30 jun 2006 17:00

Zeerechtverdrag

Internationaal Tribunaal voor het Recht van de Zee.

Internationaal Tribunaal voor het Recht van de Zee.

De ministerraad keurde een voorontwerp van wet goed houdende instemming met het Verdrag inzake de voorrechten en immuniteiten van het Internationaal Tribunaal voor het Recht van de Zee. Het is een voorstel van Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht. Dat Verdrag vindt zijn juridische grondslag in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het Recht van de Zee. Dit verdrag, kortweg Zeerechtverdrag genoemd, werd op 10 december 1982 in Montego Bay ondertekend. België ondertekende het op 5 december 1984 en ratificeerde het op 13 november 1998. De Belgische instemmingswet dateert van 18 juni 1998. Het Zeerechtverdrag schrijft voor dat iedere verdragspartij bij de ondertekening, bekrachtiging of toetreding tot het verdrag, de vrijheid heeft om door middel van een schriftelijke verklaring een wijze van geschillenbeslechting voor de uitlegging of toepassing ervan te kiezen. Een van de wijzen van geschillenbeslechting is het Internationaal Tribunaal voor het Recht van de Zee of Zeerechttribunaal. Bij de ondertekening en bij de ratificatie van het Zeerechtverdrag heeft België de mogelijkheid tot geschillenbeslechting door het Internationaal Zeerechttribunaal weerhouden. Het Internationaal Zeerechttribunaal werd opgericht op grond van Bijlage VI van het Zeerechtverdrag van Montego Bay. De bepalingen van die Bijlage stipuleren dat de zetel van het Internationaal Tribunaal voor het Recht van de Zee gevestigd is in Hamburg (Duitsland). Maar het Hof kan ook elders zitting houden en zijn functies uitoefenen. Het Hof bestaat uit 21 onafhankelijke rechters. Ze zijn gekozen uit personen die op het vlak van onpartijdigheid en integriteit in hoog aanzien staan en erkend zijn als zeerechtdeskundigen. De rechters vertegenwoordigen de voornaamste rechtsstelsels van de wereld en waarborgen een billijke geografische spreiding. Ze worden gekozen voor een termijn van 9 jaar en zijn herkiesbaar. Het Verdrag inzake de voorrechten en immuniteiten van het Internationaal Tribunaal voor het Recht van de Zee heeft twee doelstellingen. Het verleent op het grondgebied van iedere verdragspartij, rechtspersoonlijkheid aan het Hof. Het regelt ook een stelsel van voorrechten en immuniteiten. Die voorrechten en immuniteiten worden aan het Hof zelf toegekend, aan de rechters en ambtenaren en aan diegenen die deelnemen aan een procedure voor het Hof. Het betreft functionele voorrechten en immuniteiten. Ze zijn noodzakelijk bij het uitoefenen van de bevoegdheden van het Hof en van de rechters. Ze moeten ook de onafhankelijkheid van de ambtenaren en diegenen die deelnemen aan een procedure voor het Hof vrijwaren. Naast België hebben 20 andere landen het Protocol ondertekend. In totaal hebben 23 Staten het Protocol geratificeerd of zijn toegetreden, waaronder 10 leden van de Europese Unie. (*) gedaan te New York op 23 mei 1997.