12 mrt 2015 18:23

België heroriënteert ebola-hulp naar structurele versterking gezondheidssystemen

Het mobiel B-Life-labo dat drie maanden actief was in het West-Afrikaanse Guinee keert eind volgende week terug naar België, maar ons land blijft de volgende maanden en jaren bijdragen aan de structurele versterking van de gezondheidszorgsystemen in de zwaarst getroffen landen. Dat heeft vicepremier en minister van Ontwikkelings-samenwerking Alexander De Croo gezegd in de marge van een bezoek aan Artsen Zonder Grenzen (AZG). Samen met Koningin Mathilde bezocht hij vandaag het ebola-trainingscentrum van AZG in Brussel.

De terugkeer van het mobiel B-Life-labo komt er na overleg met het Nationale Coördinatiecentrum voor Ebola van Guinee (CNLEB) en de Alliance for International Medical Action (ALIMA), de Franse NGO die het beheer van het mobiel labo sinds vorige maand op zich neemt in Nzérékoré (Guinee). Ons land blijft tegelijk de strijd tegen ebola wel financieel steunen via de ondersteuning van internationale organisaties die op het terrein actief zijn.

Geen positieve stalen meer
In de afgelopen 21 dagen werden in de regio geen nieuwe gevallen van ebola meer gedetecteerd. De onderzoeksgroepen die in de dorpen stalen nemen van verdachte gevallen hebben eveneens geen positieve stalen meer gedetecteerd. Hieruit blijkt dat de transmissieketen van de ziekte onderbroken is. De laatste patiënt van het Centrum voor Toegepaste Moleculaire Technologie (CTMA) van de UCL dat op het terrein actief was, is in de afgelopen dagen naar huis teruggekeerd.

Het B-Life-laboratorium is sinds december actief in Guinee. Het B-Fast team verzorgde de eerste twee rotaties van telkens een maand. De derde rotatie werd gefinancierd door de Belgische ontwikkelingssamenwerking en gecoördineerd door het Franse ALIMA. De laboranten van het CTMA kregen tijdens deze drie maanden ondersteuning van mensen van de Civiele Bescherming en Defensie. Rond 20 maart keren ze huiswaarts.

Heropbouw nationale gezondheidszorgssystemen
Alexander De Croo: “Het is nu tijd om onze hulp voor de ebola-landen te heroriënteren. We moeten de omslag maken van humanitaire noodhulp naar een structurele versterking van de gezondheidszorgsystemen. Enkel op die manier kunnen we voorkomen dat dit humanitair drama zich binnen enkele jaren opnieuw herhaalt. De heropbouw van de nationale gezondheidssystemen zal een werk van lange adem zijn, maar België wil op dat vlak zijn verantwoordelijkheid opnemen. We bekijken momenteel met welke van de drie zwaarst getroffen landen we een structurele samenwerking op poten kunnen zetten als partnerland van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.”

De Belgische ontwikkelingssamenwerking droeg tot dusver in totaal bijna 40 miljoen euro bij aan de internationale inspanningen in de strijd tegen ebola.

 

Ter achtergrond: Bijdrage Belgische Ontwikkelingssamenwerking aan de strijd tegen ebola

De Belgische ontwikkelingssamenwerking ondersteunt de internationale inspanningen door de bijdrage van in totaliteit 39,35 miljoen euro humanitaire noodhulp.

Dit bedrag bestaat uit de bijdrage van 28,1 miljoen euro aan de flexibele fondsen van een aantal humanitaire internationale organisaties die in staat zijn een pertinente bijdrage te leveren aan de strijd tegen Ebola:

  • Het Central Emergency Response Fund van OCHA
  • Het Special Fund for Emergency and Rehabilitation Activities van het FAO
  • De Immediate Response Account van het World Food Programme
  • Het Disaster Relief Emergency Fund van de Internationale Federatie van het Rode Kruis.

Een schijf van 2,5 miljoen euro financiering draagt bij aan de algemene middelen van twee internationale humanitaire organisaties, met als voorwaarde de inzet van het bedrag in het kader van de strijd tegen de epidemie:

  • Een bijdrage van 1,25 miljoen euro aan het algemene budget van Unicef, bestemd voor logistieke ondersteuning (huur van cargovliegtuigen, transport beschermende kledij).
  • Het Wereldvoedselprogramma (WFP) ontving een bijdrage van 1,25 miljoen euro aan haar algemene middelen voor logistieke ondersteuning. Deze middelen zullen ingezet worden voor de versterking van de luchttransporten van het WFP.

Gezien de ernst van deze internationale gezondheidscrisis, werden door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking eveneens vijf bijkomende interventies gesubsidieerd voor een totaalbedrag van 8,75 miljoen euro:

  • Het project Emergency Response to an hemorrhagic fever outbreak in Guinee, Sierra Leone en Liberia van Artsen zonder Grenzen voor een bedrag van 3 miljoen euro. Objectief: de indijking van de evolutie van Ebola in de betrokken regio’s van Guinee, Liberia en Sierra Leone.
  • Een bijdrage van 2 miljoen euro voor een project van de Federatie van het Internationale Rode Kruis in Liberia. Het project draagt bij aan de beperking van de gezondheidsrisico’s voor de getroffen bevolking in Liberia en aan de versterking van de lokale coördinatiemechanismen.
  • Het WASH project (Water Sanitation and Hygiene) van de Unicef centra in Liberia wordt gesteund voor 2 miljoen euro. Zij zullen waterinstallaties installeren in de behandelingscentra en organiseren informatie- en opleidingsactiviteiten.
  • Een bijdrage van 1,5 miljoen euro voor de ondersteuning van 3 ebola Community Care Centers en meer dan 400 Community Watch Committees in de Nzérékoré regio via UNICEF, evenals de levering van enkele ambulances. De centra en comités zetten in op risicovoorlichting, gezondheidspreventie (goede hygiënische praktijken), snelle identificatie van nieuwe gevallen en tracering van contacten. Deze interventie is complementair aan de inspanningen van B-Fast en B-Life op het terrein.