29 mei 2013 11:43

36e Antarctic Treaty Consultative Meeting: balans voor België

Van 20 tot 29 mei was België – een van de 12 stichtende leden van het Antarctisch Verdrag – gastland voor de 36e Antarctic Treaty Consultative Meeting (ATCM) en voor de 16e Committee on Environmental Protection Meeting (CEP). De vergadering werd door de FOD Buitenlandse Zaken, de POD Wetenschapsbeleid en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu georganiseerd in het prestigieuze kader van het Egmontpaleis. 450 afgevaardigden, officiële personen, vermaarde wetenschappers en internationale observatoren uit de 50 verdragslanden waren actief betrokken bij de debatten onder leiding van ambassadeur Otte.

Wat is de bedoeling van deze meeting? Het unieke karakter behouden van Antarctica als natuurreservaat ten dienste van vrede en wetenschap. Welke doelstellingen heeft ATCM voor ogen? Een antwoord bieden op de steeds grotere uitdagingen en gevaren die het 'Witte Continent' bedreigen: klimaatverandering, de bedreiging van de mariene en terrestrische biodiversiteit en de steeds intensievere menselijke activiteit in de vorm van bioprospectie en toerisme. Welke middelen worden hierbij ingezet? Uitwisseling van informatie, maar ook overleg, onderhandelingen en het formuleren van maatregelen, besluiten en resoluties (enkel voor de consultatieve partijen).

België is verheugd dat net in Brussel de kandidatuur van de Tsjechische Republiek als consultatieve partij werd goedgekeurd door de 28 andere landen met ditzelfde statuut. De Tsjechische Republiek kan bijgevolg als 'volwaardige' partij deelnemen aan de 37e ATCM-meeting die in mei 2014 in de Braziliaanse hoofdstad plaatsvindt.

Wetenschap stond vanzelfsprekend centraal in de debatten. De partijen benadrukten haar strategische rol in het onderzoek naar klimaatverandering en andere bedreigingen voor het leefmilieu. Ze wezen ook op de nood aan een stevige wetenschappelijke basis om met het oog op de toepassing van het Verdrag gefundeerde besluiten en maatregelen te kunnen nemen en op het belang om meer wetenschappelijke middelen in te zetten voor onderzoek op Antarctica.

Verschillende partijen wezen op het belang van internationale samenwerking als hoeksteen van het Verdrag. Die samenwerking stond centraal in de toespraken van de Belgische ministers (Didier Reynders, Melchior Wathelet en Philippe Courard) en van hun belangrijke gasten, ZKH Prins Albert II van Monaco en Michel Rocard, voormalig premier van Frankrijk. Hun toespraken kunt u nalezen op: http://atcm36.antarctica.belgium.be/communique_en.stm.

België stelde tijdens de bijeenkomst verschillende werkdocumenten voor. Zo kreeg het meerjarenplan, onder druk van België en Australië, na 3 dagen van constructieve onderhandelingen concreet vorm en werd het document over bioprospectie na levendige discussie aangenomen. Andere Belgische initiatieven met betrekking tot mariene en terrestrische beschermde gebieden en portaalsites over biodiversiteit voor onderzoekers en beleidsmakers vergen echter nog extra inspanningen op de volgende meeting in Brazilië.

Het Belgische Prinses Elisabethstation kreeg tot slot nog positieve inspectierapporten van twee landenduo's (VSA/Rusland en Duitsland/Zuid-Afrika) die het onderwierpen aan een grondige controle op het vlak van milieu, veiligheid en wetenschappelijk programma.

“Het is 30 jaar geleden dat België gastland was voor een dergelijke vergadering, zeggen ministers Reynders (Buitenlandse Zaken), Wathelet (Leefmilieu) en Courard (Wetenschapsbeleid). We willen de kwaliteit benadrukken van de organisatie en van de uitwisselingen die hebben plaatsgevonden. België heeft zijn statuut van gastland en stichtend lid van het Verdrag eer aangedaan door actief voorstellen te doen in uiteenlopende domeinen, zoals de bioprospectie, de uitwisseling van wetenschappelijke gegevens, de ongerepte terrestrische gebieden en de noodzaak om een visie en een vooruitzicht van acties op middellange termijn te hebben. Zo werd er concrete vooruitgang geboekt, zoals het opstellen van een meerjarig strategisch plan. België heeft zich bovendien geprofileerd als een fervent verdediger van internationale samenwerking, wat noodzakelijk is om de fundamentele doelstellingen van het Verdrag te bereiken. De Belgische geschiedenis in Antarctica is dus nog steeds en volop aan de gang!”

België verheugt zich over zijn duurzame en milieubewuste aanpak bij de organisatie van deze meeting. Zo bood de cateringdienst alleen lokale, seizoensgebonden en biologische producten aan. De deelnemers kregen allemaal een drinkbus die ze aan de talrijke drinkfonteintjes met fris water konden vullen. Alle documenten werden online en op usb-sticks die in de badges van deelnemers waren geïntegreerd ter beschikking gesteld, waardoor het papierverbruik drastisch werd verlaagd. Bovendien werd er alleen 100% gerecycleerd papier gebruikt!  

De Belgische resultaten van de 36e Antarctic Treaty Consultative Meeting

  • Strategisch meerjarenplan: onder het co-voorzitterschap van Australië en België hebben de partijen een strategisch meerjarenplan aanvaard, met daarin de prioriteiten en specifieke acties die voor de ATCM van belang zijn voor de volgende 3 à 5 jaar. Het plan moet de partijen, de experts en de waarnemers toelaten om het werk op een doeltreffende en gecoördineerde manier te plannen en efficiënter voor te bereiden. De algemene actiepunten zijn: 1) het verzekeren van een degelijk en doeltreffend verdragssysteem voor Antarctica; 2) het versterken van de bescherming van het leefmilieu op Antarctica; 3) een beter beheer en een doeltreffende regeling van de menselijke activiteit.
  • Beschermde mariene gebieden: de vergadering bestudeerde het door België, Duitsland en Nederland ingediende werkdocument ter ondersteuning van de aanduiding van nieuwe beschermde mariene gebieden in de Zuidelijke IJszee door de Commissie ter bescherming van mariene levende rijkdommen in Antarctica (CCAMLR). Bij gebrek aan consensus kon de resolutie die aan de CEP werd voorgelegd, niet worden goedgekeurd. Volgens eerdere internationale afspraken had echter al in 2012 een representatief netwerk van beschermde mariene gebieden moeten vastgelegd zijn. De druk op de onderhandelaars neemt dus toe. Zij komen in juli opnieuw bijeen in het Duitse Bremerhaven om twee nieuwe gebieden in de Rosszee en in het oosten van Antarctica aan te duiden.
    In de rand van de meeting organiseerde België het evenement 'Wit en blauw' om te wijzen op de sterke wisselwerking tussen het continent en de omringende oceaan, met als symbool de pinguïns die zich er voortdurend tussen heen en weer bewegen.
  • Bioprospectie: België heeft hierover samen met Nederland en Zweden een werkdocument en een ontwerpresolutie ingediend. Onder 'bioprospectie' verstaan we het nemen van stalen van biologisch materiaal dat typisch is voor het Antarctische ecosysteem, met het oog op het verzamelen van gegevens en het ontwikkelen van afgeleide producten voor uiteenlopende industriële en biotechnologische toepassingen (landbouw en voeding, farmaceutische nijverheid enz.). Over de economische voordelen van dit soort activiteiten is nog maar weinig bekend. Daarom is het in dit stadium moeilijk om te voorspellen hoe ze zich op korte en middellange termijn wereldwijd gaan ontwikkelen. Als deze activiteiten daadwerkelijk een buitenkans betekenen op wetenschappelijk en economisch vlak, vormen ze echter ook een mogelijke bedreiging voor het kwetsbare milieu op Antarctica. Om aan te sluiten bij de geest van het Verdrag, moet de vrije uitwisseling van de onderzoeksresultaten gewaarborgd zijn en moeten de voorwaarden kunnen worden besproken waaronder privéondernemingen toegang krijgen tot de biologische en genetische Antarctische rijkdommen.
    Het ontwerp van resolutie dat België heeft ingediend, werd tot onze grote tevredenheid uiteindelijk goedgekeurd.
  • Inspecties van het Prinses Elisabethstation: onderzoeksstations ter beschikking stellen voor onverwachte inspecties is een belangrijk element van het Verdrag. Het Prinses Elisabethstation werd aan twee gemeenschappelijke inspecties (Rusland/VSA en Duitsland/Zuid-Afrika) onderworpen. Deze inspecties zijn cruciaal om de geloofwaardigheid van het juridische kader te waarborgen door na te gaan of het in de praktijk nauwgezet wordt toegepast. Ze laten ook toe om goede praktijkvoorbeelden uit te wisselen op het vlak van energiebesparing en het beperken van afval en emissies en om de relevantie en de kwaliteit van het verrichte wetenschappelijke onderzoek te toetsen. Het Prinses Elisabethstation dat door het Belgische Poolsecretariaat van het Federaal Wetenschapsbeleid wordt beheerd, werd aangehaald als model voor de kwaliteit van de voorzieningen en voor het milieubeheer. Bovendien werd de relevantie van het onderzoeksprogramma bevestigd.
  • Ongerepte terrestrische gebieden: België heeft een werkdocument ingediend over de menselijke voetafdruk en het behoud op lange termijn van microbiële terrestrische habitats, dat het samen met Zuid-Afrika, het Verenigd Koninkrijk en het Scientific Committee on Antarctic Research (SCAR) had voorbereid. Het document benadrukt dat nieuwe kennis over de biodiversiteit van terrestrische micro-organismen wijst op de dringende noodzaak om die te beschermen tegen menselijke aanwezigheid en om ongerepte referentiezones af te bakenen om toekomstig onderzoek te garanderen. Verschillende delegaties steunden de resolutie. Andere vonden het te moeilijk om het transport van micro-organismen te controleren of om nog ongerepte zones vast te leggen. Bij gebrek aan consensus werd de resolutie niet goedgekeurd. België neemt nu het initiatief in een intersessionele contactgroep met alle betrokken partijen zodat de kwestie hoog op de agenda blijft staan bij volgende CEP-bijeenkomsten.
  • Milieuportaalsite: België steunde het plan voor een milieuportaalsite ingediend door Nieuw-Zeeland. Deze portaalsite wil de link vergemakkelijken tussen Antarctisch wetenschappelijk onderzoek en het Committee on Environmental Protection (CEP) voor het aanleveren van onafhankelijke en gecontroleerde informatie over prioritaire thema's. Verschillende partijen en ngo's juichten de voorstelling van de al ontwikkelde tool toe. Andere partijen maakten zich zorgen over de neutraliteit van de verspreide informatie en over de financiering van het project op langere termijn.
  • Biodiversity.aq: België stelde de portaalsite Biodiversity.aq voor, een gemeenschappelijk initiatief van het Scientific Committee on Antarctic Research (SCAR) en BELSPO, dat een grote financiële bijdrage leverde. Het gaat om een portaalsite waar wetenschappers de resultaten publiceren van hun onderzoek naar mariene en terrestrische biodiversiteit zodat die voor iedereen beschikbaar zijn. Dit initiatief sluit perfect aan bij de geest van het Verdrag omdat het wetenschappelijk onderzoek en resultaten over Antarctica wil uitwisselen en gratis ter beschikking stellen. Het Comité erkende de grote waarde van dit initiatief. Gesteund door deze erkenning beloofden BELSPO en het Belgisch platform voor biodiversiteit om middelen te zoeken om de portaalsite te bestendigen en verder te ontwikkelen.
  • Informatie en bewustmaking: België benadrukt het belang van educatieve activiteiten en van het verspreiden van kennis over Antarctica en over het onderzoek dat daar wordt verricht. Daarom had het een document voorbereid met een beschrijving van de Belgische initiatieven (2009-2012). Samen met Brazilië en Portugal slaagde België erin om dit punt aan de agenda van het CEP te laten toevoegen. Dit soort activiteiten is ook prioritair binnen het strategische meerjarenplan. De wetenschappelijke tentoonstelling 'De poolgebieden komen naar Brussel!', die de vereniging van jonge polaire onderzoekers (APECS) op 25 en 26 mei in het Paleis der Academiën organiseerde, werd als voorbeeld aangehaald.
  • Klimaatverandering: Belgische wetenschappers hebben meegewerkt aan de update van het SCAR-rapport 'Antarctic Climate Change and the Environment'. Dit rapport stelt dat de gevolgen van de verwachte stijging van de broeikasgassen – als die zich tegen het huidige tempo doorzet – opmerkelijk zullen zijn door de snelheid en door de polaire amplificatie van het opwarmingssignaal van de planeet. In de werkgroepen werd dan ook heel vaak naar klimaatverandering verwezen.
  • Search and Rescue (S&R- opsporing en redding); toerisme: België diende over deze beide onderwerpen geen werkdocumenten in, maar verheugt zich over de geboekte vooruitgang. De S&R-groep spoorde alle partijen aan om nog intensiever te gaan samenwerken, onder meer door het organiseren van gemeenschappelijke oefeningen. De groep Toerisme van haar kant bevestigde de trend om enkel toegang tot Antarctica te verlenen voor goed omkaderde activiteiten onder toezicht, waarbij respect voor het milieu centraal staat.

Contactpersoon:

Mieke Van de Velde – 0474/86.57.34