Verdere aanpak generatiepact
Verdere aanpak van het generatiepact
Verdere aanpak van het generatiepact
1. De generatiepactwet wordt voor advies naar de NAR gestuurd. Het advies wordt tegen 16 november uitgebracht. Samenvatting : De wet regelt volgende punten : (8 – 10) de financiering van de maatregelen die tot doel hebben méér jongeren aan een zelfstandige job te helpen zoals de cumul van de onkostenvergoeding met de wachtuitkering, de renteloze tussenkomst en de langere begeleiding, (bijkomende maatregel die in de logica van het generatiepact past) het toekennen van pensioenrechten aan jongeren die alternerend leren, (43) het toekennen van een fiscaal voordeel in de tweede pijler voor de werknemers die tot hun 65e blijven werken en een equivalente maatregel voor de zelfstandigen, (56) het wegwerken van de fiscale discriminatie bij de nieuwe gehuwde bruggepensioneerden zodat de belastinghervorming integraal van toepassing zal zijn op deze groep, (58) de gunstige fiscale behandeling van de aanvullende vergoeding bij een brugpensioen in geval van werkhervatting, (66) het mogelijk maken van ter beschikking stelling en uitzendarbeid in de context van een door de regio's erkend herplaatsings- of inschakelingstraject, (68) de lastenverlagingen voor ploegenarbeid en innovatie, (69) de introductie van het mechanisme van welvaartsaanpassingen voor de sociale uitkeringen, (74) nieuwe financieringspistes om de last op arbeid te verlichten en het behoud van het evenwicht in de sociale zekerheid te verzekeren (alternatieve financiering BTW, een deel van de inkomsten op het gebruik van voor de volksgezondheid schadelijke producten, 15% van de inkomsten uit de roerende voorheffing, een enveloppe die overeenstemt met het terugverdieneffect van nieuwe lastenverlagingen. Daarnaast creërt de generatiepactwet een wettelijke basis die toelaat om de volgende punten uit het generatiepact uit te voeren via een KB: (1) de startbonus, (3) de tutoraatsbonus, (6) 2 maand activering van de werkloosheidsuitkering voor pas afgestudeerde leerlingen uit het technisch en beroepsonderwijs die al tijdens de wachttijd een job vinden, (7) de activering van de wachtuitkeringen van jongeren die een zelfstandige zaak willen starten, (16) het opzetten van experimenten om de loonspanning tussen jongere en oudere werknemers te verkleinen via dezelfde techniek die eertijds gebruikt werd bij de experimenten Hansenne, (22) de vereenvoudigde sociale balans die voortaan eerder een opleidingsbalans zal worden en zal toelaten om de vormingsinspanningen beter in kaart te brengen, het afdwingbaar maken van de aangegane opleidingsengagementen (31 tot 38) een aantal elementaire delegaties aan de koning die moeten toelaten om het hoofdstuk over herstructurering vorm te geven via uitvoeringsbesluiten, (41) de invoering van een bonus voor werknemers en zelfstandigen, (42) de hermodulering van de malus voor zelfstandigen, (44) het kader dat zal dienen om iedere actieve jaarlijks te informeren over de opgebouwde pensioenrechten over de diverse stelsels (werknemers, zelfstandigen en ambtenaren) en over de eerste en tweede pijler heen, de lastenverlaging voor de ouderen, (46) het wegwerken van het financiële risico op de kost van een brugpensioen kort na de aanwerving van een oudere werknemer door deze kost niet te laten dragen door wie ouderen aanwerft maar door wie ouderen brugpensioneert, (51 en 52) een aantal elementaire delegaties aan de koning die moeten toelaten om het hoofdstuk over de Canada Dry's vorm te geven via uitvoeringsbesluiten, (59) het afdwingbaar maken van het aanbieden en het gebruik maken van het outplacement, (60) om actief zijn beter te laten renderen dan inactief zijn wordt het loopbaanplafond in de pensioenberekening opgesplitst, (67) de lastenverlaging voor de jongeren, (70) een minimumrecht per loopbaanjaar zal personen (vooral vrouwen) die atypische loopbaanjaren hebben met geringe inkomsten een behoorlijk pensioen en de invoering van een proportioneel minimumpensioen voor de werknemers, in de praktijk ook meestal vrouwen, die een voldoende actieve, maar vaak deeltijdse loopbaan hebben, (71) een aantal maatregelen om de bijdrage- en de uitkeringsfraude te bestrijden, (73) de invoering van een nieuw financieringsmechanisme voor de ziekte en invaliditeitsverzekering. Maandagmorgen zal de wet goedgekeurd worden via een schriftelijke ministerraad. 2. De uitvoeringsbesluiten worden voor advies naar de NAR gestuurd. Het advies wordt uitgebracht binnen de normale termijn van twee maand, behalve voor deze die van toepassing zullen zijn op 1 januari 2006. Daarvoor geldt een verkorte termijn van één maand. Er zullen vandaag al 20 uitvoeringsbesluiten naar de NAR verstuurd kunnen worden. De belangrijke uitvoeringsbesluiten i.v.m. herstructurering, canada dry en de aanpassing van de voorwaarden voor het brugpensioen horen daarbij. De ontbrekende uitvoeringsbesluiten zullen op korte termijn eveneens aan de NAR voorgelegd worden. Deze uitvoeringsbesluiten zullen maandagmorgen eveneens goedgekeurd worden op de schriftelijke ministerraad. 3. Zoals beloofd bij de lancering van het generatiepact wordt met de sociale partners een tri-partite werkgroep opgericht die toepassingsmodaliteiten van de uitvoeringsbesluiten bespreekt, dit met respect voor de inhoud van het pact. De werkgroep start zijn werkzaamheden op 14 november. 4. Het generatiepact zal versterkt worden zowel voor wat betreft het luik van de jeugdwerkloosheid als het luik over innovatie. Om deze versterking voor te bereiden zal een werkgroep van de regering voorstellen uitwerken over elk van de volgende punten: Jeugdwerkloosheid: Innovatie: