04 feb 2005 16:00

Toezicht op de kredietinstellingen

Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, en de heer Marc Verwilghen, Minister van Economie, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed houdende aanpassing van de wet (*) betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet (**) op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet (***) inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs en de wet (****) betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles.

Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, en de heer Marc Verwilghen, Minister van Economie, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed houdende aanpassing van de wet (*) betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet (**) op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet (***) inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs en de wet (****) betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles.

Het voorontwerp heeft de omzetting in Belgisch recht tot doel van de Europese richtlijn (*****) betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat. Deze richtlijn stelt voor de lidstaten van de Europese Economische Ruimte de verplichting in dit aanvullend toezicht uit te oefenen. Met de ontwikkeling van de "bancassurance" en "assurbanking" concepten en de opkomst tijdens het laatste decennium van de vorige eeuw van financiële groepen die actief zijn in de bank-, verzekerings- en beleggingsdienstensector, stelde zich de noodzaak van een passend prudentieel toezicht op dergelijke transsectorale financiële groepen en van een adequate wetgeving als onderbouw voor dit toezicht. Deze problematiek werd des te belangrijker gezien een aantal van deze groepen tot de allergrootste financiële groepen behoren en problemen met een of meerdere ervan de financiële markten zouden kunnen destabiliseren (zogenaamde "systeemrisicogroepen"). Een passend prudentieel toezicht met betrekking tot financiële conglomeraten wordt dan ook algemeen erkend als noodzakelijk voor de bescherming van de spaarders, investeerders en verzekeringsnemers, en meer algemeen het vrijwaren van de stabiliteit en het vertrouwen in het financiële systeem. Bijkomend brengt het voorontwerp van wet door middel van diverse bepalingen preciseringen, verbeteringen of aanvullingen aan bij de wet (****) betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. De voorgestelde legistieke aanpak volgt de zogenaamde "Lamfalussy"-architectuur, die in de Europese Unie is ingesteld voor een efficiënter wetgevingsproces in de financiële sector. Zij houdt rekening met diverse technische problemen die zijn opgedoken bij het gebruik ervan. (*) van 9 juli 1975. (**) van 22 maart 1993. (***) van 6 april 1995. (****) van 20 juli 2004. (*****) richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 tot wijziging van de richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad.