06 dec 2002 16:00

Vakbondsstatuut van het personeel van de Hoge Raad voor de Justitie

Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit (*) goed betreffende het vakbondsstatuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie.

Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit (*) goed betreffende het vakbondsstatuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie.

Het eerste ontwerp van koninklijk besluit omvat de beslissing betreffende de niet-toepasselijkheid op de leden van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. Deze beslissing wordt verantwoord door het beperkte aantal personeelsleden (30) en het feit dat het personeel van de Raad onder een sectorcomité zou moeten vallen waarin vertegenwoordigers van de overheid, niet noodzakelijk aangewezen door de Raad, verbintenissen zouden moeten aangaan in haar naam. Het tweede ontwerp van koninklijk besluit creëert een Personeelsraad bij de Raad. Deze Personeelsraad zal bestaan uit 6 leden, waarvan 3 Nederlandstalig en 3 Franstalig. Deze leden worden verkozen door het administratief personeel van de Raad voor een periode van drie jaar. De Personeelsraad mag advies uitbrengen en voorstellen formuleren over alles wat verband houdt met het statuut van het administratief personeel. (*) - koninklijk besluit houdende goedkeuring van de beslissing van de Hoge Raad voor de Justitie van 18 september 2002 betreffende de niet-toepasselijkheid op de leden van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - koninklijk besluit houdende goedkeuring van het reglement van de Hoge Raad voor de Justitie van 18 september 2002 betreffende de oprichting, de samenstelling, de bevoegdheid en de werking van de Personeelsraad.