Federale Raad voor de Vroedvrouwen: afwijking van de wet inzake genderdiversiteit in organen met adviserende bevoegdheid
De ministerraad gaat op voorstel van staatssecretaris voor Gelijke Kansen Sarah Schlitz en op vraag van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke akkoord met de vraag tot afwijking van de quotavoorwaarde voor de bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in de Federale Raad voor de Vroedvrouwen.
De Federale Raad voor de Vroedvrouwen bestaat uit acht leden benoemd op voordracht van organisaties van vroedvrouwen, vier op voordracht van artsenorganisaties en twee op voordracht van de organisaties van verpleegkundigen. Er zijn evenveel plaatsvervangende als gewone leden.
Er kan echter onmogelijk worden voldaan aan de quotavereiste vastgesteld door de wet van 20 juli 1990, voornamelijk als gevolg van het zeer kleine aantal mannen die het beroep van vroedvrouw uitoefenen.
De Commissie ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in adviesorganen verleent een gunstig advies voor de toekenning van een structurele en permanente afwijking van de quotavoorwaarde voor de Federale Raad voor de Vroedvrouwen, omwille van functionele redenen of om redenen die verband houden met de bijzondere aard van het orgaan.