20 mrt 2008 11:40

Programmawet

Voorontwerp van programmawet - tweede lezing

Voorontwerp van programmawet - tweede lezing

De ministerraad keurde in tweede lezing het voorontwerp van programmawet goed.

Binnenlandse zaken

De programmawet beperkt het budget  voor veiligheid en preventie tot 5 miljoen euro door de programmawet van 2 januari 2001 te wijzigen. Om de werking van het Federale solidariteitsfonds voor de lokale politie in 2008 te waarborgen, verlengt de wet de bepalingen van de progammawet van 27 december 2004. 

Energie   

De aanpassing van de wet tot vaststelling van een heffing ter bestrijding van het niet benutten van een site voor de productie van elektriciteit door een producent, legt het bedrag van de heffing vast in functie van het aantal m². De drempel van de heffing mag niet meer bedragen dan 3% van het deel van het omzetcijfer dat de elektriciteitsproductie betreft. De heffing bedraagt 125 euro per m². 

Verbruikers die niet beschermde klanten zijn en die niet meer verdienen dan 20.600 euro netto  krijgen een korting van 75 en 50 euro op de prijs voor de levering van gas en elekticiteit. Ook huurders van appartementen in een woning met collectieve installatie hebben recht op de korting. 

Overheidsbedrijven

Om het hoofd te bieden aan de complexe operationele en juridische situatie die het gevolg is van de herstructurering van de NMBS in 2004-2005, wil de regering alle activa die de spoorweginfrastructuur uitmaken onder infrabel groeperen. De overheidsschuld neemt dan ook de historische schuld van het Fonds voor spoorweginfrastructuur over.

Sociale zaken 

De programmawet voorziet in heel wat maatregelen die de koopkracht moeten verbeteren. 

  • Alle personen die in juli recht hebben op kinderbijslag in het stelsel van de werknemers en de zelfstandigen krijgen in augustus een jaarlijkse leeftijdstoeslag. De toeslag vervangt de huidige schoolpremie.

Leeftijdstoeslag:

0 tot 5 jaar 25 euro
6 tot 11 jaar 53,06 euro
12 tot 17 jaar 74,29 euro
18 tot 24 jaar 25 euro

Het bedrag zal nog wijzigen met de tijd.

De solidariteitsbijdrage op het geheel van het pensioeninkomen, extra-legale voordelen inbegrepen, zal geleidelijk verminderen. Vooral de laagste pensioenen krijgen een groter voordeel.

Het minimum pensioen van zelfstandigen wordt vanaf 1 juli 2008 2% hoger. 

Vanaf 1 januari 2008 verbetert ook het vervroegd pensioen voor zelfstandigen. Een zelfstandige die vanaf 60 jaar met pensioen wil gaan,  zal niets moeten inboeten als hij of zij een loopbaan van ten minste 43 jaar achter de rug heeft, ongeacht het stelsel van de loopbaan.

Om de sociale fraude en het zwartwerk krachtdadiger te bestrijden, krijgt de Sociale inlichtingen- en opsporingsdienst (SIOD) versterking van een afvaardiging van de directie-generaal Zelfstandigen van FOD Sociale Zekerheid, het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ) en van vertegenwoordigers van de twee meest representatieve organisaties voor zelfstandigen. De SIOD vergroot zo zijn expertise op het vlak van het sociale statuut van de zelfstandigen.

De programmawet bestemt ook een bijkomende alternatieve financiering van 64,5 miljoen euro voor de RSVZ, die ermee vanaf 2008 de verhoging van de minimumpensioenen moet financieren. Wat het globaal beheer voor werknemers betreft, komt er een verhoging van de alternatieve financiering om de administratiekosten van het RIZIV te dekken.

De werknemer die een beroep wil aantekenen tegen een beslissing van de RSZ heeft nu een termijn van drie maanden. De bedoeling van de maatregel is om de rechtsonzekerheid die nu bestaat uit de weg te ruimen en de RSZ te ontdoen van de laattijdige beroepen die de terugvordering van bijdragen onmogelijk maken.

De programmawet verlengt de maatregelen voor de herverdeling van de sociale lasten die KMO's een vermindering van werkgeversbijdragen toekennen. De programmawet herneemt dus het bestaande toepassingsgebied, en het bedrag van de kortingen en de compenserende bijdrage.

De wettelijke rentevoet voor de sociale zekerheid wordt op 7% vastgelegd.

Volksgezondheid

Voortaan zal een koninklijk besluit de berekening van het omzetcijfer van geneesmiddelen dat dient als deelname in het Provisiefonds bepalen. Het voorschot dat in oktober 2008 moet worden betaald, bedraagt nu 7,97% van het zakencijfer van 2007.

De administratiekosten van vijf landsbonden en de kas geneeskundige verzorging van de NMBS voor 2008 wordt vastgelegd op 945.155.000 euro.

Verscheidene wetten zijn gewijzigd met de bedoeling een juridische basis te verlenen aan het systeem van vergoedingen voor de aflevering en de controle van erkenningen of gezondheidscertificaten voor de uitvoer naar niet EU-landen van bepaalde dierlijke bijproducten die niet voor comsumptie zijn bestemd. 

Het voorontwerp verbetert de rechtsgrond van de ontvangsten:

- die eerder al aan het fonds voor de grondstoffen en de produkten zijn toegewezen,
- voor de genetisch gewijzigde organismen behalve geneesmiddelenbereidingen voor menselijk en dierlijk gebruik (inning van vergoedingen)

De vergoedingen voor de erkenningen en de certificaten worden in het grondstoffenfonds gestort. Ze zijn bestemd voor uitgaven voor personeelskosten, onderzoeks- en studieprojecten, informatie, sensibilisering en controle.

Het koninklijk besluit van 31 augustus 2007 dat het kb van 14 januari 2004 wijzigt, wordt bevestigd. Dat laatste kb legt de retributies en bijdragen vast die aan het begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten verschuldigd zijn.

De administratieve boete die inbreuken sanctioneert op de overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde dier- en plantsoorten die in het wild leven (CITES) gaat van 25 tot 50.000 euro.

Financiën

De programmawet schrijft een aantal bepalingen in het wetboek van de inkomstenbelastingen in:

- een verhoogde aftrek van 120% van de kosten voor de beveiliging van de onderneming. Voor particulieren bedraagt de belastingvermindering tot 500  euro. Een gelijkaardige maatregel geldt voor de kosten die de werkgever maakt om het gemeenschappelijk vervoer van personeelsleden tussen woonplaats en werk in te richten.

De vrijstelling van belasting voor bijkomend personeel die in art 29 van de programmawet van 10 februari 1998 was ingeschreven en die het zelfstandig ondernemen moet bevorderen, krijgt een definitieve plaats in het Wetboek 1992.

De belastingvrije som voor de lage en middelbare inkomens wordt verhoogd tot 6400 euro.

Ondernemingen krijgen een vrijstelling van bedrijfsvoorheffing van 65%  op de bezoldigingen van onderzoekers en wetenschappelijk personeel.

De belastingvermindering voor de uitgaven voor prestaties betaald met dienstencheques zal in bepaalde gevallen in een terugbetaalbaar belastingkrediet kunnen worden omgezet.

De overdracht van het terrein dat bij een gebouw hoort of een gedeelte van het gebouw wordt aan de BTW onderworpen, als de overdracht van dat gebouw aan de BTW is onderworpen. Op deze wijze wordt de Belgische wetgeving op de Europese voorschriften afgestemd.

Er wordt een staatsdienst met afzonderlijk beheer opgericht die de restauratie van de verschillende overheidsgebouwen in goede banen zal leiden.

Werk

Het voorontwerp versterkt de contole op de erkende ondernemingen die werken met dienstencheques. Om een erkenning te bekomen, mag de onderneming geen schulden hebben op het vlak van sociale zekerheidsbijdragen. Het bedrag van de achterstallige bijdragen is bepalend vanaf 2500 euro. De onderneming (of de bestuurders, zaakvoerders lasthebbers...) mag in een termijn van vijf jaar niet in ten minste twee faillissementen, liquidaties of gelijkaardige verrichtingen met schulden als gevolg verwikkeld zijn geweest.

De werkbonus wordt vanaf 1 oktober 2008 verhoogd met 32 euro per maand voor een loon dat niet hoger is dan het gemiddeld minimum maandloon bij een leeftijd van 21 jaar. Het bedrag neemt af naarmate het loon stijgt.

Sociale economie

In het kader van de obligatielening van 75 miljoen euro die in juni 2008 moet worden terugbetaald, zal het kringloopfonds vanaf 1 januari 2009 enkel nog het uitstaande bedrag beheren. Zijn raad van bestuur wordt uitgebreid met vertegenwoordigers van de gewesten. Op die manier dooft het fonds zoals afgesproken uit.

 Mobiliteit

Het voorontwerp hervormt het verkeersveiligheidsfonds. De bijkomende middelen van het fonds worden voortaan verdeeld in functie van de inspanningen die elk gewest levert op het vlak van de verkeersveiligheid. De verdeling gebeurt ook op basis van de plaats van de vaststelling van de overtreding van de wet inzake de politie over het wegverkeer.