27 sep 2002 17:00

Studentenarbeid

Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed tot wijziging van de wetgeving op de studentenarbeid.

Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed tot wijziging van de wetgeving op de studentenarbeid.

Deze wijziging is bedoeld om het begrip "maand" nauwkeuriger te definiëren voor wat de studentenarbeid betreft. Dit begrip zal niet meer geïnterpreteerd worden als een periode van 31 kalenderdagen maar als een periode van 23 werkdagen. Deze definitie is zeer belangrijk want de werkgevers moeten geen sociale bijdragen betalen voor studenten indien het prestaties betreft van maximum één maand tijdens de periode juli, augustus en september. Deze wijziging was nodig om de discriminatie af te schaffen tussen de werkgever die met een student een overeenkomst sluit van een maand en een werkgever die een beroep doet op een student via een uitzendkantoor en daardoor diezelfde student gedurende een periode van 31 werkdagen (zijnde een periode van zes weken) vrij van RSZ kan tewerkstellen. (*) tot wijziging van artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.