Procedure voor vervroegde voorwaardelijke vrijlating wordt strenger
Veroordeelden voor ernstige misdrijven die de dood tot gevolg hebben, zullen langere gevangenisstraffen moeten uitzitten. De ministerraad heeft in tweede lezing twee voorontwerpen van wet goedgekeurd die de wet Lejeune strenger maken.
Veroordeelden voor ernstige misdrijven die de dood tot gevolg hebben, zullen niet meer na een derde van hun straf in aanmerking komen voor vervroegde voorwaardelijke vrijlating zoals nu het geval is. Ze zullen ten minste de helft moeten uitzitten. Recidivisten zullen pas na drie vierde van de gevangenisstraf in aanmerking komen voor vervroegde vrijlating. De nieuwe regels zijn van toepassing op alle nieuwe veroordeelden. De procedure voor de vervroegde voorwaardelijke vrijlating zal niet automatisch worden opgestart. Dat kan voortaan enkel via een uitdrukkelijk verzoek van de veroordeelde. Ten slotte wordt de procedure voor de voorwaardelijke invrijheidstelling voor daders die door het hof van assisen tot 30 jaar, levenslang of een terbeschikkingstelling zijn veroordeeld strenger.
Het voorontwerp is aangepast aan het advies van de Raad van State.
Voorontwerp van wet tot wijziging van het Strafwetboek tot invoering van een nieuwe grond van herhaling en tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende modaliteiten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (art. 78)
Voorontwerp van wet tot wijziging van het Wetboek strafvordering en Gerechtelijk Wetboek (art. 77)