06 dec 2013 18:55

Veiligheid en transparantie van de OTC-derivatenmarkt

De ministerraad keurt op voorstel van minister van Financiën Koen Geens een voorontwerp van wet goed dat de risico's van de over-the-counter-derivaten (OTC) beperkt door nieuwe tussenkomende partijen, centrale tegenpartijen en transactieregisters in te voeren.

Het voorontwerp zet verordening 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (EMIR-verordening) in Belgisch recht om.

De verordening strekt er dus toe een geharmoniseerd rechtskader in te voeren, een hoog niveau van bescherming van de belegger te verzekeren en gelijke spelregels voor de marktdeelnemers in te stellen. Het voorontwerp wijst onder andere de autoriteiten aan die bevoegd zullen zijn voor de controle van de naleving van de bepalingen van de Verordening en om de vergunning van de centrale tegenpartijen te verlenen (CTP's).

Vergunningen voor de centrale tegenpartijen en interoperabiliteitsregelingen:

  • de Nationale Bank van België (NBB) wordt aangewezen als bevoegde autoriteit om uitspraak te doen over de vergunning van de CTP’s. De NBB voert deze bevoegdheid uit op advies van de FSMA
  • de NBB is belast met het prudentieel en organisatorisch toezicht op de centrale tegenpartijen en met het toezicht op de centraletegenpartijsystemen. De FSMA is belast met het toezicht op de naleving door deze tegenpartijen van de gedragsregels en van de regels die inzake belangenconflictenvan toepassing zijn
  • de NBB is bevoegd voor het uitoefenen van de controle op de interoperabiliteitsregelingen tussen een door haar vergunde CTP en een andere CTP
  • de NBB wordt aangewezen als bevoegde autoriteit voor het coördineren van de samenwerking en de uitwisseling van informatie met de Europese autoriteiten en met de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten

Vereisten voor clearing, rapportage en inperking van het risico van otc-derivaten die van
toepassing zijn op financiële en niet-financiële tegenpartijen:

  • de NBB is belast met het toezicht op de naleving van de verplichtingen uit de EMIR-verordening door de financiële en niet-financiële tegenpartijen die onder haar prudentiële bevoegdheid vallen
  • de FSMA is belast met het toezicht op de naleving van de verplichtingen uit de EMIR-verordening door de financiële en niet-financiële tegenpartijen die niet onder de prudentiële bevoegdheid van de NBB vallen, krachtens artikel 36/25bis van de wet tot vaststelling van het organieke statuut van de Nationale Bank van België, zoals gewijzigd door het wetsontwerp.

voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van richtlijn 98/26/eg van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten