Aandachtstekort en hyperactiviteit: Good clinical practice in de herkenning, de diagnose en de behandeling
De Hoge Gezondheidsraad heeft aanbevelingen uitgebracht over de implementatie van de praktische herkenning, de diagnose en de behandeling van kinderen, jongeren en volwassenen met aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD).
Voor zorgbeoefenaars
- Na een eventuele eerste evaluatie en oriëntatie door de eerstelijnszorg (huisartsen, leerkrachten, sociale bijstand …) maken de diagnose, de advisering en het opstarten van de behandeling deel uit van de opdrachten van een team geneesheren-specialisten (experts in de tweede- of derdelijnszorg).
- Deze deskundigen moeten van een vorming terzake genieten.
- De diagnose van de aandoening kan niet gesteld worden alleen op basis van een of andere vragenlijst, gedragsschaal of gedragsobservatie.
- Na opstarten en oppuntstelling door de tweedelijns deskundige kan de medicamenteuze behandeling verder onder toezicht van de huisarts gebeuren, waarbij een jaarlijkse controle door een tweedelijns deskundige aanbevolen wordt.
Voor de ouders
- Ten behoeve van ouders van kleuters, kinderen en jongeren moeten er laagdrempelige werkzame oudertrainingsprogramma’s in groep beschikbaar zijn. Daarnaar wordt in eerste instantie verwezen bij vermoeden van ADHD met gedragsstoornissen.
Voor kinderen, jongeren en volwassenen met ADHD
- Groepstrainingsprogramma’s moeten beschikbaar zijn (opleidingen inzake vaardigheden gericht met name op zelfcontrole, oplossen van problemen en/of sociaal functioneren)
- Zo nodig wordt voorzien in een individueel (cognitief en gedrags-) aanbod.
- Bij onvoldoende effect kan een gecombineerde medicamenteuze behandeling (methylfenidaat) gegeven worden. Dit laatste is de regel bij ernstige ADHD.
- Bij volwassenen (> 18 jaar) is medicamenteuze behandeling eerste keuze. Cognitieve gedragstherapie kan zinvol zijn bij onvoldoende respons. Deze kan een alternatief zijn voor medicatie zo de patiënt bij voorkeur geen medicatie neemt of bij intolerantie van of non-respons op medicamenteuze behandeling.
Voor de leerkrachten
- Leerkrachten hebben niet de opdracht ADHD bij kinderen op te sporen. Zij moeten in hun vorming kennis en vaardigheden opdoen om kinderen met gedragsproblemen via doelmatige en positieve ondersteunende methodes te begeleiden en nieuw gedrag aan te leren. Ze hebben tevens recht op ondersteuning en begeleiding in hun werk met kinderen en jongeren met ADHD. Hierbij kunnen ze beroep doen op het CLB.
In het algemeen
- Er is nood aan onderzoek in België naar de werkzaamheid, doelmatigheid en tevredenheid van de zorg voor kinderen, jongeren en volwassenen met ADHD in het algemeen en de diverse interventies in het bijzonder.
- Over de veiligheid en de nevenwerkingen van stimulantia werd reeds eerder uitvoerig gerapporteerd (HGR, 2010).
Opmerkingen
- Om een aantal van deze aanbevelingen werkelijk te kunnen invoeren, zou eerst de Belgische geestelijke gezondheidszorg moeten worden aangepast, de ontwikkeling van de psychosociale aanpak mogelijk worden gemaakt en de toegankelijkheid ervan verbeterd worden.
Er is momenteel bijvoorbeeld immers onvoldoende opgeleid personeel voor de begeleidingsprogramma’s en het niet terugbetalen van psychologen maakt voor ouders de psychologische ondersteuning financieel moeilijk draagbaar.
Het volledige advies is te vinden op de website van de Hoge Gezondheidsraad: http://tinyurl.com/HGR-8846-ADHD
Voor meer informatie kunt u zich wenden tot:
De experten:
- NL: Dirk Deboutte, tel.: 03/820.24.01, GSM: 0475/22.97.28, e-mail: dirk.deboutte@telenet.be
- FR: Laurent Victoor, tel.: 02/331.56.65, GSM: 0485/67.05.84, e-mail: lvictoor@gmail.com
De website van de Hoge Gezondheidsraad: www.hgr-css.be