Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen voor instellingen van collectieve belegging in effecten
De ministerraad keurt op voorstel van Johan Van Overtveld en minister van Economie Kris Peeters een voorontwerp van wet goed over de coördinatie van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen voor instellingen van collectieve belegging in effecten. Het voorontwerp zet Richtlijn 2014/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 in Belgisch recht om.
De Richtlijn wijzigt Richtlijn 2009/65/EG op het vlak van:
- de opdrachten en de aansprakelijkheid van de bewaarder
- het beloningsbeleid bij de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging en de zelfbeheerde beleggingsvennootschappen
- de sanctieregeling
De aangebrachte wijzigingen gelden enkel voor de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG (hierna ICBE’s genoemd). In het ontwerp worden de elementen van het sanctieluik in Belgisch recht omgezet die de wet van 3 augustus 2012 wijzigen.
De verwoording van de richtlijn laat de lidstaten weinig speelruimte en werd daarom zo nauwgezet mogelijk overgenomen.
Ten slotte vult het ontwerp ook een belangrijke lacune aan op het vlak van de bescherming van de niet-professionele beleggers. Het is voortaan verboden om rechten van deelneming in AICB’s te commercialiseren, die niet over de vereiste inschrijving of vergunning beschikken om dergelijke rechten van deelneming aan het publiek aan te bieden. AICB’s die niet voldoen aan de wettelijke voorwaarden kunnen op deze manier niet meer worden aangeboden door personen die vooraf geen contractuele relatie zijn aangegaan met de AICB of haar beheerder.
Voorontwerp van wet tot omzetting van richtlijn 2014/91/EU en houdende diverse bepalingen