19 jan 2015 15:42

Opsporing van baarmoederhalskanker met HPV-test effectiever dan de klassieke uitstrijkjes: kan om de 5 in plaats van om de 3 jaar

Er bestaat een duidelijk verband tussen baarmoederhalskanker en de aanwezigheid van een lokale infectie met het humaan papillomavirus (HPV), dat seksueel wordt overgedragen. Het KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) stelde, samen met het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) en het Kankerregister, vast dat een screening met de HPV-test, die het virus opspoort, vrouwen ouder dan 30 jaar beter beschermt tegen baarmoederhalskanker dan de klassieke uitstrijkjes (ook Pap-test genoemd), en dit aan een lagere kost. Bovendien zou de HPV-test de duur tussen 2 onderzoeken in alle veiligheid kunnen verlengen van 3 tot 5 jaar. Belangrijk is daarbij dat alle vrouwen tussen 25 en 64 jaar zich verder laten screenen. Dat geldt ook voor vrouwen die werden gevaccineerd tegen het HPV-virus, omdat het vaccin niet beschermt tegen alle virustypes en de werkingsduur van het vaccin nog onvoldoende is gekend.

Opsporing van precancereuze cellen door 3-jaarlijkse Pap-test

Baarmoederhalskanker wordt vandaag vooral opgespoord door een Pap-test, waarbij tijdens een gynecologisch onderzoek een uitstrijkje van de baarmoederhals wordt genomen. Vervolgens wordt dit uitstrijkje microscopisch onderzocht op precancereuze cellen. Deze verschijnen gemiddeld 10 tot 15 jaar voordat de eigenlijke invasieve kankercellen zich ontwikkelen. Door een eenvoudige lokale behandeling kunnen ze zo goed als allemaal worden genezen.
Volgens de Europese en WHO richtlijnen moet deze Pap-test bij vrouwen tussen 25 en 64 jaar elke 3 tot 5 jaar worden herhaald. Sinds 2009 wordt de test in België enkel driejaarlijks terugbetaald. Ongeveer 60% van de vrouwen in ons land laat zich screenen op baarmoederhalskanker, wat een lage dekkingsgraad is. De vrouwen die zich wel laten screenen laten dat dan vaak weer te vaak doen.
Volgens de laatste cijfers van het Belgische Kankerregister waren er 623 gevallen van baarmoederhalskanker in 2011. Vrouwen zijn gemiddeld 54 jaar oud wanneer de diagnose wordt gesteld.

Humaan papillomavirus (HPV) oorzaak van baarmoederhalskanker

Sinds een twintigtal jaren weet men dat er een duidelijk verband bestaat tussen baarmoederhalskanker en de aanwezigheid van een lokale infectie veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV), dat seksueel wordt overgedragen. HPV-infecties komen zeer vaak voor, maar de meeste verdwijnen spontaan. Bij een klein aantal vrouwen blijft het virus echter permanent aanwezig, en zij vormen een risicogroep.
Een HPV-test spoort het virus zelf op in plaats van de celafwijkingen die door het virus worden veroorzaakt, zoals de Pap-test dat vandaag doet. Het KCE ging, samen met het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) en het Kankerregister na of het medisch en economisch interessanter zou zijn om de klassieke Pap-test te vervangen door een HPV-test. De HPV-test wordt vandaag alleen gebruikt en terugbetaald als opvolgtest, bij vrouwen met een afwijkend resultaat na de Pap-test. Net zoals bij de Pap-test gebeurt een HPV-test eveneens op een uitstrijkje van de baarmoederhals.

Dankzij HPV-test minder kankers en overlijdens…

De onderzoekers stelden vast dat vrouwen duidelijk beter beschermd worden tegen invasieve kankers als men de HPV-test als begintest gebruikt. Het KCE beveelt dan ook aan om de Pap-test te vervangen door een HPV-test. Daarbij moet het huidige beleid om te screenen tussen 25 en 64 jaar worden voortgezet. Hierdoor kunnen op 100.000 geteste vrouwen 240 extra gevallen van baarmoederhalskanker en 96 overlijdens vermeden worden.
Omdat het risico op het ontwikkelen van een invasieve kanker na een normaal HPV-testresultaat veel lager ligt dan na een normale Pap-test kan de tijdsduur tussen 2 HPV-testen perfect veilig worden verlengd tot 5 jaar.

… aan een lagere kost, maar…

Danzij de HPV-test kan over een levensduur van 100.000 vrouwen bijna €15 miljoen worden bespaard, doordat er minder vaak moet worden gescreend en er minder kankers moeten worden behandeld
Daarnaast is ook de prijs van de HPV-test belangrijk. Een openbare aanbesteding zou daarom moeten worden overwogen, om de huidige prijzen te doen dalen en om testen van goede kwaliteit te garanderen.

…niet voor vrouwen jonger dan 30 jaar oud

Studies tonen aan dat voor vrouwen jonger dan 30 jaar de HPV-test niet effectiever is dan de Pap-test. Bovendien komen HPV-infecties bij hen zeer vaak voor, en meestal zijn ze van voorbijgaande aard. Gevolg is dat veel van deze vrouwen onnodig zouden worden verontrust en behandeld.
De behandeling verhoogt ook het risico op complicaties bij zwangerschappen, zoals het voortijdig breken van de vliezen, vroeggeboorte en laag geboortegewicht.
Bij vrouwen jonger dan 30 moet screening verder met de Pap-test gebeuren. Bij een afwijkend resultaat moet deze worden gevolgd door een HPV-test, zoals dat vandaag al in België wordt aanbevolen.
Voor de HPV- en de Pap-testen zou ook een systeem van kwaliteitscontrole moeten worden ingevoerd of verder worden uitgewerkt.

Screenen na vaccinatie blijft nodig!

Belangrijk is daarbij dat alle vrouwen tussen 25 en 64 jaar zich verder laten screenen. Dat geldt ook voor vrouwen die gevaccineerd zijn tegen het HPV-virus. De bestaande vaccins bieden immers geen bescherming tegen alle mogelijk kankerverwekkende subtypes. We beschikken vandaag evenmin over betrouwbaar wetenschappelijk bewijs over de beschermingsduur van de vaccins.