22 mrt 2021 12:28

Toespraak 22/3: 'De stem van ons land is menselijkheid'

Lees hier de integrale toespraak van de Eerste Minister naar aanleiding van de herdenking van de aanslagen van 22 maart 2016.

- Enkel het gesproken woord telt –

Sire, Majesteit,
Dames en heren,
Familie en vrienden,

Vijf jaar geleden gebeurde het ondenkbare. Vijf jaar geleden sloeg het kwade toe.  Drie verwoestende explosies. Twee op onze nationale luchthaven. Eén in een metrostel in Maalbeek.

Op 1 uur en 13 minuten tijd werden 32 onschuldige mensen uit ons midden weggerukt. Meer dan 340 mensen raakten ernstig gewond. En een veelvoud van levens werd voorgoed ontwricht.

Levenspartners, broers, zussen. Vaders en moeders. Dochters en zonen. Onderweg naar hun werk. Uitkijkend naar vakantie. Net ingecheckt om terug naar huis te vliegen.

Vijf jaar later zijn muren opnieuw opgebouwd. Daken hersteld. Veel van de materiële schade is niet langer zichtbaar. Maar bij overlevers, nabestaanden en hulpverleners uit de eerste lijn is de schade er nog steeds.

Er zijn de littekens. De pijn en de leegte. Het gemis. Zoals de Franse dichter Alphonse de Lamartine schreef: “Un seul être vous manque, et tout est dépeuplé.”

We zijn hier vandaag samen om de slachtoffers van terreur te herdenken. Onze solidariteit te betuigen met overlevers, familie en vrienden. Onze dankbaarheid uit te spreken aan iedereen die klaarstond om hulp te bieden.

Maar ook om de leegte en het gemis met elkaar te dragen. Zoals we dat ook de voorbije vijf jaar – met vallen en opstaan – samen hebben gedaan. Door hun namen te noemen, en in stilte met mekaar verbonden te zijn.

We zijn hier ook om duidelijk te maken dat niets meer waard is dan een mensenleven. Dat er geen grotere zonde, geen grotere wreedheid bestaat, dan het wegvagen van iemands toekomst, het beschadigen en vernietigen van een mensenleven.


De aanslagen hadden niet alleen een zware menselijke tol. Ze waren ook een aanslag op onze vrijheid, op onze democratie, onze tolerantie, onze onbezorgdheid en onze hoop, op onze onbekommerde manier van leven.

De emoties die de aanslagen losmaakten, - toen maar ook nu nog - blijven intens. Toch weten we één ding zeker. De wreedheid en de gruwel van het geweld mogen nooit greep op ons krijgen. De haat mag onze inborst - die van onszelf en van ons land – nooit veranderen.

Al onze veiligheidsdiensten zijn waakzaam. Justitie doet zijn werk. Ze staan meer dan ooit paraat. Dat is belangrijk. Maar diep van binnen weten we dat er maar één antwoord is op wreedheid die mensen uit elkaar rukt.

En dat antwoord heet “verbondenheid”. Elkaar nabij zijn. Samen meer mens worden. Door elkaars pijn te helpen dragen, de leegte leefbaar te maken, samen weerbaar te zijn. Ook al is het met een hart dat zwaarder is dan ooit tevoren. Het is door elkaar te steunen en in de ogen te kijken, door verbonden te blijven, dat we het goede kunnen zien, in elkaar en in onze samenleving.

De coronacrisis, waar we als land en als wereld vandaag doorgaan, herinnert ons des te meer hoezeer we hechten aan die menselijke nabijheid.  Onverwacht bezoek, een vriendelijke lach, een zoen op de wang. Het meest waardevolle in het leven is vaak de ander.

Het omarmen van dié menselijkheid. Dat is de stem van ons land. Het is ons beste antwoord op de onmenselijkheid, de zinloosheid en de vernietigende kracht van haat en terreur.

Ook voor overheden blijft die menselijkheid een opdracht. Steun bieden. Nabij zijn. Wanneer dat op momenten onvoldoende was, dan moet dat beter. We mogen niemand achterlaten.
 

Sire, Majesteit,
Dames en heren,
Beste familie en vrienden,

Dat is de opdracht die voor ons ligt: uit de diepte van ons verlies, uit de onrechtvaardigheid van het lijden dat zovele families is aangedaan, toch de kracht vinden om te koesteren, zacht te zijn, oprecht nabij te zijn. Als we hierin slagen, om van nabijheid, empathie en liefde ons antwoord te maken op de haat, dan overwinnen wij.

Ik zou willen afsluiten met woorden van de Amerikaanse schrijver Irving Washington – en ik citeer:

“There is a sacredness in tears. They are not the mark of weakness, but of power. They speak more eloquently than ten thousand tongues. They are the messengers of overwhelming grief, of deep contrition, and of unspeakable love.”

Ik geloof heel sterk dat dit ons enige antwoord kan zijn.
Onuitsprekelijke liefde.