24 mei 2006 12:32

Strijd tegen graffiti

Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, heeft de Ministerraad zich akkoord verklaard met het voorontwerp van wet tot bestraffing van graffiti, van beschadiging van onroerende eigendommen en tot wijziging van de nieuwe gemeentewet.

Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, heeft de Ministerraad zich akkoord verklaard met het voorontwerp van wet tot bestraffing van graffiti, van beschadiging van onroerende eigendommen en tot wijziging van de nieuwe gemeentewet.

De tekst heeft een dubbele doelstelling: -een algemene strafbaarstelling die het aanbrengen zonder toestemming van graffiti op roerende en onroerende goederen bestraft; -het invoeren van een strafbaarstelling die het opzettelijk bechadigen van andermans onroerende eigendommen bestraft. Het bestraffen van graffiti De nieuwe gemeentewet bestraft het aanbrengen van graffiti met gemeentelijke administratieve boetes, maar deze administratieve boetes kunnen alleen worden opgelegd indien de daders minstens 16 jaar oud zijn. Er dreigt dan ook een gevoel van straffeloosheid te ontstaan bij jonge daders die graffiti aanbrengen. Het is immers pas als er sprake is van een problematische opvoedingssituatie dat het parket/jeugderechtbank maatregelen zal kunnen nemen ten aanzien van deze minderjarigen. Het voorontwerp strekt ertoe aan deze ongewenste situatie te verhelpen door het aanbrengen van graffiti strafbaar te stellen en door deze nieuwe strafbaarstelling op te nemen in de regeling van de gemeentelijke administratieve boetes. Op die manier kunnen alle vormen van graffiti aangebracht door gelijk wie efficiënt worden aangepakt naargelang het geval op straf- of administratiefrechtelijk gebied. Het bestraffen van het opzettelijk beschadigen van andermans onroerende eigendommen In de huidige stand van de wetgeving is de opzettelijke beschadiging van onroerende goederen die niet opgericht zijn door de overheid of met machtiging van de overheid, geen misdrijf. Wanneer het gaat om onroerende goederen die zijn opgericht door de bevoegde overheid of met haar machtiging wordt de beschadiging van dergelijke onroerende goederen bestraft op basis van artikel 526 van het Strafwetboek. Enkel de gehele of gedeeltelijke vernieling van onroerende goederen is een misdrijf dat strafbaar is op basis van artikel 521 van het Strafwetboek. De vernieling houdt de gedachte in van verwoesten, in puin leggen en niet van een lichte beschadiging. Het voorontwerp van wet voert een nieuwe strafbaarheidstelling in die de opzettelijke beschading van andermans onroerende eigendommen bestraft. Voor beide overtredingen zijn straffen voorzien gaande van 1 tot 6 maanden (en tot een jaar bij recidive) en/of van 26 tot 200 euro (x 5,5 opcentiemen).