COVID-19 en milieu: bewijs voor een wederzijdse invloed
Zoals vaak het geval bij crisissituaties, heeft de huidige coronapandemie de kwetsbaarheden van het gezondheidssysteem blootgelegd. Maar terwijl het merendeel van de aandacht naar de medische, virologische en epidemiologische impact van de crisis gaat, komen in steeds meer studies ook meer onverwachte effecten naar voren. Zo blijkt uit dit nieuw rapport van de Hoge Gezondheidsraad dat COVID-19 en de manier waarop landen de overdracht ervan beperken een belangrijke impact hebben op het milieu. Maar ook omgekeerd, dat de milieuomgeving een impact heeft op de besmettingsgraad. De huidige situatie toont aan hoe menselijke, dierlijke en planetaire gezondheid intens met elkaar verweven zijn.
Lockdown anders bekeken
Overzichtsstudies hebben aangetoond dat van de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen opgesteld door de United Nations, maar liefst 13 onder grotere druk staan omwille van deze gezondheidscrisis. Duurzame ontwikkeling houdt verband met zowel ecologische als economische en maatschappelijke aspecten.
De lockdown, die werd ingevoerd om sociale contacten en bijgevolg de verspreiding van de ziekte te beperken, heeft een enorm effect gehad op de economie. In veel sectoren zijn mensen hun baan verloren en vele landen weten nog niet hoe ze moeten omgaan met de financiële kraters in hun begroting als gevolg van de lopende steunmaatregelen. Op maatschappelijk niveau hebben de contactbeperkingen het sociale weefsel diep geraakt, met verhoogde psychosociale problemen bij ouderen, jongeren en andere kwetsbare groepen in de samenleving tot gevolg.
Wat het milieu betreft hebben de lockdownmaatregelen echter in veel steden over de hele wereld tot drastische verbeteringen geleid, waaronder lagere luchtverontreiniging en betere waterkwaliteit. De vermindering van het verkeer en van industriële activiteiten resulteerde bovendien in een lagere uitstoot van broeikasgassen. De vraag rijst hoe we deze effecten in post-covidtijden kunnen beschermen of verlengen. Anderzijds zetten de verhoogde hygiënemaatregelen dan weer aan om massaal maskers, handschoenen, ontsmettingsgel en andere beschermingsmiddelen te gebruiken. Vooral het thuisgebruik hiervan heeft tot een enorme hoeveelheid (semi-)medisch afval in het milieu geleid, terwijl specifieke maatregelen om dit probleem aan te pakken nog steeds ontbreken.
Invloed van milieueffecten op coronabesmettingen
Milieueffectenstudies tonen aan dat klimatologische en luchtverontreinigingsparameters gelinkt zijn aan een verhoogde besmettingsgraad van het virus. COVID-19 lijkt enerzijds namelijk beïnvloed te worden door temperatuur en luchtvochtigheid. Het virus gedijt goed in de winter, maar zodra de temperatuur stijgt, vermindert de transmissie. Hoe hoger de luchtvochtigheid, zoals in de herfst of winter bij veel regenval, hoe sneller het aantal besmettingen zou stijgen. Het is echter nog niet helemaal duidelijk welke mechanismen achter deze verbanden schuilen.
Anderzijds, gezien COVID-19 in de eerste plaats de luchtwegen infecteert, verbaast het niet dat ook een verhoogde luchtverontreiniging een negatieve impact heeft op de vatbaarheid en ontwikkeling van de ziekte. Een kleine toename van de concentratie fijn stof in de lucht met 1 microgram wordt in verband gebracht met een langere beademingstijd bij gehospitaliseerde covidpatiënten en mogelijk zelfs met een toename van het sterftecijfer met 8-11 %. Ook de bevolkingsdichtheid zou een rol spelen.
“One world, one health”
Dit rapport pleit voor een interdisciplinaire, holistische benadering om de effecten van COVID-19 in kaart te brengen. Het toont het belang aan van de interacties tussen verschillende gezondheidsdomeinen die bestudeerd moeten worden om een samenhangende preventie- en beheersingsstrategie uit te werken. De HGR adviseert dan ook om milieu- en gezondheidsgegevens structureel te integreren in het monitoring- en waarschuwingssysteem ter voorbereiding van toekomstige virale uitbraken.