Onderwerping aan de belasting van bepaalde door Belgische missies lokaal aangeworven werknemers
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Financiën Johan Van Overtveldt een voorontwerp van wet goed met betrekking tot de onderwerping aan de belasting van bepaalde door Belgische missies lokaal aangeworven werknemers in landen waarmee België geen dubbel belastingverdrag heeft gesloten.
Het voorontwerp wil een oplossing bieden voor een reeks anomalieën wat betreft de definitie van bepaalde categorieën inwoners van het Koninkrijk en de invoering van bepaalde aan belasting onderworpen bezoldigingen van niet-inwoners.
Overeenkomstig het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) worden de andere leden van Belgische diplomatieke zendingen en consulaire posten in het buitenland, alsmede hun inwonende gezinsleden, daaronder niet begrepen consulaire ereambtenaren beschouwd als inwoners van het Koninkrijk en bijgevolg onderworpen aan de personenbelasting. Zo wordt elke persoon die werkt voor een Belgische ambassade beschouwd als een rijksinwoner. Het gaat dus zowel om contractueel administratief personeel dat specifiek ter plaatse wordt tewerkgesteld als om lokaal aangeworven technisch of dienstpersoneel zoals een tuinman, een chauffeur of een kok. Bepaalde van deze personen hebben geen enkele link met België, buiten het feit dat ze aangeworven zijn door een Belgische werkgever. Deze band blijkt echter onvoldoende te zijn om onderworpen te zijn aan de personenbelasting.
De definitie van rijksinwoner wordt bijgevolg enigszins aangepast met het oog op de uitsluiting van bepaalde categorieën van personen. Zodra ze uitgesloten zijn van de onderwerping aan de personenbelasting worden deze personen belastbaar in de belasting van niet-inwoners/natuurlijke personen (BNI/nat.pers.), aangezien de bezoldigingen die ze ontvangen voor rekening zijn van een Belgische werkgever. Deze situatie creëert mogelijk een dubbele belastingheffing: de bezoldigingen worden door België belast in de BNI/nat.pers. maar eveneens eventueel in de inkomstenbelasting in de woonstaat.
Wanneer het gaat om een lidstaat waarmee België preventief een dubbelbelastingverdrag (DBV) heeft gesloten, wordt de dubbele belasting opgelost door de regels inzake bevoegdheidsverdeling toe te passen die in het verdrag voorzien zijn. Bij gebrek aan een DBV kan de dubbele belasting niet worden vermeden. Dit voorontwerp stelt daarom voor om bezoldigingen betaald door de Belgische overheidsdiensten aan personen die lokaal aangeworven zijn maar inwoners zijn van een land waarmee België geen DBV heeft afgesloten niet te onderwerpen aan de belasting van niet-inwoners/natuurlijke personen.
Het voorontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de Raad van State.