Omzetting van de Europese richtlijn ‘Audiovisuele mediadiensten’
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Telecommunicatie Petra De Sutter een voorontwerp van wet goed tot omzetting van de Europese Richtlijn (EU) 2018/1808 ‘Audiovisuele mediadiensten’.
De twee grote lijnen van deze richtlijn bestaan erin:
- de verplichtingen van de audiovisuele mediadiensten op aanvraag (video on demand – streaming TV) dichter bij die van de lineaire audiovisuele mediadiensten te brengen (‘traditionele’ televisie)
- voor de eerste keer de inhoud te reguleren van de videoplatformdiensten (bv. YouTube of, in zekere mate, sommige sociale netwerken als Instagram of TikTok)
In het Belgisch recht wijzigt het voorontwerp van wet de wet van 5 mei 2017 over de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. De richtlijn moet ook worden omgezet door de drie gemeenschappen op het grondgebied van het taalgebied waar zij volledig bevoegd zijn. In Brussel behoudt de federale staat evenwel een restbevoegdheid voor de audiovisuele mediadiensten waarvan de aanbieder gevestigd is in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, voor zover de uitgezonden programma’s niet uitsluitend in het Nederlands, noch uitsluitend in het Frans zijn.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Voorontwerp van wet houdende omzetting van Richtlijn (EU) 2018/1808 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/13/EU betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn “audiovisuele mediadiensten”) in het licht van een veranderende marktsituatie