08 dec 2015 08:05

De gelijkheid van vrouwen en mannen is nog lang niet verworven in België

Brussel, 8 december 2015 – Aan de vooravond van de Internationale Dag van de Mensenrechten publiceert het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zijn jaarverslag 2014. In het licht van de klachten die zijn juridische dienst ontving wil het de vele en voortdurende discriminaties op grond van het geslacht aan de kaak stellen. Vooral vrouwen zijn er het slachtoffer van, in het bijzonder in het domein van het werk.

Stand van zaken van de geslachtsdiscriminaties in België
In 2014 registreerde de juridische cel van het Instituut 366 meldingen, waarvan 157 informatievragen en 209 klachten, via zijn gratis nummer 0800/12.800. Hoewel het totaal aantal meldingen in 2014 in vergelijking met 2013 met 13% steeg, daalde het aantal klachten licht (-6%). Het aantal juridische informatievragen steeg daarentegen in vergelijking met 2013 aanzienlijk, met meer dan de helft (+55%). Daarnaast ontving het Instituut in 2014 188 niet-juridische informatievragen.  


Bovendien waren 62% van de meldingen afkomstig van vrouwen; 37% van mannen. Vrouwen worden vaker het slachtoffer van discriminatie op grond van geslacht dan mannen. Het aantal meldingen van geslachtsdiscriminatie door vrouwen steeg in 2014 met bijna een vijfde tegenover 2013. Het aantal meldingen door mannen daalde met ongeveer 4%.


De lichte daling van het aantal klachten die het Instituut vaststelt en de toename van de informatievragen weerspiegelen een fenomeen dat al uit verschillende studies naar voren kwam, namelijk dat maar weinig slachtoffers van discriminatie op grond van het geslacht een klacht durven indienen. Slechts weinig vrouwen komen op voor hun rechten. Nochtans vormen ze de meerderheid van de slachtoffers en hebben ze met de zwaarste vormen te maken. Mannen dienen gemakkelijker een klacht in, ook voor veeleer symbolische discriminaties. Dit bewijst dat de gelijkheid van vrouwen en mannen, in tegenstelling tot wat men zou denken, nog geen verworvenheid is in een democratische samenleving die meer dan ooit haar waarden en de mensenrechten verdedigt.” stelt adjunct-directeur Liesbet Stevens vast.


In welk domein spelen zich de meeste discriminaties af?
Directe discriminatie wordt nog steeds het meest gemeld bij het Instituut, maar in vergelijking met 2013 verdubbelde het aantal meldingen van indirecte discriminatie. De meeste klachten in 2014 hielden verband met het domein ‘werk’. Meer dan 7 op 10 van de meldingen met betrekking tot werk waren afkomstig van vrouwen.


Onder deze meldingen stelt het Instituut ook discriminaties tegen zwangere vrouwen vast: de vaakst voorkomende houden verband met de aanwerving (13%), de arbeidsvoorwaarden (26%) en het einde van de arbeidsrelatie (48%).  Bovendien merkt het ook een stijging op van het aantal meldingen die verband houden met in-vitrofertilisatie. “De discriminaties op grond van het geslacht tegen zwangere vrouwen of bij de terugkeer uit moederschapsverlof wijzen op een groot maatschappelijk probleem. Weinig vrouwen kennen hun rechten[1], ze durven geen klacht indienen omdat ze bijvoorbeeld vrezen om hun werk te verliezen, en velen denken dat deze discriminaties normaal zijn[2]”, legt Liesbet Stevens uit.


Impact van de discriminatiewetgeving
In 2014 werden drie belangrijke wetswijzigingen doorgevoerd waarover het Instituut in het verleden adviezen en aanbevelingen publiceerde:

  • de wet van 22 mei 2014 tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen met het oog op de uitbreiding ervan naar genderidentiteit en genderexpressie,
  • de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde,
  • de wet van 22 mei 2014 ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte en tot aanpassing van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie teneinde de daad van discriminatie te bestraffen.

 

Deze evoluties in de wetgeving bieden het Instituut extra middelen in de strijd tegen structurele discriminaties. Sinds het van kracht worden van de wet ter bestrijding van seksisme heeft het Instituut een sterke toename waargenomen van het aantal meldingen met betrekking tot seksisme, een verdriedubbeling in 2014 tegenover 2013.
Bijna 10% van alle meldingen in verband met een discriminatie waren afkomstig van transgenders. Zij worden in België nog steeds gediscrimineerd op grond van hun geslachtsaanpassing, genderidentiteit en/of genderexpressie.


Enkele cijfers
In 2014 werkten gemiddeld 36 mensen op het Instituut. Een derde van zijn budget ging naar de ondersteuning van andere organisaties. Het Instituut kende in de loop van het jaar een 60-tal subsidies toe. De website van het Instituut werd door 41.014 gebruikers bezocht. Het aantal geraadpleegde pagina’s steeg licht naar 188.590.


Het jaarverslag 2014 van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen is gratis te downloaden in het Nederlands en het Frans op zijn website http://igvm-iefh.belgium.be.  Het kan ook telefonisch besteld worden (02/233.42.65), of via e-mail (gelijkheid.manvrouw@igvm.belgie.be).

 

[1]Brochure ‘Zwanger op het werk. Gids voor werkneemsters en werkgevers voor een discriminatievrije behandeling’, IGVM, 2013.

[2]Studie ‘Zwanger op het werk. De ervaringen van werkneemsters in België’, IGVM, 2010.

 

Perscontact
Elodie Debrumetz
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen

Tel.: 02 233 49 47

Gsm: 04 97 23 67 67
elodie.debrumetz@iefh.belgique.be

 

Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen werd opgericht in december 2002 en is de onafhankelijke federale overheidsinstelling die instaat voor het waarborgen en bevorderen van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de bestrijding van elke vorm van discriminatie en ongelijkheid op basis van geslacht. We doen dit door het ontwikkelen en in praktijk brengen van een aangepast wettelijk kader en geschikte structuren, strategieën, instrumenten en acties. Het Instituut streeft naar het verankeren van de gelijkheid van vrouwen en mannen als een vanzelfsprekendheid in de samenleving en dit zowel in de mentaliteit als in het handelen. De wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen (B.S. van 30 mei 2007) bepaalt dat voor de toepassing van deze wet een direct onderscheid op grond van geslachtsverandering, genderidentiteit en genderexpressie wordt gelijkgesteld met een direct onderscheid op grond van geslacht (artikel 4 §2 en §3). Dit betekent dat het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen in het kader van zijn juridische missie bevoegd is om op te treden inzake discriminatie op basis van geslacht van transgender personen.