12 jul 2013 18:49

Diverse bepalingen Binnenlandse Zaken: civiele veiligheid

De ministerraad keurt op voorstel van minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen Joëlle Milquet het voorontwerp van wet goed met diverse bepalingen voor Binnenlandse Zaken. Deze wettekst beoogt verschillende wijzigingen aan te brengen op het vlak van civiele veiligheid.

De vijfde titel betreft materies met betrekking tot de civiele veiligheid, want die  wijzigt, enerzijds de wet van 15 mei 2007 over de civiele veiligheid en, anderzijds, de wet van 31 december 1963 over de civiele bescherming.

Naast de technische wijzigingen zijn volgende aanpassingen aangebracht:

1. Het meerjarenplan algemeen beleid en het schema operationele organisatie

Voortaan zal de zonecommandant een operationeel organisatieschema moeten opstellen. In het kader van de inplaatsstelling van de prezones die voorzien is in artikel 221/1 van de wet, blijkt immers dat een ander document nodig is om de dagelijkse organisatie van de zone te verzekeren. Het gaat om het operationeel organisatieschema, dat strikt gericht is op deze dagelijkse organisatie van de zone en dat het referentiedocument is voor het operationeel personeel van de zone. Het bepaalt immers de middelen die ingezet moeten worden per zone, de manier waarop ze ingezet moeten worden, het beheersinstrument van de oproepen en het uitsturen van de hulpverlening met inbegrip van de organisatie van de hiërarchische lijn.

2. De afwenteling van de interventiekosten van de brandweerdiensten in bepaalde gevallen mogelijk maken

De geografische inplanting van de posten zorgt er op sommige plaatsen voor dat een deel van het grondgebied niet op korte termijn kan bediend worden door de territoriaal bevoegde brandweerdienst. Door toepassing van de snelste adequate hulp kan dit gebied toch snel geholpen worden door de snelste brandweerdienst.

Voor sommige delen van het grondgebied wordt systematisch beroep gedaan op de snelste brandweerdienst.

In de praktijk wordt vastgesteld dat er op sommige plaatsen een onevenwicht bestaat tussen het aantal interventies uitgevoerd door de snelste brandweerdienst op het grondgebied van een territoriaal bevoegde brandweerdienst en de interventies die de snelste brandweerdienst op zijn beurt van die brandweerdienst op zijn grondgebied ontvangt. Dit resulteert in een financiële last voor de brandweerdienst die systematisch als snelste opgeroepen wordt.

De betrokken gemeenten kunnen terzake wel een overeenkomst sluiten. In eerste instantie moeten overeenkomsten gesloten worden om de dubbele uitruk te voorkomen. In diezelfde (of een aparte) overeenkomst kunnen ook financiële afspraken gemaakt worden. De partijen kunnen echter niet gedwongen worden tot het afsluiten van een overeenkomst ten bezwarende titel. Ingeval een gemeente geen overeenkomst wil afsluiten, terwijl een andere brandweerdienst systematisch een deel van haar grondgebied bedient in het kader van de snelste adequate hulp, komt dit neer op het afwentelen van de kosten op een andere brandweerdienst.

3. Het voorzien van een onderverdeling in categorieën van de hulpzones

Deze onderbrenging in categorieën zal toelaten om de zones met eenzelfde belang gelijk te behandelen. Het voegt voortaan een objectieve differentiatie in tussen zones met een verschillend belang. Het belang van de zone wordt bepaald op basis van criteria inzake de bevolking, het aantal posten en het aantal operationele personeelsleden van de zone. De onderbrenging in categorieën laat met name toe de premie van de zonecommandant te bepalen in functie van de categorie van de zone die hij leidt. Ze heeft geen enkel impact op het verdeelsleutel van de federale dotatie.

4. Rekening houden met de specificiteit van de IILE (Intercommunale d’Incendie de Liège et Environs)

De mogelijkheid voor de brandweerdiensten die onder de vorm van een intercommunale georganiseerd waren op 10 augustus 2007 om deze vorm te behouden als hulpzone is momenteel open. Nochtans zijn een aantal beschikkingen van de wet niet toepasselijk gemaakt voor de intercommunales rekening houdend met hun specifieke organisatie.

5. De notie 'kaderpersoneel' vervangen door het 'personeelsplan' voor het operationeel personeel

De bedoeling is dat er geen wettelijk kader voorzien moet worden, aangezien een dergelijk kader als zeer archaïsch en stroef ervaren wordt. Derhalve wordt, om een soepel beheer van de zone te verzekeren, waarin ruimte is voor een managementbeleid, het kader vervangen door een personeelsplan. Op die manier kan ook rekening worden gehouden met de middelen en de specifieke noden van elke zone.

6. Het statuut van operationeel personeel onderscheiden van dat van het administratieve personeel van de prezones/hulpzones

Momenteel geniet het administratief en technisch personeel dat enkel of gedeeltelijk voor de gemeentelijke brandweerkorpsen werkt, een gemeentelijk statuut dat onderworpen is aan gewestelijke normen en/of aanbevelingen en aan het gewone toezicht van het gewest. De voorgestelde wijziging laat dan ook toe om enerzijds de statutaire wijzigingen die toegepast zullen worden bij de overdracht van dit personeel naar het administratief personeel van de zone sterk te beperken en om anderzijds meerkosten te vermijden die zouden voortvloeien uit de uniformering, op federale schaal, van de administratieve en geldelijke statuten die, op zonale en gewestelijke schaal, gelijkaardig, of zelfs identiek zijn.

7. Een wettelijke basis voorzien voor subsidies toegekend aan de brandweerscholen

De wettelijke basis van de subsidies toegekend aan de officieel erkende en voortaan versterkte opleidingscentra.

8. Het mogelijk maken voor de prezones om personeel aan te werven

Ingevolge de vraag van het terrein, wordt het de prezones mogelijk gemaakt om personeel aan te werven om operationele taken uit te voeren. Dit personeel is onderworpen aan de statutaire regels van een van de gemeenten van de prezone. De prezone kan enkel kiezen om de regels van één enkele gemeente toe te passen op haar voltallige personeel.

9. Een uitvoerbare titel geven aan de bijzondere rekenplichtige/ontvanger

De gemeentelijke ontvangers beschikken in Vlaanderen en zeer binnenkort in Wallonië over een uitvoerbare titel voor de terugvordering van de vaststaande en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Naar analogie met deze bevoegdheid, maakt een nieuwe alinea het de bijzondere rekenplichtige mogelijk om voor de schuldvorderingen van de zone te handelen door middel van een soepele invorderingsprocedure, met name de verzending van een aangetekend schrijven en vervolgens een dwangbevel per deurwaarder. Dit systeem maakt het mogelijk om nutteloze kosten te vermijden en om de rechtbanken niet te overstelpen.

10. Een veiligheidsbeleid voorzien op het vlak van alcohol en drugs

11.  Een reglementaire bevoegdheid toekennen aan de hulpverleningszones

Om het legaliteitsbeginsel te respecteren moet de wet expliciet reglementaire bevoegdheid toekennen aan de hulpverleningszones. Het betreft het onderwerp van het nieuwe lid 2 van artikel 26.