31 jan 2003 16:00

Vereiste functionele kennis van de tweede taal voor evaluaties en om de eenheid van rechtspraak te verzekeren

Op voorstel van de heer Luc Van Den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot vaststelling van de functionele kennis van de tweede taal aangepast aan de evaluatietaak en van de taalkennis die vereist is om de eenheid van rechtspraak te verzekeren.

Op voorstel van de heer Luc Van Den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot vaststelling van de functionele kennis van de tweede taal aangepast aan de evaluatietaak en van de taalkennis die vereist is om de eenheid van rechtspraak te verzekeren.

De houders van een managementfunctie moeten hun functie naar behoren kunnen uitoefenen en op termijn een verplichte functionele kennis van de tweede landstaal hebben. Ook de ambtenaren die anderstalige medewerkers evalueren, kunnen vrijwillig de functionele taalkennis bewijzen opdat zij als functionele chef een constructief contact met al hun medewerkers zouden kunnen onderhouden. De uitvoering van de wijziging van de taalwetgeving, namelijk de bepaling van de inhoud van deze taalkennis, is daarom nodig. Het ontwerp van koninklijk besluit legt, in het kader van de Copernicusvorming, deze inhoud en de organisatie van het taalexamen vast. Het koninklijk besluit gaat nu voor schriftelijk advies naar de representatieve vakbonden en Vaste Commissie voor Taaltoezicht. Managers van de FOD's moeten kunnen communiceren met al hun medewerkers en moeten ze ook kunnen evalueren. Indien deze evaluatie in de andere landstaal verloopt, dienen deze managers hiervoor een functionele kennis te hebben van de tweede taal, die aangepast is aan de evaluatietaak. Deze functionele kennis baseert zich enerzijds op de actieve en passieve mondelinge taalvaardigheid (de manager moet zijn medewerker begrijpen en moet door hem begrepen worden), anderzijds op een passieve schriftelijke kennis, namelijk het begrijpend lezen en de controle van de inhoud van de tekst. Beide aspecten worden nagegaan in een mondelinge test. Ook de personen die een functie uitoefenen die de eenheid van rechtspraak verzekert, moeten een kennis van de tweede taal bewijzen. Bovenop de bovenvermelde testen moeten zij eveneens hun functionele kennis van de administratieve en juridische woordenschat bewijzen door middel van een computergestuurde test. Het koninklijk besluit dat deze functionele taalkennis regelt, voorziet in de algemene bepalingen en reglementeringen voor de organisatie van die taalexamens, de samenstelling van de examencommissie, de voorwaarden en het programma. Deze reglementering treedt in werking op 15 mei 2003. Vanaf dan kan elkeen, zowel de managers als de evaluatoren, vrijwillig zijn functionele taalkennis bewijzen. Eens deze hun functionele taalkennis bewezen hebben, kunnen ze alleen medewerkers van een andere taalrol dan die van hen begeleiden, evalueren, enz.