13 mei 2005 17:00

Tachograaf

Op voorstel van de heer Renaat Landuyt, Minister van Mobiliteit, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed, houdende uitvoering van de Europese verordening (*) betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (tachograaf).

Op voorstel van de heer Renaat Landuyt, Minister van Mobiliteit, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed, houdende uitvoering van de Europese verordening (*) betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (tachograaf).

Het ontwerp behandelt de volgende belangrijke punten: - het principe van de noodzakelijkheid om de voertuigen met een tachograaf uit te rusten, - de erkenningvoorwaarden voor de modellen van tachografen, de registratiebladen en de geheugenkaarten, - de algemene voorwaarden voor de erkenning van werkplaatsen die tachografen installeren, controleren of herstellen, - de voorwaarden waaraan de werkplaatsen moeten voldoen, die erkend waren vóór de inwerkingtreding van het besluit en die hun activiteit niet wensen uit te breiden tot digitale tachografen, - de voorwaarden waaraan de installateurs of herstellers van digitale tachografen moeten voldoen. Deze voorwaarden slaan op het gereedschap, de kwalificatie en de opleiding van het personeel, - de intrekking van de erkenning en de beroepsmogelijkheden, - de aanduiding van de ambtenaren of bevoegde instellingen die belast zijn met de controle van de erkende werkplaatsen, - het principe en de periodiciteit van de controles van de tachograaf en van de installatie in haar geheel, - de verplichte vermeldingen op het installatieplaatje waarvan het model door de administratie is bepaald, - de voorwaarden betreffende de uitreiking, het gebruik, de teruggave of de vervanging in geval van onvrijwillige buitenbezitstelling van de vier soorten tachograafkaarten, namelijk: de bestuurderskaart, de bedrijfskaart, de werkplaatskaart en de controlekaart, - de voorwaarden voor de opslag, de bewaring en de toegankelijkheid van de in het geheugen van de digitale tachograaf opgeslagen gegevens, - de aanduiding van de personen die belast zijn met de opsporing en vaststelling van de inbreuken en het bedrag van de boetes in geval van inbreuk, - de voorwaarden waaronder een bestuurder, die om bepaalde redenen een tijdje niet gereden heeft, zijn afwezigheden kan staven door middel van een origineel attest van zijn werkgever, - de slot- en opheffingsbepalingen. Het ontwerp wordt aan de Raad van State overgemaakt, die binnen de 30 dagen advies geeft. (*) EEG-verordening 3821/85 gewijzigd bij de verordening nr 2135/98 van de Raad van 24 september 1998 en aangepast aan de vooruitgang van de techniek bij de verordening nr 1360/2002 van de Commissie van 13 juni 2002.