14 jan 2016 17:25

Overwinning voor de gelijkheid: geen vetorecht meer voor vaders

Brussel, 14.01.2016 – Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen is verheugd over het arrest van het Grondwettelijk Hof van 14 januari 2016. Het Hof erkent het discriminerende karakter van het artikel van de wet over de naamsoverdracht waarin vaders een vetorecht wordt toegekend in geval van onenigheid tussen de ouders over de familienaam van hun kind.

Context
De wet van 8 mei 2014 over de overdracht van de familienaam[1] laat ouders de keuze over de familienaam van hun kinderen: de dubbele familienaam, alleen de naam van de moeder of alleen de naam van de vader. Wanneer de ouders het echter niet eens raken, of bij afwezigheid van een keuze, krijgt het kind automatisch de naam van de vader. De vader krijgt daardoor een vetorecht: hij kan vermijden dat het kind (ook) de familienaam van de moeder krijgt. Sinds de inwerkingtreding van de wet op de naamsoverdracht aan het kind heeft het Instituut bijna 50 meldingen ontvangen van vrouwen die geconfronteerd werden met de weigering van hun (ex-)partner om hun naam aan hun kind door te geven. Deze bepaling discrimineerde de vrouwen en daarom pleitte het Instituut bij het Grondwettelijk Hof voor de vernietiging van dit vetorecht.

 

Het Grondwettelijk Hof erkent dat een vetorecht voor de vader een discriminatie van de moeder inhoudt en stelt: “Alleen zeer sterke overwegingen kunnen een verschil in behandeling verantwoorden dat uitsluitend op het geslacht is gegrond. […] Noch de traditie, noch de wil om geleidelijk vooruitgang te boeken kunnen worden geacht zeer sterke overwegingen te zijn die een verschil tussen de vaders en de moeders verantwoorden […].”


Sinds de inwerkingtreding dragen 4.097 kinderen enkel de naam van hun moeder, 4.276 de dubbele naam met als eerste naam die van hun vader en dan die van hun moeder en 718 de dubbele naam met eerst de naam van hun moeder en dan die van hun vader[2].


Het feit dat sinds de inwerkingtreding van de wet één kind op 10 (ook) de naam van de moeder draagt is het begin van een echte mentaliteitsverandering. De beslissing van het Grondwettelijk Hof vandaag is meer dan louter symbolisch. In de huidige context van bedreigingen tegen de rechten van vrouwen herinnert deze beslissing eraan dat de gelijkheid van vrouwen en mannen opgenomen is in onze Grondwet. “, verklaart Liesbet Stevens Van Ongeval, adjunct-directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.

 

Aanbevelingen
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen vraagt de wetgever nu om dit wetsartikel te wijzigen en zo een einde maken aan een discriminatie van vrouwen en aldus ook in de context van het privé- en gezinsleven een gelijke bescherming waarborgen.

 

Het Instituut beveelt de wetgever concreet aan om, in geval van onenigheid tussen de ouders of als er geen keuze wordt gemaakt automatisch de dubbele familienaam te gebruiken met een neutrale regel om de volgorde van de twee namen te bepalen.


Het Instituut is ook voorstander van de invoering van een overgangsregel die vrouwen die door dit artikel benadeeld werden de kans te geven om alsnog de naam van hun kind te veranderen in de dubbele familienaam.


Perscontact
Elodie Debrumetz Dubreucq
E-mail : elodie.debrumetz@iefh.belgique.be
Tél. : 02 233 49 47
M : 04 97 23 67 67
http://igvm-iefh.belgium.be

 

[1]De wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde voorziet dat: “Het kind wiens afstamming van vaderszijde en afstamming van moederszijde tegelijkertijd komen vast te staan draagt ofwel de naam van zijn vader, ofwel de naam van zijn moeder, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. […] In geval van onenigheid of bij afwezigheid van keuze, draagt het kind de naam van de vader.”

[2]Gegevens uit het Rijksregister