overheidsbedrijven Ten opzichte van de laatst beschikbare gegevens tonen de laatste cijfers dat het geplande investeringsritme van de NMBS groep een restant van 140 mlj euro manifesteert, zijnde 4 mlj euro beter. Daarnaast heeft de beslissing van de raad van bestuur van belgacom ten opzichte van het verwacht uitkeringsbeleid een positieve impact van 35,9 mlj euro. SUBTOTAAL : +413,6 mlj euro 5. Fiscale ontvangsten Diverse info en controle van de ramingen leidde tot een geschatte positieve impact van de fiscale ontvangsten vastgesteld door de beleidscel van financiën ten bedrage van 428,6 mlj euro. De tabel betreffende de laatste raming door het schatkistcomité, verstrekt op 25 oktober, voorafgaand aan de bespreking van het schatkistcomité leidde tot een gelijkaardige bevinding, zijnde een verschil in de ontvangsten ten opzichte van de beschikbare raming van het monitoringcomité van +444,5 mlj euro. Het is desgevallend logisch dat deze nieuwe raming als basis kan dienen voor de verdere werkzaamheden van het monitoringcomité, met dien verstande dat in wat volgt een correctie werd overeengekomen door alle beleidscellen van de kern ten bedrage van 60 mlj euro. Samenvattend zijn de bevindingen van het schatkistcomité de volgende. Er treedt een verbetering op van de geschatte impact van de kohieren van de bedrijven, die ongeveer gelijk is in grootte-orde aan de daling van de geraamde kohieren in de personenbelasting. Deze raming is opgemaakt op basis van de evolutie van de kohieringsritmes, en is gezien de ritmes van het voorgaande jaar logisch. De kohieringsritmes in de personenbelasting worden gesteld een normaal verloop te zullen kennen en desgevallend noch een positieve noch een negatieve impact te hebben op het finale resultaat van 2007. Voor wat betreft de kohieren van de vennootschappen wordt verwacht dat ze nagenoeg volledig zullen worden uitgevoerd in 2007. De verbeteringen in de geraamde ontvangsten bevinden zich voornamelijk op het vlak van de BTW ontvangsten en douane en accijnzen. De volgende opmerkingen ingevolge de bespreking van deze cijfers lijken nuttig met het licht op een evaluatie door het monitoringcomité. Ten eerste is de impliciete groei in de BTW ontvangsten voor de laatste maanden weliswaar hoog maar niet uitzonderlijk. Toch dient ingevolge de volatiliteit van deze cijfers enige voorzichtigheid te worden gehanteerd (met een verschil van 60 mlj euro ten opzichte van de raming van het schatkistcomité). Daarnaast lijkt het aangewezen dat de nieuwe ramingen ook worden geëvalueerd op hun impact begin 2008, met als basis 2007 (met betrekking tot de esr-correcties). Inzake de voorafbetalingen wordt slechts een zeer beperkte wijziging ten opzichte van de raming van het monitoringcomité gemeten. Ter ondersteuning van de herraming van het schatkistcomité, worden in lopende zaken de volgende bewarende maatregelen genomen teneinde de ontvangsten te verzekeren. Met de notionele interestaftrek heeft de regering België terug op de fiscale wereldkaart geplaatst. Deze nieuwe aftrek maakt het mogelijk de versterking van het eigen vermogen van zowel grote ondernemingen als KMO's te stimuleren, de industrie in ons land te verankeren en België fiscaal aantrekkelijker te maken voor buitenlandse investeerders. Ook een stabiel investeringsklimaat is belangrijk. Het onaangeroerd laten van de bestaande maatregel is dan ook evident. Bij de notionele interestaftrek is zoals bij andere fiscale maatregelen oneigenlijk gebruik niet uit te sluiten. De Minister van Financiën heeft van in het begin beklemtoond dat het nodige zal worden gedaan door zijn administratie om oneigenlijk gebruik te controleren en te bestrijden. Bovendien hebben de financiële instellingen zich vorig jaar geëngageerd dat zij "voor zichzelf of voor cliënten geen bijzondere constructies zouden opzetten, louter om een fiscaal voordeel te creëren." De administratie zal er in de controle op toezien dat bovenstaande afspraken gehonoreerd zijn. Daarnaast heeft de effectisering van achterstallige belastingschulden geleid tot betere statistieken. Betere informatie zoals de statistieken leiden tot performantere inning. De statistieken met de invorderingsprestaties die worden doorgegeven aan de lokale invorderingskantoren kunnen er toe leiden dat op basis van een objectieve vergelijking van deze invorderingsprestaties ondermaats presterende inningskantoren worden bijgestuurd. Via de statistieken weet elke ontvanger hoe zijn kantoor zich verhoudt ten opzichte van overige vergelijkbare kantoren. Niet zelden komt een kantoor tot de vaststelling dat men een tandje moet bijsteken om de achterstallige belastingen sneller te innen. Dergelijke prestatiemeting gevolgd door een bijsturing op korte termijn resulteert in een snellere en betere inning. Bovendien worden lokaal succesvolle invorderingsinitiatieven of –methoden gedetecteerd met het oog op een implementatie in het volledige land. SUBTOTAAL : +997,6 mlj euro 6. Sociale zekerheid Ten opzichte van het laatste verslag van de diensten werd vastgesteld dat de maatregelen sociale fraudebestrijding niet waren ingeschreven maar wel waren geïnstalleerd (+40,9 mlj euro). SUBTOTAAL : +1038,5 mlj euro 7. Overige Te vermelden valt de laatste raming van de EU middelen (+35 mlj euro) en de realisaties van de kleine vastgoedoperaties (+14 mlj euro) een bijkomende verbetering van het saldo van 49 mlj euro oplevert. SUBTOTAAL : +1087,5 mlj euro 8. Entiteit II Diverse informatie betreffende entiteit II geeft eerder een beeld van de trends dan exacte cijfers. Voor wat betreft de deelregeringen wordt in globaliteit een verbetering van het totale saldo vastgesteld. Op basis van de gegevens valt niet af te leiden dat het saldo G&G significant onder dat van 2006 zou eindigen. Daarnaast stellen we voor de lokale entiteiten vast dat de ramingen door de nationale bank een sterk verbeterende trend aantonen. Daarenboven zal de correctie van de ramingen betreffende de kohieren van de personenbelasting ook een positieve impact hebben op de opcentiemen. In globaliteit betekent dit dat een raming van een positief saldo omtrent de 600 mlj euro voor de G&G een realistisch uitgangspunt is. In totaliteit zou dit een verbetering betekenen ten opzichte van de vaststellingen van het monitoringcomité van 266,1 mlj euro. Verdere verfijning door het monitoringcomité is hier echter aangewezen. SUBTOTAAL : 1353,6 mlj euro. 9. Conclusie. Voorgaande impliceert een verbetering van het saldo gegeven de laatste ramingen en genomen maatregelen van 1353,6 mlj euro (of 0.4% van het BBP). In totaliteit impliceert dit een verwacht saldo van -0,1% van het BBP. In de verschillende hoofdstukken van de begroting worden deze voorstellen tot aanpassingen aan het monitoringcomité overgemaakt. Daarbij dient te worden vermeld dat het niet geheel is uitgesloten dat het saldo kan variëren, gegeven de bovenstaande opmerkingen. Zo kan de impact op de ontvangsten met basis in 2007 leiden tot verdere verfijning van de esr correcties vermeld in het rapport van het monitoringcomité (en dit in beide richtingen weliswaar), de ramingen van de ontvangsten verder worden verfijnd gegeven genomen beslissingen, en de verdere verfijning van de raming entiteit II. Indien onder andere deze feiten in positieve richting evolueren, valt een evenwicht nog steeds niet geheel uit te sluiten, temeer omdat de voorbije jaren telkens een beter eindresultaat werd behaald dan de gestelde doelstelling.