08 sep 2006 17:00

Administratie der Douane en Accijnzen

Goedkeuring van de Bilaterale Overeenkomst over Wederzijdse Administratieve Bijstand op douanegebied tussen Israël en België

Goedkeuring van de Bilaterale Overeenkomst over Wederzijdse Administratieve Bijstand op douanegebied tussen Israël en België

Op voorstel van Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht keurde de Ministerraad het voorontwerp van wet goed, houdende goedkeuring van de Bilaterale Overeenkomst over Wederzijdse Administratieve Bijstand op douanegebied tussen de Regering van de Staat Israël en de Regering van het Koninkrijk België (*). De Overeenkomst vergemakkelijkt de strijd tegen de douanefraude en de fiscale fraude op internationale schaal, door middel van een intensere samenwerking tussen het Israëlische Departement van Douane en BTW, Ministerie van Financiën, en de Belgische Administratie der Douane en Accijnzen, Federale Overheidsdienst Financiën. De Douaneadministraties zullen zo bijdragen tot de bescherming van de fiscale, economische en sociale belangen van de twee landen en van de Europese Unie. Om dat doel te bereiken behelst de overeenkomst een wederzijdse bijstand voor een correcte toepassing van de douanewetten (door uitwisseling van inlichtingen, wanneer een douaneautoriteit daarom verzoekt) en voor de voorkoming, opsporing, vervolging en beteugeling van strafbare feiten op het vlak van de douanewetten. De samenwerking bestaat hoofdzakelijk in de mededeling van inlichtingen of onderzoeksresultaten, maar kan ook bestaan in de uitoefening van toezicht op verdachte personen, goederen of vervoermiddelen. De Overeenkomst voorziet ook in een samenwerking, onder meer door het aanknopen van rechtstreekse contacten tussen de Belgische en Israëlische douaneautoriteiten op het vlak van de opleiding van hun personeel, de invoering van snelle en betrouwbare communicatiemiddelen of van nieuwe uitrustingen en procedures, de vereenvoudiging en harmonisering van hun douaneprocedures en alle andere materies waarvoor hun gezamenlijke actie vereist is. De Overeenkomst bevat eveneens voor elke partij de mogelijkheid om ambtenaren te machtigen om als getuige te verschijnen voor de rechtbanken van de andere Partij. Ambtenaren van die administraties kunnen daarenboven worden gemachtigd om in een raadgevende hoedanigheid aanwezig te zijn bij de onderzoeksverrichtingen van de ambtenaren van de administratie van de andere Partij op het grondgebied van de laatste. De overeenkomst geeft waarborgen en bijzonderheden in verband met het vertrouwelijke karakter van de inlichtingen en documenten, verkregen op basis van de Overeenkomst. Ten slotte bepaalt de Overeenkomst dat de Europese Commissie in kennis kan worden gesteld van de inlichtingen uitgewisseld in het kader van de wederzijdse bijstand, indien ze betrekking hebben op fraudes of onregelmatigheden op het gebied van de douane die een communautair belang vertonen. (*) ondertekend te Brussel, op 14 december 2004.