27 sep 2002 17:00

Organisatie van de arbeidstijd

Op voorstel van de heer Luc Van den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken, keurde de Ministerraad, in tweede lezing en na onderhandeling in het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten, een ontwerp van koninklijk besluit goed rond sommige maatregelen inzake organisatie van de arbeidstijd in de ondernemingen voor radio- en televisie-uitzendingen.

Op voorstel van de heer Luc Van den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken, keurde de Ministerraad, in tweede lezing en na onderhandeling in het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten, een ontwerp van koninklijk besluit goed rond sommige maatregelen inzake organisatie van de arbeidstijd in de ondernemingen voor radio- en televisie-uitzendingen.

Het in toepassing brengen van de wet (*) tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector, zonder enige specifieke nadere voorwaarde, zou de werking van de drie openbare ondernemingen voor radio- en televisie-uitzendingen verstoren. Deze drie ondernemingen zijn: - de Vlaamse Radio- en Televisie-omroep; - de "Radio-Télévision belge de la Communauté française"; - "Das Belgische Rundfunk und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen Gemeinschaft". De volgende reglementaire maatregelen werden goedgekeurd: - de ondernemingen krijgen de mogelijkheid af te wijken van de minimumperiode van dagelijkse rust (van 11 opeenvolgende uren) tussen het beëindigen en het hernemen van de arbeid, op voorwaarde dat de inhaalrust binnen de drie maanden wordt toegekend. Hier zullen sectorale besprekingen moeten duidelijk maken tot waar die overschrijding kan gaan; - de ondernemingen mogen de grens van de dagelijkse arbeidsduur van 11 uren overschrijden en de periode waarin de inhaalrust moet toegekend worden op drie maanden brengen. Hier zullen sectorale besprekingen moeten duidelijk maken tot waar die overschrijding kan gaan; - de ondernemingen mogen werknemers 's zondags tewerkstellen. De inhaalrust moet toegekend worden binnen de drie maanden; - de ondernemingen mogen de maximale wekelijkse arbeidsduur overschrijden (die wettelijk op 50 uren is vastgesteld). Het ontwerp legt de grens voor deze ondernemingen op 84 uren; - de ondernemingen mogen het personeel 's nachts laten werken. Zij mogen daarbij de grens van maximaal te presteren werktijd van 8 uur per periode van 24 uren overschrijden en de inhaalrust moet toegekend worden binnen de drie maanden. Hier ook zullen sectorale besprekingen moeten duidelijk maken tot waar die overschrijding kan gaan. (*) van 14 december 2000.